ECLI:NL:RBONE:2013:BZ3290
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor bezit en verspreiding van kinderpornografisch materiaal
Op 5 maart 2013 heeft de Rechtbank Oost-Nederland een 49-jarige man uit Batenburg veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte was beschuldigd van het bezit en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Het onderzoek naar de verdachte begon na een melding van het Child Exploitation and Online Protection Center in Londen, dat informatie had ontvangen over het delen van kinderpornografische afbeeldingen door Nederlandse internetgebruikers. Tijdens een doorzoeking op 11 maart 2011 in de woning van de verdachte werden diverse digitale opslagmedia in beslag genomen, waaronder een externe harde schijf en een USB-stick, waarop meer dan 12.000 afbeeldingen werden aangetroffen die als kinderpornografisch werden gekwalificeerd.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verklaring dat hij niet opzettelijk handelde, welbewust de bestanden had gedeeld via een peer-to-peer netwerk. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte in de periode van 9 april 2010 tot 11 maart 2011 kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit had en deze had verspreid. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de schadelijke gevolgen voor de betrokken kinderen. De verdachte had geen adequate maatregelen genomen om het delen van deze bestanden te voorkomen, wat leidde tot de conclusie dat hij opzettelijk handelde.
De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij een first offender was en dat de berechting lang had geduurd. Desondanks vond de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend, gezien de ernst van de feiten. De rechtbank legde ook voorwaarden op voor de voorwaardelijke straf, waaronder reclasseringstoezicht en een proeftijd van 3 jaren. De beslissing om de in beslag genomen harde schijf onttrokken aan het verkeer te verklaren, werd ook genomen, omdat deze was gebruikt bij het begaan van het strafbare feit.