ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2032
Rechtbank Oost-Nederland
- Wraking
- C. Verdoold
- A. Stoové
- M. Zweers
- J. Lorist
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter mr. C. Verdoold in de Rechtbank Oost-Nederland
In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Nederland, gedateerd 14 februari 2013, wordt een verzoek tot wraking behandeld dat is ingediend door een verzoeker tegen mr. C. Verdoold, rechter in de rechtbank. Het wrakingsverzoek is ingediend op 4 januari 2013, maar de wrakingskamer heeft dit verzoek op 31 januari 2013 afgewezen. De verzoeker heeft vervolgens op 7 februari 2013 een nieuw verzoek ingediend om mr. Verdoold te wraken, omdat hij van mening is dat zij eerder betrokken is geweest bij beslissingen die hem onwelgevallig waren. De verzoeker stelt dat mr. Verdoold zich had moeten verschonen, omdat haar eerdere betrokkenheid bij de zaak een objectieve vrees voor partijdigheid zou rechtvaardigen.
Mr. Verdoold heeft in haar verweer aangegeven dat het wrakingsverzoek te laat is ingediend en dat de aangevoerde gronden geen feiten of omstandigheden bevatten die de vrees voor partijdigheid kunnen rechtvaardigen. De rechtbank heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen.
De rechtbank concludeert dat het wrakingsverzoek te laat is ingediend, aangezien de behandeling van de zaak door mr. Verdoold op 31 januari 2013 is geëindigd. Hierdoor is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek kan achterwege blijven, en de rechtbank heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.