ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1925

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
13 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
177462
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake jaarrekeningen en betaling tussen vennootschap onder firma HT Suspension Systems

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Oost-Nederland op 13 februari 2013, hebben partijen overeenstemming bereikt over hun eisen tijdens een comparitie. De eiser, vertegenwoordigd door mr. F.W. van Dijk, en de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. A.J.T.J. Meuwissen, hebben hun eisen gewijzigd en verzocht om een vonnis dienovereenkomstig te wijzen. De rechtbank heeft in haar vonnis de jaarrekeningen van de vennootschap onder firma HT Suspension Systems over de jaren 2005, 2006 en 2007 vastgesteld, zoals aanbevolen door de benoemde deskundige R. van Lubek AA. De gecorrigeerde kapitalen per 31 december 2007 zijn vastgesteld op € 66.515,00 voor de gedaagde en -€ 33.589,00 voor de eiser, na toepassing van de verdeling en toedeling. Tevens is bepaald dat de eiser een bedrag van € 50.000,00 aan de gedaagde moet betalen, waarvoor de bankgarantie kan worden ingeroepen. De rechtbank heeft ook de beslagen op de levensverzekering en het bankrekeningnummer van de gedaagde opgeheven en bepaald dat partijen ieder hun eigen kosten van de procedure dragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk uitgevoerd kunnen worden, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechtbank en is een belangrijke uitspraak in het civiele recht.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/177462 / HA ZA 08-1946
Vonnis van 13 februari 2013
in de zaak van
[eiser]
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. F.W. van Dijk te Wageningen,
tegen
[gedaagde]
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. A.J.T.J. Meuwissen te Maasbracht.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 november 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 30 januari 2013 en de ter gelegenheid daarvan door [eiser] genomen akte en door [gedaagde] toegezonden en overgelegde aktes van [eiser] en brief van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
2.1. Partijen hebben ter comparitie in die zin overeenstemming bereikt dat zij hun eisen in gelijkluidende zin gewijzigd hebben met het verzoek dienovereenkomstig vonnis te wijzen.
2.2. De eiswijzigingen zijn gericht op een vonnis dat de volgende inhoud heeft.
- Partij [eiser] betaalt aan Partij [gedaagde] € 50.000,00; hiertoe kan de bankgarantie worden ingewonnen.
- De jaarrekeningen van de vennootschap onder firma over de jaren 2005, 2006 en 2007 worden vastgesteld overeenkomstig het rapport van de door de rechtbank benoemde deskundige van 24 september 2012. Dit houdt in dat de gecorrigeerde kapitalen per 31 december 2007 (pagina 17 van het rapport) voor [gedaagde] en [eiser] respectievelijk € 66.515,00 en - € 33.589,00 zijn, na toepassing van de verdeling en toedeling respectievelijk € 140.365,00 en € 40.261,00.
- Partijen verplichten zich over en weer om dienovereenkomstig opgestelde jaarstukken te ondertekenen.
- De beslagen op de levensverzekering met polisnummer [000000] bij Nationale Nederlanden en op het bankrekeningnummer bij ABN AMRO Bank van [gedaagde] worden opgeheven.
- Partijen dragen ieder de eigen kosten van de procedure.
2.3. Nu partijen het eens zijn over het voorgaande en bovendien zijn overeengekomen elkaar als dit vonnis is gewezen en er volledig uitvoering aan is gegeven, over en weer finale kwijting verlenen van alles wat zij van elkaar in het kader van deze procedure hebben gevorderd en te vorderen hebben, zal de rechtbank overeenkomstig het voorgaande vonnis wijzen.
3. De beslissing
De rechtbank
in conventie en in reconventie
3.1. verklaart voor recht dat de jaarrekeningen van de vennootschap onder firma HT Suspension Systems over de jaren 2005, 2006 en 2007 dienen te worden vastgesteld overeenkomstig het rapport van de door de rechtbank benoemde deskundige R. van Lubek AA van 24 september 2012,
3.2. verklaart voor recht dat ingevolge voornoemde jaarrekeningen de gecorrigeerde kapitalen per 31 december 2007 voor [gedaagde] en [eiser] respectievelijk € 66.515,00 en -/- € 33.589,00 zijn, na toepassing van de verdeling en toedeling zoals bedoeld op pagina 17 van het rapport van R. van Lubek, respectievelijk € 140.365,00 en € 40.261,00,
in conventie
3.3. gebiedt [gedaagde] om overeenkomstig de onder 3.1 en 3.2 gegeven verklaringen voor recht opgestelde jaarstukken van de vennootschap onder firma HT Suspension Systems over de jaren 2005, 2006 en 2007 te ondertekenen als die hem voorgelegd worden,
3.4. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de onder 3.3 genoemde beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
3.5. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.6. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
3.7. veroordeelt [eiser] om aan [gedaagde] te betalen een bedrag van € 50.000,00 (vijftig duizend euro) en verstaat dat hiertoe de gestelde bankgarantie kan worden ingewonnen,
3.8. gebiedt [eiser] om overeenkomstig de onder 3.1 en 3.2 gegeven verklaringen voor recht opgestelde jaarstukken van de vennootschap onder firma HT Suspension Systems over de jaren 2005, 2006 en 2007 te ondertekenen als die hem voorgelegd worden,
3.9. heft op de beslagen op de levensverzekering van [gedaagde] met polisnummer [000000] bij Nationale Nederlanden en op het bankrekeningnummer bij ABN AMRO Bank van [gedaagde],
3.10. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de onder 3.7, 3.8 en 3.9 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
3.11. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.12. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2013.