ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1984
Rechtbank Oost-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- P.A. Huidekoper
- Rechtspraak.nl
Beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap door een minderjarige
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Nederland op 12 februari 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap door de wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige. Het verzoek werd ingediend door [verzoeker], die als gemachtigde mr. G.A. van den Bos (notaris) had. De zaak betreft de nalatenschap van mevrouw [erflaatster], die op [dag en maand] 2012 te Zeist is overleden. Volgens het testament van erflaatster is er een testamentair bewind ingesteld over het erfdeel van haar dochter, geboren op [dag en maand] 1997.
De kantonrechter oordeelde dat de beneficiaire aanvaarding op grond van artikel 1:345 lid 1 sub c van het Burgerlijk Wetboek in strijd is met het wettelijk systeem van het erfrecht. Dit systeem is ontworpen om de belangen van minderjarigen te beschermen en kan niet worden genegeerd door het toewijzen van een verzoek als dit. De kantonrechter benadrukte dat het erfrecht een zelfstandige bepaling heeft voor de beneficiaire aanvaarding door een wettelijke vertegenwoordiger, namelijk artikel 4:193 BW, waardoor geen machtiging van de kantonrechter nodig is in deze situatie.
Daarnaast stelde de kantonrechter dat machtigingsverzoeken op grond van artikel 1:345 BW voldoende bepaalbaar en concreet moeten zijn, zodat er geen twijfel bestaat over de rechtsgevolgen van de verleende machtiging. De kantonrechter besloot het verzoek af te wijzen, wat betekent dat de verzochte machtiging niet werd verleend. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 12 februari 2013, en tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Arnhem, met inachtneming van de gestelde termijnen.