ECLI:NL:RBONE:2013:BZ3484

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
4 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
05/800369-12 en 05/900929-12
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair voor joyriding met militaire voertuigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 4 maart 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, een militair, die werd beschuldigd van militaire joyriding. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 150 uur, maar is vrijgesproken van het verwijt dat hij langer dan vier dagen ongeoorloofd afwezig zou zijn geweest. De zaak werd behandeld door de militaire kamer, waarbij de verdachte niet aanwezig was tijdens de zitting op 18 februari 2013. De officier van justitie, mr. J.C. Stikkelman, heeft gerekwireerd voor een bewezenverklaring van de feiten.

De militaire kamer heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk en wederrechtelijk gebruiken van militaire voertuigen voor privédoeleinden, wat resulteerde in een aanzienlijke afstand van bijna 13.000 kilometer gereden op kosten van de krijgsmacht. De verdachte had in het verleden al eens een transactie betaald voor een vergelijkbaar feit, wat de ernst van de huidige zaak vergrootte. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden zorgvuldig gewogen, waaronder de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de aard van de gepleegde feiten.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de opgelegde werkstraf passend is, gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De verdachte moet de werkstraf binnen een jaar na het onherroepelijk worden van het vonnis voltooien, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien hij hier niet aan voldoet. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 22c, 22d, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 166 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummers : 05/800369-12 en 05/900929-12
Datum zitting : 18 februari 2013
Datum uitspraak : 4 maart 2013
VERSTEK
Vonnis van de militaire kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1975 te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05/800369-12
hij als militair, in tijd van vrede, in of omstreeks de periode van 13 juli
2012 tot en met 7 augustus 2012 van verdachtes te of nabij Vredepeel, gemeente
Venray, in elk geval in Nederland, gelegen onderdeel opzettelijk, althans in
ernstige mate nalatig, ongeoorloofd afwezig is geweest gedurende langer dan
vier dagen, althans in genoemd tijdvak of een gedeelte daarvan gedurende een
of meer perioden van langer dan vier dagen;
Parketnummer 05/900929-12
hij als militair op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in of
omstreeks de periode van 1 januari 2012 tot en met 25 mei 2012, te of nabij
Vredepeel, gemeente Venray, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk
wederrechtelijk een motorrijtuig, (personenauto), bij de krijgsmacht in
gebruik, als bestuurder heeft gebruikt;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 18 februari 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte niet verschenen.
De officier van justitie, mr. J.C. Stikkelman, heeft gerekwireerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van parketnummer 05/800369-12
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van dit feit op grond van de bewijsmiddelen in het dossier.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer gaat, op basis van het dossier, van de volgende gegevens uit:
- verdachte stond in Peoplesoft sinds 4 juni 2012 als ziek thuis gemeld.
- op 13 juli 2012 was verdachte niet bereikbaar conform de 'ziek thuis procedure' zoals opgenomen in de "Regeling ziek- en hersteldmelding defensiepersoneel".
- op 16 juli 2012 is er om 09.15 uur telefonisch contact gezocht met verdachte, maar verdachte beantwoordde zijn telefoon niet.
- op 16 juli 2012 is er omstreeks 16.00 uur telefonisch contact geweest met verdachte.
- op 18 juli 2012 is er om 11.06 uur en 14.20 uur wederom geprobeerd om telefonisch contact te krijgen met verdachte, hetgeen niet is gelukt.
- op 18 juli 2012 om 14.50 uur heeft verdachte telefonisch contact opgenomen met wachtmeester eerste klasse [naam 1].
- op 19 en 20 juli 2012 is nog geprobeerd om verdachte te bereiken, maar dit is niet gelukt.
Verdachte ontkent het feit te hebben gepleegd. Hij heeft verklaard dat, voor zover hij weet, hij gedurende de eerste vijf weken van zijn afwezigheid de hele dag bereikbaar diende te zijn en daarna tot 10.00 uur 's ochtends en dat hij dat naar zijn mening ook is geweest. Hij had zijn telefoon gewoon aanstaan.
In artikel 2 lid 4 van de Regeling ziek- en hersteldmelding defensiepersoneel is bepaald dat de werknemer gedurende de eerste twee werkdagen van het ziekteverzuim van 09.00 tot 17.00 uur in persoon bereikbaar dient te zijn. Na deze dagen geldt deze verplichting op werkdagen tussen 09.00 en 10.00 uur.
Aangenomen kan worden dat verdachte op 16 juli 2012 om 09.15 uur telefonisch niet bereikbaar was. Op 16 juli 2012 is er omstreeks 16.00 uur echter alsnog telefonisch contact geweest met verdachte. Daarna is er zowel op 18, 19 als 20 juli 2012 getracht verdachte telefonisch te bereiken. Op 18 juli 2012 was dit echter pas na 10.00 uur, namelijk om 11.06 uur en 14.20 uur. Op welke tijdstippen er naar verdachte is gebeld op 19 en 20 juli 2012 is op basis van het dossier niet vast te stellen.
Op grond van vorenstaande is de militaire kamer van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte langer dan vier dagen ongeoorloofd afwezig is geweest in de zin van artikel 98 juncto artikel 114 lid 3 van het Wetboek van Militair Strafrecht. Verdachte was op 16 juli 2012 tussen 09.00 en 10.00 uur niet bereikbaar, maar defensie heeft diezelfde dag alsnog telefonisch contact gehad met verdachte. Nu verdachte zelf heeft verklaard wel altijd telefonisch bereikbaar te zijn geweest tussen 09.00 en 10.00 uur 's ochtends - hetgeen voor het overige door het dossier niet wordt weerlegd, aangezien er op 18 juli 2012 pas na 10.00 uur telefonisch contact is gezocht en van de overige dagen niet kan worden vastgesteld hoe laat dit is gebeurd - is de militaire kamer van oordeel dat, afgezien van op 16 juli 2012, toen hij om 09:15 uur niet bereikbaar was, niet kan worden gesteld dat verdachte zich niet heeft gehouden aan de "Regeling ziek- en hersteldmelding defensiepersoneel". De militaire kamer zal verdachte vrijspreken van dit feit.
Ten aanzien van parketnummer 05/900929-121
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 2], p. 12-13;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 39-44;
- schriftelijke bescheiden in de vorm van rijopdrachten (gevoegd bij ongenummerd aanvullend proces-verbaal).
De militaire kamer acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/900929-12 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij als militair op meerdere tijdstippen in de periode van 1 januari 2012 tot en met 25 mei 2012 in Nederland, telkens opzettelijk wederrechtelijk een motorrijtuig, (personenauto), bij de krijgsmacht in
gebruik, als bestuurder heeft gebruikt;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Als militair opzettelijk en wederrechtelijk een motorrijtuig gebruiken dat bij de krijgsmacht in gebruik is, meermalen gepleegd.
Het feit is strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde onder parketnummer 05/800369-12 en onder 05/900929-12 zal worden veroordeeld tot het verrichten van 180 uren werkstraf subsidiair 90 dagen hechtenis.
De beoordeling door de militaire kamer
Bij de beslissing over de straf heeft de militaire kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 15 oktober 2012.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan militaire joyriding. Hij heeft gedurende een periode van bijna 5 maanden onder opgave van valse redenen en zonder toestemming van zijn leidinggevenden diverse malen militaire voertuigen gebruikt voor privédoeleinden. Verdachte heeft volgens de berekeningen van defensie bijna 13.000 kilometer gereden op kosten van zijn werkgever en ontving hiernaast zelf ook nog een reiskostenvergoeding. Dit is een ernstig feit.
Verdachte heeft in 2009 al eens een transactie betaald voor militaire joyriding.
Gelet op vorenstaande is de militaire kamer van oordeel dat de oplegging van een werkstraf voor de duur van 150 uur, te vervangen door 75 dagen hechtenis, passend en geboden is. De straf is lager dan de straf die door de officier van justitie is geëist, omdat de militaire kamer verdachte zal vrijspreken van het onder parketnummer 05/800369-12 ten laste gelegde feit.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede artikel 166 van het Wetboek van Militair Strafrecht.
8. De beslissing
De militaire kamer, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 05/800369-12 ten laste gelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder parketnummer 05/900929-12, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
het verrichten van een werkstraf gedurende 150 (honderdvijftig) uren.
Bepaalt dat deze werkstraf binnen 1 (één) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.
De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Stelt deze vervangende hechtenis vast op 75 (vijfenzeventig) dagen.
Aldus gewezen door:
mr. J.M.J.M. Doon (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen (rechter) en kapitein ter zee van administratie mr. F.N.J. Jansen (militair lid), in tegenwoordigheid van mr. M.B. Wichman, griffier
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 maart 2013.
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de Koninklijke Marechaussee, district Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 12-037658, gesloten op 18 september 2012, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.