ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2016

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
22 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
05/702189-11 05/700277-12
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor gewelddadige verkrachting met bijzondere voorwaarden

Op 22 februari 2013 heeft de Rechtbank Oost-Nederland een 34-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden. De man werd veroordeeld voor de gewelddadige verkrachting van een vrouw in haar eigen woning in de nacht van 15 op 16 december 2011. De rechtbank oordeelde dat de man het slachtoffer meerdere keren vaginaal heeft verkracht door middel van geweld en bedreiging. Het slachtoffer heeft ernstige verwondingen opgelopen door de brute behandeling van de man, die haar onder andere heeft geslagen, getrapt en haar hoofd tegen een tafel heeft geslagen. De man bekende seks met het slachtoffer te hebben gehad, maar ontkende dat hij haar had gedwongen door geweld. De rechtbank hield rekening met het feit dat de man verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het delict, zoals vastgesteld door het Pieter Baan Centrum. Dit leidde tot een hogere voorwaardelijke straf dan geëist door de officier van justitie. De rechtbank sprak de man vrij van een tweede tenlastelegging, omdat het bewijs daarvoor niet wettig en overtuigend was. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer, en legde bijzondere voorwaarden op, waaronder behandeling bij een GGZ-instelling.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Promis II
Parketnummers : 05/702189-11 en 05/700277-12
Data zittingen : 23 maart 2012, 15 juni 2012, 3 september 2012, 5 september 2012, 12 oktober 2012, 30 november 2012, 25 januari 2013 en 8 februari 2013
Datum uitspraak : 22 februari 2013
TEGENSPRAAK
Vonnis van de meervoudige kamer in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats],
thans gedetineerd in Vught PPC.
Raadsman : mr. J.A.A. Vos, advocaat te 's-Hertogenbosch.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Onder parketnummer 05/702189-11:
hij in of omstreeks de nacht van 15 op 16 december 2011 te Zaltbommel,
door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten, dat verdachte, - zakelijk weergegeven -:
- (meermalen) met zijn, verdachtes, vinger(s) is binnengedrongen in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes, vinger(s) in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] krabbende en/of trekkende bewegingen heeft gemaakt en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes, penis is binnengedrongen in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes, penis is binnengedrongen in de anus van voornoemde [slachtoffer 1], althans dat hij, verdachte, heeft getracht met zijn penis de anus van voornoemde [slachtoffer 1] te penetreren en/of
- (meermalen) met zijn, verdachtes, hand(en) in de borst(en) van voornoemde [slachtoffer 1] heeft geknepen,
welk geweld en/of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk - zakelijk weergegeven -:
- voornoemde [slachtoffer 1] een of meermalen heeft geslagen en/of gestompt en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] een of meermalen heeft getrapt en/of geschopt en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] een of meermalen aan de haren heeft getrokken en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] een of meermalen heeft geduwd en/of
- met zijn, verdachtes, knie op de arm van voornoemde [slachtoffer 1] is gaan zitten en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] zout en/of peper en/of kruiden in de ogen heeft gestrooid/gegooid en/of
- bij voornoemde [slachtoffer 1] zijn, verdachtes, vinger(s) in het/de o(o)g(en) heeft geduwd en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] een of meermalen tegen de muur heeft geduwd en/of
- de arm van voornoemde [slachtoffer 1] heeft omgedraaid en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] een of meermalen met een fles op het hoofd heeft geslagen en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] een of meermalen bij de haren heeft vastgepakt en/of vervolgens met het hoofd tegen de tafel heeft geslagen en/of
- voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga jou vermoorden als je naar de politie gaat" en/of "Niet schreeuwen anders krijg je klappen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- voorbij is gegaan aan de (verbale en/of non-verbale) tekenen van verzet van die [slachtoffer 1];
Onder parketnummer 05/700277-12:
hij op of omstreeks 03 juni 2011 te 's-Hertogenbosch, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] (geboren [geboortedatum]) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen, bestaande
uit het opzettelijk ontuchtig betasten van en/of vastpakken van en/of wrijven over de bil(len) en/of het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2], en welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid bestond uit het opzettelijk gewelddadig en/of dreigend - zakelijk weergegeven -:
- achterna lopen van voornoemde [slachtoffer 2] en/of (vervolgens)
- overhoeds betasten en/of vastpakken van de bil(len) van voornoemde [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) wrijven over de bil(len) van voornoemde [slachtoffer 2] en/of (vervolgens) met zijn hand over het lichaam van voornoemde [slachtoffer 2] gaan nadat zij, te weten voornoemde [slachtoffer 2], tegen hem, verdachte, had gezegd: 'niet doen, hou op', althans woorden van gelijke aard en/of strekking.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 8 februari 2013 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.A.A. Vos, advocaat te 's-Hertogenbosch.
De officier van justitie, mr. P.A. de Boer, heeft ter terechtzitting d.d. 15 juni 2012 gerekwireerd.
De vorige raadsman van verdachte, mr. J. Velthoven, advocaat te Tiel, heeft samen met verdachte ter terechtzitting d.d. 15 juni 2012 het woord ter verdediging gevoerd. Ter terechtzitting d.d. 8 februari 2013 heeft de huidige raadsman van verdachte, mr. J.A.A. Vos, samen met verdachte, het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs1
Vrijspraak ten aanzien van het tenlastegelegde onder parketnummer 05/700277-12:
Aan verdachte is ten laste gelegd, verkort weergegeven, dat hij op 3 juni 2011 in 's-Hertogenbosch [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen. De officier van justitie heeft aangevoerd dat het ten laste legde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen. Daartoe heeft hij verwezen naar de aangifte van [slachtoffer 2] en de getuigenverklaringen van [getuige 1] en [getuige 2]. De verdediging heeft bepleit verdachte vrij te spreken nu het wettig bewijs ontbreekt.
De rechtbank overweegt als volgt. Het dossier bevat een aangifte van [slachtoffer 2] en verschillende getuigenverklaringen. De getuigen hebben echter allen enkel verklaard over hetgeen zij van aangeefster [slachtoffer 2] hebben gehoord. De verklaringen zijn aldus te herleiden tot één en dezelfde bron, zijnde aangeefster. De rechtbank is daarom van oordeel dat het tenlastegelegde niet wettig kan worden bewezen en zal verdachte hiervan dan ook vrijspreken.
Ten aanzien van het tenlastegelegde onder parketnummer 05/702189-11:
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
In de nacht van 15 op 16 december 2011 te Zaltbommel hebben verdachte en [slachtoffer 1] seksuele gemeenschap gehad. Tevens heeft verdachte [slachtoffer 1] die nacht geslagen, aan haar haren getrokken en geduwd.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde verkrachting. De verklaring van aangeefster acht de officier van justitie geloofwaardig en betrouwbaar. Aangeefster heeft - alsdus de officier van justitie -, ondanks haar verstandelijke beperking, consistent verklaard. De eerste verklaring van aangeefster, vastgelegd in het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek, is in grote lijnen bevestigd door aangeefster tijdens het studioverhoor dat op 22 december 2011 heeft plaatsgevonden onder deskundige begeleiding. Voorts heeft de officier van justitie verwezen naar de overige bewijsmiddelen die de verklaring van aangeefster ondersteunen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft gepleit verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat het duwen, slaan en aan de haren trekken (de geweldshandelingen die zijn cliënt heeft bekend) hebben plaatsgevonden voorafgaand aan of tijdens de seks. De seks zou met wederzijdse instemming hebben plaatsgevonden. Voorts heeft de verdediging betoogd dat de verklaring van aangeefster niet geloofwaardig is nu niet uit te sluiten is dat zij haar verhaal heeft verzonnen en hierop consistent bij haar verzonnen verhaal blijft.
De beoordeling door de rechtbank
Uit de vaststaande feiten volgt dat verdachte en aangeefster [slachtoffer 1] seks hebben gehad en verdachte geweld heeft gebruikt. Volgens verdachte heeft de seks met wederzijdse instemming plaatsgevonden. Verdachte wordt echter verweten dat hij aangeefster [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de seksuele handelingen en daartoe geweld heeft gebruikt. De vraag die de rechtbank in deze dus moet beantwoorden is of verdachte aangeefster door gebruikmaking van geweld heeft gedwongen tot seksuele handelingen.
Essentieel voor de beantwoording van deze vraag is of de rechtbank de verklaring van aangeefster geloofwaardig acht.
Aangeefster heeft een IQ van 46 en functioneert op een niveau dat onder het gemiddelde ligt.3 Op 16 december 2011 is aangeefster door een begeleidster aangetroffen in haar woning. De woning was chaotisch en er werden verschillende spullen op de grond aangetroffen. De verbalisant die ter plaatse kwam hoorde haar zeggen dat hij haar verkracht had, zij van hem moest drinken en hij haar heeft geslagen met een fles op haar hoofd en met haar hoofd tegen de muur. De verbalisant zag dat haar hoofd opgezwollen was, haar ogen dik en dicht waren en haar lip dik was.4 Diezelfde dag heeft een informatief gesprek plaatsgevonden tussen aangeefster en een gecertificeerd studioverhoorder. Tijdens dit gesprek heeft aangeefster verklaard dat hij haar drie keer zowel van achteren als van voren heeft verkracht.5 Op de vraag hoe hij haar heeft verkracht, heeft aangeefster geantwoord dat hij drie vingers in haar lichaam, haar vagina, heeft gebracht en heeft gekrabd en getrokken. Van achteren alleen met de penis en van voren met zijn penis en de vingers. Tijdens dit antwoord wees aangeefster naar haar vagina.6 Voorts heeft zij verklaard dat hij haar heeft getrapt7, zijn vinger in haar oog heeft geduwd8, met zijn knie op haar armen is gaan zitten9, haar arm heeft omgedraaid10, haar hersens tien keer tegen de muur heeft geslagen11, alles kapot heeft gescheurd en haar in haar borsten heeft geknepen.12 Tevens heeft zij verklaard dat hij gezegd heeft hij haar zou vermoorden als ze naar de politie zou gaan. Ze mocht niet schreeuwen, want anders zou zij klappen krijgen.13
Deze verklaring wordt door haar bevestigd tijdens het studioverhoor op 22 december 2011. Voorts heeft ze verduidelijkt dat hij zout en kruiden in haar ogen gestrooid14, hij met zijn penis in haar lichaam, haar vagina, is gegaan15 en dat hij heeft geprobeerd met zijn penis van achteren seks met haar te hebben, daar waar zij aambeien had16.
De gecertificeerde verhoorder, [naam 1], heeft het studioverhoor op 22 december 2011 gecoacht en ondersteund. [naam 1] heeft geconcludeerd dat aangeefster consistent en consequent verklaarde. Tijdens het verhoor was geen sprake van beïnvloeding of sturing.17
Gelet op deze vaststelling en het feit dat aangeefster onder professionele begeleiding is verhoord door een daartoe opgeleide verhoorder en onder professionele begeleiding acht de rechtbank het niet aannemelijk dat tijdens de verhoren sprake is geweest van misverstanden in de communicatie of enige beïnvloeding van aangeefster.
Voorts worden de verklaringen van aangeefster door de overige bewijsmiddelen in het dossier ondersteund. Zo volgt uit de medische verklaring dat aangeefster onder andere verkleuringen had boven haar beide borsten, op haar boven- en onderrug en aan de binnenzijde van haar dijen. Tevens waren haar boven- en onderlippen gezwollen.18 De kleding van aangeefster, een rood gestreepte jurk en een grijskleurige bustehouder waren kapot en vermoedelijk met kracht opengescheurd.19 Bij het zedenonderzoek is sperma aangetroffen. Het DNA-profiel van verdachte is vergeleken met het DNA in de aangetroffen sporen bij aangeefster. Hieruit volgt dat het de kans kleiner dan één op de één miljard is dat het DNA aangetroffen in de spermacellen om en in de anus en rond de buitenste en binnenste schaamlippen van aangeefster, van een ander dan van verdachte is.20
Tot slot is getuige [getuige 3], ambulant begeleider van aangeefster, gehoord. Zij is de eerste persoon waarmee aangeefster heeft gesproken. Getuige heeft verklaard dat aangeefster haar huilend vertelde dat een man haar had geschopt in haar buik en tegen haar rug, haar hoofd ergens tegen aan had geslagen of geduwd en haar had verkracht. Met verkracht bedoelde aangeefster - aldus getuige [getuige 3] - dat hij bij haar naar binnen was geweest aan de voorkant en ook aan de achterkant, maar dat dat laatste niet was gelukt. [getuige 3] zag dat haar ogen dik waren en zij een wond bij haar mond en linker wenkbrauw had.21 Tevens kwam aangeefster angstig op [getuige 3] over en was de bende in haar woning nog erger dan normaal gesproken.22
Op basis van de medische gegevens, het proces-verbaal van Sporenonderzoek, de rapportage van het Nederlands Forensische Instituut en de verklaring van getuige [getuige 3] acht de rechtbank de verklaringen van aangeefster [slachtoffer 1] consistent en consequent en daarom geloofwaardig. De rechtbank komt op grond van deze bewijsmiddelen tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte aangeefster door (bedreiging met) geweld heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. Aldus heeft verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting van aangeefster.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder parketnummer 05/702189-11 heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
hij in de nacht van 15 op 16 december 2011 te Zaltbommel,
door geweld en bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], te weten, dat verdachte, - zakelijk weergegeven -:
- meermalen met zijn, verdachtes, vingers is binnengedrongen in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] en
- meermalen met zijn, verdachtes, vingers in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] krabbende en trekkende bewegingen heeft gemaakt en
- meermalen met zijn, verdachtes, penis is binnengedrongen in de vagina van voornoemde [slachtoffer 1] en
- dat hij, verdachte, heeft getracht met zijn penis de anus van voornoemde [slachtoffer 1] te penetreren en
- meermalen met zijn, verdachtes, handen in de borsten van voornoemde [slachtoffer 1] heeft geknepen,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk - zakelijk weergegeven -:
- voornoemde [slachtoffer 1] meermalen heeft geslagen en
- voornoemde [slachtoffer 1] meermalen heeft getrapt en
- voornoemde [slachtoffer 1] meermalen aan de haren heeft getrokken en
- voornoemde [slachtoffer 1] meermalen heeft geduwd en
- met zijn, verdachtes, knie op de arm van voornoemde [slachtoffer 1] is gaan zitten en
- bij voornoemde [slachtoffer 1] zout en/of kruiden in de ogen heeft gegooid en
- bij voornoemde [slachtoffer 1] zijn, verdachtes, vinger in het oog heeft geduwd en
- voornoemde [slachtoffer 1] meermalen tegen de muur heeft geduwd en
- de arm van voornoemde [slachtoffer 1] heeft omgedraaid en
- voornoemde [slachtoffer 1] met een fles op het hoofd heeft geslagen en
- voornoemde [slachtoffer 1] meermalen bij de haren heeft vastgepakt en met het hoofd tegen de tafel heeft geslagen en
- voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Ik ga jou vermoorden als je naar de politie gaat" en "Niet schreeuwen anders krijg je klappen", en
- voorbij is gegaan aan de (verbale en/of non-verbale) tekenen van verzet van die [slachtoffer 1].
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
4. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het feit onder parketnummer 05/702189-11:
Verkrachting, meermalen gepleegd
Het feit is strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van de feiten onder parketnummer 05/702189-11 en parketnummer 05/700277-12 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 (achtenveertig) maanden waarvan 12 (twaalf) maanden voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasseringstoezicht, ook als dit inhoudt behandeling bij de GGZ-instelling Reinier van Arkel of een soortgelijke instelling, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. De officier van justitie heeft bij de bepaling van zijn eis rekening gehouden met de ernst van het feit, de justitiële documentatie van verdachte, de verschillende rapportages die over de persoon van verdachte zijn opgemaakt en de conclusie van het Pieter Baan Centrum dat verdachte ten tijde van het tenlastegelegde verminderd toerekeningsvatbaar was.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit een groter deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Voor zijn cliënt is het van groot belang dat hij zo spoedig mogelijk naar de GGZ-instelling Reinier van Arkel gaat. Voorts heeft de raadsman aangevoerd dat de rapportage van het PBC niet eenduidig is. De conclusie dat zijn cliënt verminderd ontoerekeningsvatbaar zou zijn, is - aldus de raadsman - onvoldoende onderbouwd.
De beoordeling door de rechtbank
Bij de beslissing over de straf heeft de meervoudige kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
* het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 5 januari 2013; en
* een voorlichtingsrapportage van GGZ Iriszorg unit Nijmegen, d.d. 21 september 2011, betreffende verdachte;
* een rapportage Psychologisch onderzoek Pro Justitia van drs. F. van Nunen, klinisch psycholoog, gedateerd 19 november 2011.
* een multidisciplinair rapport van drs. J.P.M. van der Leeuw, klinisch psycholoog en psychotherapeut, gedateerd 16 april 2012, en van dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater, gedateerd 7 mei 2012;
* een aanvullend rapportage Pro Justitia van dr. L.H.W.M. Kaiser, psychiater, gedateerd 8 augustus 2012;
* een rapportage Pro Justitia door Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, locatie Pieter Baan Centrum, gedateerd 5 februari 2013.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft in de nacht van 15 op 16 december 2011 [slachtoffer 1] in haar eigen woning onder geweld en bedreiging met geweld meerdere keren vaginaal verkracht. Hij heeft haar op brute wijze behandeld door haar te slaan, te trappen, te duwen (onder andere tegen de muur), haar bij haar haren te trekken, zijn handen in haar ogen te duwen, haar hoofd tegen een tafel te slaan en zout en kruiden in haar ogen te strooien. Het slachtoffer heeft hierdoor meerdere verwondingen opgelopen.
Door zijn handelen heeft verdachte een grove inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van slachtoffer. De rechtbank rekent het de verdachte zeer aan dat hij hiertoe in over gegaan in het eigen huis van [slachtoffer 1], een plek waar zij zich veilig en beschermd moet voelen. Voorts rekent de rechtbank het verdachte ook zeer aan dat hij uitsluitend rekening heeft gehouden met de bevrediging van zijn eigen verlangens en zich op geen enkele wijze rekenschap heeft gegeven van de gevolgen van zijn handelen voor het slachtoffer. Tenslotte houdt de rechtbank ten nadele van verdachte rekening met het feit dat aangeefster een IQ van 46 heeft en functioneert op een zwakbegaafd niveau waardoor zij extra kwetsbaar is.
Een ernstig feit als het onderhavige dient krachtig te worden bestreden, nu zij in het algemeen langdurige en ernstige gevolgen heeft voor de bij het feit betrokken slachtoffer en bijdraagt aan gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf is dan ook passend en geboden.
Blijkens een Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte is hij eerder ter zake van onder meer ontucht en geweldsmisdrijven veroordeeld.
Thans zijn er verschillende rapportages over de persoon van verdachte opgemaakt. Aangezien verdachte slechts ten dele heeft meegewerkt aan deze onderzoeken is hij door het Pieter Baan Centrum geobserveerd en daar kwam onder andere naar voren dat verdachte een chronisch psychiatrische stoornis heeft in de vorm van gedesorganiseerde schizofrenie. Tevens is er sprake van een zwakbegaafd niveau van functioneren. Deze stoornissen leiden - aldus het Pieter Baan Centrum - niet rechtstreek tot gewelddadig gedrag, maar wel tot een aanmerkelijk verminderd vermogen zich te hernemen en tot constructief en minder grensoverschrijdend gedrag over te gaan. Alcohol kan daarbij drempelverlagend werken. De beperkingen door de desorganisatie van het denken van verdachte zijn zodanig dat de rapporteurs van het Pieter Baan Centrum van mening zijn dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde feit verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht. Om de recidivekans te verminderen dient verdachte bij voorkeur behandeld te worden in een GGZ-omgeving. Steunende en structurerende zorg in combinatie met medicatie en aandacht voor het incidentele alcoholgebruik, kunnen leiden tot een meer stabiel functioneren van verdachte. Het Pieter Baan Centrum adviseert daarom om verdachte in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel in behandeling te laten gaan bij de Reinier van Arkelgroep in Den Bosch.
De rechtbank neemt deze conclusie over en stelt op grond van het bovenstaande vast dat bij verdachte tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond en dat het tenlastegelegde verminderd aan verdachte kan worden toegerekend. Gegeven het feit dat de rechtbank verdachte zal vrijspreken van het onder parketnummer 05/700277-12 tenlastegelegde en verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het bewezenverklaarde feit zal de rechtbank een groter deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen. Voorts zal de rechtbank, conform het advies van het Pieter Baan Centrum als bijzondere voorwaarde opleggen dat verdachte behandeld dient te worden door de GGZ-instelling Reinier van Arkel.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde onder parketnummer 05/700277-12 heeft begaan.
Spreekt verdachte vrij van het onder parketnummer 05/700277-12 tenlastegelegde.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 48 (achtenveertig) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 18 (achttien) maanden niet ten uitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
Algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
4. dat veroordeelde zich op het moment dat hij vrij komt, zal melden bij zijn toezichthouder en zich zal houden aan de afspraken die gemaakt worden met zijn toezichthouder. Veroordeelde moet zich melden bij Reclassering IrisZorg Nijmegen op het adres Tarweweg 20 (telefoonnummers [nummer 1] en/of [nummer 2]);
5. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd onder behandeling zal stellen van GGZ-instelling Reinier van Arkel danwel een vergelijkbare instelling op de tijden en plaatsen als door of namens GGZ-instelling Reinier van Arkel, danwel die vergelijkbare instelling, aan te geven, ook als dit inhoudt een behandeling bij de polikliniek van Iriszorg, teneinde zich te laten behandelen voor gedesorganiseerde schizofrenie alsmede het innemen van zijn medicatie in het kader van zijn behandeling;
6. dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd zal onthouden van het gebruik van alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan bloedonderzoek of urineonderzoek;
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. R.M. Maanicus (voorzitter), mr. D.R. Sonneveldt en mr. W.L.J.M. Duijst, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Ruessink, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 februari 2013.
1 Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Zuid, divisie COZ, Zedenzaken, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL08DDA 2011127622, gesloten op 23 januari 2012 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina's van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2 De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 15 juni 2012 en het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 16 december 2011, pagina 57, laatste alinea.
3 Het schriftelijke bescheid zijnde het begeleidingsplan van [slachtoffer 1], d.d. pagina 95, derde alinea.
4 Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 18 december 2011, pagina 38.
5 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 83, negende alinea.
6 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 84, zesde en zevende alinea.
7 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 83, negende alinea.
8 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 83, negende alinea.
9 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 84, eerste alinea.
10 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 84, derde alinea.
11 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 84, zevende alinea.
12 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 85, zevende alinea.
13 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 84, 11e alinea.
14 Het proces-verbaal verslag verbatim studioverhoor met getuige [slachtoffer 1], d.d. 22 december 2011, pagina 112, twaalfde alinea en pagina 116, 21ste alinea.
15 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 121, 10e en 22ste alinea.
16 Het proces-verbaal van bevindingen, zijnde het informatieve gesprek met slachtoffer [slachtoffer 1], d.d. 16 december 2011, pagina 124, eerste alinea en 23ste alinea.
17 Het schriftelijke bescheid zijnde het verslag verhoor [slachtoffer 1], d.d. 24 december 2011, pagina 107, 15e en 16e alinea's.
18 Het proces-verbaal van bevindingen, d.d. 16 december 2011, pagina 69.
19 Het proces-verbaal van Sporenonderzoek, d.d. 13 januari 2012, pagina's 202, 205 en 207.
20 Het schriftelijke bescheid zijnde Onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van een aangifte van een zedenmisdrijf gepleegd in Zaltbommel op 16 december 2011 opgemaakt door het Nederlands Forensische Instituut, d.d. 13 februari 2012, pagina 7 van 9.
21 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3], d.d. 10 januari 2012, pagina 154.
22 Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3], d.d. 10 januari 2012, pagina 153.