ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2032

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
14 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
135283 KG RK 56-13
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter mr. C. Verdoold in de Rechtbank Oost-Nederland

In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Nederland, gedateerd 14 februari 2013, wordt een verzoek tot wraking behandeld dat is ingediend door een verzoeker tegen mr. C. Verdoold, rechter in de rechtbank. Het wrakingsverzoek is ingediend op 4 januari 2013, maar de wrakingskamer heeft dit verzoek op 31 januari 2013 afgewezen. De verzoeker heeft vervolgens op 7 februari 2013 een nieuw verzoek ingediend om mr. Verdoold te wraken, omdat hij van mening is dat zij eerder betrokken is geweest bij beslissingen die hem onwelgevallig waren. De verzoeker stelt dat mr. Verdoold zich had moeten verschonen, omdat haar eerdere betrokkenheid bij de zaak een objectieve vrees voor partijdigheid zou rechtvaardigen.

Mr. Verdoold heeft in haar verweer aangegeven dat het wrakingsverzoek te laat is ingediend en dat de aangevoerde gronden geen feiten of omstandigheden bevatten die de vrees voor partijdigheid kunnen rechtvaardigen. De rechtbank heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat bepaalt dat een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen.

De rechtbank concludeert dat het wrakingsverzoek te laat is ingediend, aangezien de behandeling van de zaak door mr. Verdoold op 31 januari 2013 is geëindigd. Hierdoor is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek kan achterwege blijven, en de rechtbank heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking.

Uitspraak

beschikking
Rechtbank Oost-Nederland
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rekestnummer: 135283 KG RK / 56-13
Datum beschikking: 14 februari 2013
Beschikking van de wrakingskamer op een verzoek tot wraking als bedoeld in
artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) gedaan door:
[Verzoeker],
wonende te [plaats], [adres],
verzoeker tot wraking,
strekkende tot wraking van
mr. C. Verdoold, rechter in de rechtbank Oost-Nederland, zittingsplaats Almelo, in haar hoedanigheid van lid van de meervoudige kamer voor burgerlijke zaken (hierna: wrakingskamer).
1. Het procesverloop
1.1 Mr. Verdoold heeft ter zitting van 17 januari 2013 deelgenomen aan de behandeling door de wrakingskamer van een door verzoeker op 4 januari 2013, ingediend wrakingsverzoek. De wrakingskamer heeft dat verzoek afgewezen bij beschikking van 31 januari 2013.
1.2 Verzoeker vraagt thans bij schriftelijk verzoek, gedateerd 7 februari 2013 en ingekomen 8 februari 2013, mr. Verdoold in haar hoedanigheid van lid van de wrakingskamer te wraken.
2. Het wrakingsverzoek
2.1 Verzoeker stelt dat mr. Verdoold eerder als rechter betrokken is geweest bij hem onwelgevallige beslissingen van 4 en 10 oktober 2011 op door hem ingediende wrakingsverzoeken. Bij het bestuderen van het betreffende dossier had
mr. Verdoold volgens verzoeker tot de conclusie moeten komen dat zij daarom geen deel kon uitmaken van de wrakingskamer op 17 januari 2013 en had zij zich, naar de rechtbank begrijpt, volgens verzoeker moeten verschonen. Nu zij dit niet heeft gedaan, is er sprake van rechterlijke partijdigheid.
2.2 Mr. Verdoold heeft bij brief van 12 februari 2013 laten weten niet in het wrakingsverzoek te berusten en heeft aangevoerd dat het wrakingsverzoek te laat is en dat de aangevoerde wrakingsgronden geen feiten of omstandigheden bevatten die de objectieve vrees voor partijdigheid kunnen rechtvaardigen.
3. De ontvankelijkheid van het verzoek
3.1 Artikel 36 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Het middel is toegekend aan een gedingvoerende partij die wenst te voorkomen dat uitspraak wordt gedaan door de rechter die de zaak behandelt.
3.2 Hieruit volgt dat het verzoek tot wraking gedaan dient te worden voordat de behandeling van de zaak is geëindigd door het doen van een einduitspraak. De wrakingskamer, waarvan mr. Verdoold op 17 januari 2013 deel uitmaakte, heeft op 31 januari 2013 uitspraak gedaan. Met deze uitspraak is de behandeling van de zaak door mr. Verdoold geëindigd.
3.3 Het wrakingsverzoek is dus te laat ingediend en voldoet niet aan de wet. Herstel van de gebreken is niet mogelijk. Verzoeker is kennelijk niet-ontvankelijk. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek kan daarom achterwege blijven.
4. De beslissing
De rechtbank
4.1. verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. Stoové, voorzitter, mrs. Zweers en Lorist, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. Krooshof en is in het openbaar uitgesproken op
14 februari 2013.