ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1862

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
19 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
08/710525-11, 08/710895-10, 08/720892-11 en 08/710885-09 (Vord.tul.)
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bedreiging, diefstal, oplichting en overtreding van de Wet wapens en munitie

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Nederland op 19 februari 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder bedreiging met zware mishandeling, diefstal, oplichting, verduistering en overtreding van de Wet wapens en munitie. De verdachte heeft op 14 juli 2011 met zijn auto ingereden op een politieauto, waarbij hij twee politieambtenaren bedreigde. Daarnaast heeft hij in de periode van 1 september 2009 tot en met 30 oktober 2010 verschillende personen opgelicht en zich schuldig gemaakt aan flessentrekkerij en verduistering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, wat invloed heeft gehad op de strafmaat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaren en 301 dagen, waarvan twee jaren voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Tevens zijn er bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en een klinische behandeling. De rechtbank heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan verschillende benadeelde partijen, waaronder politieambtenaren en slachtoffers van oplichting. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, vooral gezien het gevaarlijke rijgedrag van de verdachte en de impact van zijn daden op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank Oost-Nederland
Team strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/710525-11, 08/710895-10, 08/720892-11 en 08/710885-09 (Vord.tul.)
Datum vonnis: 19 februari 2013
Vonnis op tegenspraak van de rechtbank 0ost-Nederland, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland tegen:
[verdachte],
geboren op [datum] in [plaats],
wonende in [woonplaats], [adres].
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 oktober 2011, 23 december 2011, 7 februari 2012, 27 april 2012, 17 juli 2012, 28 september 2012, 14 december 2012 en 5 februari 2013. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. Y. Oosterhof en van hetgeen door de verdachte en diens raadslieden mr. R.F. Speijdel en mr. L.J. Speijdel, beiden advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08/710525-11:
Feit 1: Op 14 juli 2011 heeft geprobeerd twee politieambtenaren zwaar te mishandelen (primair), dan wel die politieambtenaren heeft bedreigd (subsidiair);
Feit 2: Op 15 juni 2011 [slachtoffer 1] heeft bedreigd;
Feit 3: In de nacht van 10 juli 2011 op 11 juli 2011 gereedschap heeft gestolen uit een bedrijfsbus (primair), dan wel dat gestolen gereedschap heeft geheeld (subsidiair).
Parketnummer 08/710895-10:
Feit 1: In de periode van 1 september 2009 tot en met 30 oktober 2010 personen heeft opgelicht;
Feit 2: Zich in de periode van 1 november 2008 tot en met 30 juni 2010 heeft schuldig gemaakt aan flessentrekkerij;
Feit 3: In de periode van 1 april 2010 tot en met 11 mei 2010 een geldbedrag heeft verduisterd;
Feit 4: In de periode van 1 april 2010 tot en met 21 mei 2010 een persoon heeft opgelicht (primair), dan wel zich in die periode jegens die persoon heeft schuldig gemaakt aan flessentrekkerij.
Parketnummer08/720892-11
Feit 1: Op 5 juni 2011 een gaspistool voorhanden heeft gehad;
Feit 2: Op 5 juni 2011 een spuitbusje pepperspray voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
Parketnummer 08/710525-11
1.
hij op of omstreeks 14 juli 2011, in de gemeente Losser,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon
genaamd [slachtoffer 2] en/of aan een persoon genaamd [slachtoffer 3], (beide)
politieambtena(a)r(en) van de Regiopolitie Twente, opzettelijk zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen, opzettelijk (terwijl die [slachtoffer 2] en/of die
[slachtoffer 3] zich bevonden in hun dienstvoertuig en/of zich bezighielden
met de aanhouding en/of staande houding van verdachte) rijdende in een
personenauto (grijze Mercedes en/of Daimler Chrysler), in elk geval in een
door hem, verdachte, bestuurde auto met hoge snelheid en/of met verhoogde
snelheid, in elk geval accelererend op die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3]
is ingereden en/of is toegereden en/of (vervolgens) met deze door hem,
verdachte, bestuurde auto tegen (de achterkant van) het (dienst)voertuig (van
die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], althans de regiopolitie Twente) isgereden en/of gebotst en/of geramd;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 14 juli 2011, in de gemeente Enschede
een persoon genaamd [slachtoffer 2] en/of een persoon genaamd [slachtoffer 3],
(beide) politieambtena(a)r(en) van de Regiopolitie Twente,
heeft/hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht althans met
zware mishandeling,
immers heeft verdachte opzettelijk (dreigend) (terwijl die [slachtoffer 2] en/of die
[slachtoffer 3] zich bevonden in hun dienstvoertuig en/of zich bezighielden
met de aanhouding en/of staande houding van verdachte) (al) rijdende in een
personenauto (grijze Mercedes en/of Daimler Chrysler), in elk geval in een
door hem, verdachte, bestuurde auto met hoge snelheid en/of met verhoogde
snelheid, in elk geval accelererend op die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3]
ingereden en/of toegereden en/of (vervolgens) met deze door hem, verdachte,
bestuurde auto tegen (de achterkant van) het (dienst)voertuig (van die [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 3], althans de regiopolitie Twente) gereden en/of
gebotst en/of geramd;
2.
hij op of omstreeks 15 juni 2011 te Haaksbergen [slachtoffer 1] heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/althans met zware
mishandeling,
immers is verdachte opzettelijk dreigend met de door hem verdachte bestuurde
auto met verhoogde snelheid op die [slachtoffer 1] ingereden/toegereden, terwijl die
[slachtoffer 1] zich voor die auto liep, althans zich voor die auto bevond;
3.
hij in de nacht van 10 juli 2011 op 11 juli 2011, te Eibergen, gemeente Berkelland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
bedrijfsbus/bestelauto en/of/althans vanaf een bedrijf(s)terrein heeft
weggenomen een accuboormachine (Makita) en/of een gereedschapskist met inhoud
(merk Gedore) en/of een koffer met gatzagen en/of een (Metabo) boormachine
en/of een doosje met boren (merk Heller) en/of een koker met kit, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Wolterink Eibergen BV, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de
toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 10 juli 2011 tot en met 14 juli 2011,
te Eibergen, gemeente Berkelland en/of in de gemeente Losser, in elk geval in
het arrondissement Almelo,
een accuboormachine (merk Makita) en/of een gereedschapskist met inhoud (merk
Gedore) en/althans divers gereedschap heeft verworven, voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van dit gereedschap en/of die accuboormachine wist dat het
(een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
Parketnummer 08/710895-10
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2009 tot en met 30 oktober 2010,
te Enschede en/of Hilversum en/of te Hellevoetsluis en/of te Amersfoort en/of
te Leusden en/althans (elders) in Nederland,
meerdere malen althans eenmaal, (telkens) tezamen en in vereniging met een
ander of anderen en/althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of
(een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van
een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige
kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, (een) perso(o)n(en)
[slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] heeft/hebben
bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig
geldbedrag,
immers heeft/hebben/is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar
(telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een of meer advertenties op het internet geplaatst, en/of
- in (die) advertenties op het internet (telkens) een of meer autoradio('s),
(tomtom)navigatiesyste(e)m(en), mobiele telefoon(s) en/of netbook(s) te koop
aangeboden, en/of
- (al dan niet naar aanleiding van die advertenties) telefonisch en/of via
e-mail en/of via internet overleg gevoerd en/of gesproken met genoemde
perso(o)n(en) over de levering en/of de prijs van genoemde goederen, en/of
- met genoemde perso(o)n(en) overeengekomen dat het/de goed(eren) voorafgaand
aan de levering betaald zou(den) worden en/of dat het/de goed(eren) zou(den)
worden geleverd zodra verdachte en/of zijn mededader(s) het geld had(den)
ontvangen en/of die perso(o)n(en) voor die/de levering(n)e laten betalen,
waardoor die perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven
afgifte (van een of meer geldbedragen);
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2008, althans 1 maart 2010, tot
en met 30 juni 2010, op na te noemen plaatsen en/althans (elders) in Nederland,
een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het
oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking
over die goederen te verzekeren,
hebbende verdachte, telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen - op
tijd en plaats daarbij vermeld - gekocht, te weten:
- op of omstreeks 29 mei 2010 te Enschede een tuner, een carkit en/of een
stekker (aangifte door/namens Brezan, zie proces-verbaal pagina 44), en/of
- op of omstreeks 1 juni 2010 te Enschede een tomtom, althans een
navigatiesysteem (aangifte door/namens Brezan, zie proces-verbaal pagina 44),
en/of
- op of omsteeks 20 april 2010, althans in of omstreeks de periode van 20
april 2010 tot en met 18 mei 2010, te Landgraaf (een grote hoeveelheid)
bevestigingsmaterialen en/of gereedschap (aangifte door/namens Berner
Produkten, zie proces-verbaal pagina 135), en/of- in of omstreeks de periode van 19 april 2010 tot en met 20 mei 2010 te
Enschede een (accu-)slagmoersleutel, poetspapier, remmenreiniger, een
(accu-)schroefmachine, een verrijdbare krik, een haakse slijpmachine, een
elektro kabelhaspel en/of een koelsysteemtester (aangifte door/namens Wurth
Shop Enschede, zie proces-verbaal pagina 174), en/of
- in of omstreeks de maand november van het jaar 2008 te Haarlem een tool kit,
een router, 2, althans een, notebook('s) en/of een widescreen TFT (aangifte
door/namens RS Components BV, zie proces-verbaal pagina 216), en/of
- in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 14 mei 2010 te
Haarlem een of meer mobiele telefooon(s), een of meer service case
pc-contact('s), een mono wireless camera, 2, althans een of meer,
widescreen(s) TFT en/of een day/night camera (aangifte door/namens RS
Components BV, proces-verbaal pagina 216);
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 11 mei 2010,
in de gemeente Enschede en/althans (elders) in Nederland,
opzettelijk 384 euro, althans (een) geld(bedrag), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of aan [slachtoffer 9], in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren)
verdachte anders dan door misdrijf, te weten ter betaling van de
wegenbelasting voor auto, te weten een Audi A4 met het kenteken [kenteken],
onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
(aangifte proces-verbaal pagina 89);
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 21 mei 2010,
te Hengelo in de gemeente Hengelo (O) en/althans (elders) in Nederland,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, een persoon genaamd [slachtoffer 10], heeft bewogen tot de afgifte van
remblokken, in elk geval van enig goed, en/of tot het verrichten van (een)
reparatie(s) aan een of meer auto('s), in elk geval tot het verlenen van (een)
dienst(en),
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich tegenover die [slachtoffer 10] voorgedaan als koper te goeder trouw, en/of,
- tegen die [slachtoffer 10] gezegd nog wel meer auto's te hebben en wel vaker bij die
[slachtoffer 10] voor reparaties te willen komen, en/of
- tegen die [slachtoffer 10] gezegd (een) eerdere faktu(u)r(en) (met spoed) te zullen
betalen en/of (een) eerdere faktu(u)r(en) al te hebben betaald, en/of
- tegen die [slachtoffer 10] gezegd het geld voor die reparatie(s)/dienst(en) tezullen meenemen,
waardoor die [slachtoffer 10] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en/of
verlening(en) van (een) dienst(en);
(aangifte proces-verbaal pagina 165);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 27 maart 2010 tot en met 21 mei 2010,
in de gemeente Hengelo (O), in elk geval in Nederland,
een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het
oogmerk om zonder volledige betaling zich en/of (een) ander(en) de beschikking
over die goederen te verzekeren, hebbende verdachte toen daar, telkens met
voormeld oogmerk, een of meer auto-onderde(e)l(en) gekocht van een persoon
genaamd [slachtoffer 10];
(aangifte proces-verbaal pagina 165);
Parketnummer 08/720892-11
1.
hij op of omstreeks 5 juni 2011, in de gemeente Enschede,
een wapen van categorie III, te weten een gaspistool
(merk Walther, model P22, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 5 juni 2011, in de gemeente Enschede,
een spuitbusje (bevattende) pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het
treffen van personen met (een) giftige en/of verstikkende en/of
weerloosmakende en/of traanverwekkende stof(fen) van de categorie II,
onder 6°, voorhanden heeft gehad;
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de op de ter terechtzitting van 7 februari 2012 geformuleerde vordering ter terechtzitting van 5 februari 2013 aangepast.
De officier van justitie heeft op laatstgenoemde terechtzitting gevorderd dat verdachte voor het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 primair, 2 en 3, onder parketnummer 08/710895-10 onder 1, 2, 3 en 4 primair en het onder parketnummer 08/720892-11 onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar en driehonderd dagen, waarvan 2 jaar voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht en met een proeftijd van 3 jaar. Aan het voorwaardelijk strafdeel dient als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringstoezicht te worden verbonden.
Voor de onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten heeft de officier van justitie voorts gevorderd dat aan verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen zal worden ontzegd voor de duur van respectievelijk anderhalf en één jaar.
De onder verdachte inbeslaggenomen personenauto dient volgens de officier van justitie te worden verbeurd verklaard. De door de benadeelde partijen [slachtoffer 6], [slachtoffer 7] en Brezan ingediende vorderingen tot schadevergoeding zijn integraal voor toewijzing vatbaar, terwijl de benadeelde partij [slachtoffer 11] in haar vordering niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
Tot slot heeft de officier van justitie ten aanzien van de door haar onder parketnummer 08/710885-09 ingediende vordering, strekkende tot tenuitvoerlegging van zes maanden gevangenisstraf die bij vonnis van de meervoudige kamer in deze rechtbank op 21 september 2010 voorwaardelijk aan veroordeelde is opgelegd, gevorderd dat de proeftijd met één jaar zal worden verlengd.
4. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
5. De beoordeling van het bewijs
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/710525-11 primair is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank overweegt in dit verband het volgende.
Uit de hierna nader te melden bewijsmiddelen kan als vaststaand worden aangenomen dat verdachte met de door hem bestuurde auto is toegereden op het op dat moment voor hem rijdende dienstvoertuig van de politie. De beide inzittenden van het dienstvoertuig, de verbalisanten [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3], hebben hierover naar het oordeel van de rechtbank consistente en eensluidende verklaringen onder ambtseed/belofte afgelegd. De verklaring van verdachte dat de politieauto zou hebben afgeremd, waardoor verdachte een aanrijding met die auto niet meer kon voorkomen, acht de rechtbank niet overtuigend tegenover de verklaringen van beide verbalisanten.
Ten aanzien van de afstand tussen de beide voertuigen en de gereden snelheid stelt de rechtbank vast dat de verbalisanten blijkens het ter zake opgemaakte proces-verbaal van bevindingen, met het dienstvoertuig binnen de bebouwde kom van Overdinkel naast de auto van verdachte zijn gaan rijden met de bedoeling die auto langzaam naar rechts te doen rijden om deze tot stilstand te dwingen. Op het moment dat het dienstvoertuig hierbij schuin voor de auto van verdachte reed, remt verdachte zijn auto iets af, waardoor deze achter dienstvoertuig terecht komt. Direct daarop accelereert de auto van verdachte en rakt het dienstvoertuig aan de achterzijde. Verbalisanten verklaren in dit verband het gevoel te hebben dat verdachte hen van de weg trachtte te drukken.
Gelet op deze feiten en omstandigheden kan naar het oordeel van de rechtbank worden geconcludeerd dat de afstand tussen de beide voertuigen relatief kort is geweest en dat ook de snelheid van de auto van verdachte - een korte afstand belemmert immers de acceleratie van een auto – relatief kort is geweest.
De rechtbank is van oordeel dat het op bovenomschreven wijze toerijden van verdachte op het dienstvoertuig niet als poging tot zware mishandeling kan worden gekwalificeerd.
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende begin van uitvoering van een poging tot zware mishandeling is, nu de snelheid van verdachtes auto relatief geringe was, in ieder geval niet zodanig was dat er aanmerkelijke kans bestond dat de aanrijding in die omstandigheden en op dat moment tot zwaar lichamelijk letsel zou hebben geleid.
De rechtbank is daarentegen wel van oordeel dat verdachte het onder parketnummer 08/710525-11 sub 1 subsidiair, alsmede het sub 2 en sub 3 primair, het onder parketnummer
08/710895-10 sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 primair en het onder parketnummer 08/720892-11 tenlastegelegde heeft begaan. Zij baseert zich daarbij de volgende bewijsmiddelen.
Voor wat betreft parketnummer 08/710525-11
Sub 1:
- een zich in een ordner van de politie Twente met dossiernummer 2011084790 bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juli 2011, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 2], voor zover van belang (blz. 88 proces-verbaal);
-een zich in voormelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 14 juli 2011, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 3], voor zover van belang (blz. 91 proces-verbaal);
- een zich in voormelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 juli 2011, inhoudende de verklaringen van de hiervoor genoemde verbalisanten (blz. 95 proces-verbaal);
- een zich in voormelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van de VerkeersOngevallenAnalyse betreffende een door de brigadier van de regiopolitie
[verbalisant] ingesteld onderzoek naar de toedracht van de aanrijding op 14 juli 2011 tussen de auto van verdachte en voornoemde aangevers (blz.99 proces-verbaal);
- een zich in voormelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 15 juli 2011, inhoudende de verklaring van verdachte, voor zover van belang (blz. 112).
Sub 2:
- een zich in eerdervermelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 16 juni 2011, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 1], voor zover van belang (blz. 199 proces-verbaal);
- een zich in eerdervermelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 12 juli 2011, inhoudende de verklaring van de getuige [getuige], voor zover van belang (blz. 207 proces-verbaal);
- een zich in eerdervermelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 7 september 2011, inhoudende de verklaring van verdachte, voor zover van belang.
Sub 3:
- een zich in eerdervermelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 juli 2011, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 1] namens Wolterink Eibergen BV (blz. 143 proces-verbaal);
- een zich in eerdervermelde ordner bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 18 juli 2011, inhoudende de verklaring van verdachte, voor zover van belang.
Voor wat betreft parketnummer 08/710895-10
Sub 1
Een zich in een bundel processen-verbaal van de regiopolitie Twente met registratienummer PLO5CB 2010110068-1 bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 29 september 2009, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 4], voor zover van belang;
- een zich in voormelde bundel bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 7 juni 2010, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 5], voor zover van belang;
- een zich in voormelde bundel bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 30 maart 2010, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 6], voor zover van belang;
- een zich in voormelde bundel bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 november 2010, inhoudende dc verklaring van aangever [slachtoffer 7];
- een zich in voormelde bundel bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 23 december 2010, inhoudende de verklaring van verdachte, voor zover van belang;
- de door verdachte ter terechtzitting van 7 februari 2012 afgelegde verklaring.
Sub 2
- Een zich in een omslag van de regiopolitie Twente met dossiernummer PLO5CE 2010055644 bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 juni 2010, inhoudende de verklaring van aangever [aangever 2] namens Brezan Automaterialen, voor zover van belang (blz. 44 proces-verbaal);
- een zich in voormelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 mei 2010, inhoudende de verklaring van [aangever 3] namens Berner producten, voor zover van belang (blz. 135 proces-verbaal);
- een zich in voormelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 18 juni 2010, inhoudende de verklaring van [aangever 4] namens Wurth Shop Enschede, voor zover van belang (blz. 174 proces-verbaal);
- een zich in voormelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 9 juli 2010, met bijlagen, inhoudende de verklaring van [aangever 5]namens RS Components BV, voorzover van belang (blz. 216 proces-verbaal);
Sub 3
- een zich in voormelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 11 mei 2010, met bijlagen, inhoudende de verklaring van aangever
[slachtoffer 8], voor zover van belang (blz. 89 proces-verbaal);
- een zich in voormelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 10 juni 2010, inhoudende de verklaring van verdachte, voor zover van belang (blz. 128 proces-verbaal).
Sub 4
- een zich in eerdervermelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 21 mei 2010, inhoudende de verklaring van aangever [slachtoffer 10], voor zover van belang (blz. 165 proces-verbaal);
- een zich in eerdervermelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 10 juni 2010, inhoudende de verklaring van verdachte, voor zover van belang (blz. 171 proces-verbaal);
- de ter terechtzitting van 7 februari 2012 afgelegde verklaring van verdachte.
Voor wat betreft parketnummer 08/720892-11
- een zich in een omslag van de politie Twente met dossiernummer 2011-050219 bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aanhouding d.d. 5 juni 2011, inhoudende de verklaring van verklaring van verbalisanten, voor zover van belang (blz. 11 proces-verbaal);
- een zich in voormelde omslag bevindend, in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal d.d. 6 juni 2011, betreffende expertise gaspistool en pepperspray (blz. 29 proces-verbaal);
- de ter terechtzitting van 7 februari 2012 door verdachte afgelegde verklaring.
Het vorenstaande leidt ertoe dat de rechtbank door de inhoud van wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging is gekomen en wettig bewezen acht, dat de verdachte:
Voor wat betreft parketnummer 08/710525-11
1.
hij op 14 juli 2011, in de gemeente Enschede een persoon genaamd [slachtoffer 2] en een persoon genaamd [slachtoffer 3], beide politieambtenaar van de Regiopolitie Twente, heeft bedreigd met zware mishandeling,
immers is verdachte opzettelijk (dreigend) (terwijl die [slachtoffer 2] en die
[slachtoffer 3] zich bevonden in hun dienstvoertuig en zich bezighielden
met de aanhouding en/of staande houding van verdachte) al rijdende in een
personenauto (grijze Mercedes), met verhoogde snelheid op die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] toegereden en vervolgens met deze door hem, verdachte,
bestuurde auto tegen de achterkant van het dienstvoertuig van die [slachtoffer 2]
en [slachtoffer 3], althans de regiopolitie Twente gereden en
gebotst;
2.
hij op 15 juni 2011 te Haaksbergen [slachtoffer 1] heeft
bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/althans met zware
mishandeling,
immers is verdachte opzettelijk dreigend met de door hem verdachte bestuurde
auto met verhoogde snelheid op die [slachtoffer 1] ingereden/toegereden, terwijl die
[slachtoffer 1] zich voor die auto liep, althans zich voor die auto bevond;
3.
hij in de nacht van 10 juli 2011 op 11 juli 2011,
te Eibergen, gemeente Berkelland,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een
bedrijfsbus/bestelauto heeft weggenomen een accuboormachine (Makita) en een gereedschapskist met inhoud (merk Gedore) en een koffer met gatzagen en een (Metabo) boormachine en een doosje met boren (merk Heller) en een koker met kit, toebehorende aan Wolterink Eibergen BV, waarbij verdachte de weg te nemen
goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
Voor wat betreft parketnummer 08/710895-10
1.
hij in de periode van 1 september 2009 tot en met 30 oktober 2010,
in Nederland, meerdere malen althans eenmaal, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] heeft
bewogen tot de afgifte van geldbedragen,
immers heeft verdachte toen aldaar
telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en
listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- advertenties op het internet geplaatst, en
- in die advertenties op het internet autoradio's,
(tomtom)navigatiesystemen, mobiele telefoons en/of netbooks te koop
aangeboden, en
- naar aanleiding van die advertenties telefonisch en/of via
e-mail en/of via internet overleg gevoerd en/of gesproken met genoemde
personen over de levering en/of de prijs van genoemde goederen, en
- met genoemde personen overeengekomen dat de goederen voorafgaand
aan de levering betaald zouden worden en dat de goederen zouden
worden geleverd zodra verdachte het geld had
ontvangen en die personen voor die/de levering te laten betalen,
waardoor die personen telkens werden bewogen tot bovenomschreven
afgifte van geldbedragen;
2.
hij in de periode van 1 november 2008 tot en met 30 juni 2010,
op na te noemen plaatsen,
een beroep of een gewoonte heeft gemaakt van het kopen van goederen met het
oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking
over die goederen te verzekeren,
hebbende verdachte, telkens met voormeld oogmerk, de navolgende goederen - op
tijd en plaats daarbij vermeld - gekocht, te weten:
- op 29 mei 2010 te Enschede een tuner, een carkit en een
stekker, en
- op 1 juni 2010 te Enschede een tomtom navigatiesysteem,
en
- in de periode van 20 april 2010 tot en met 18 mei 2010, te Landgraaf een hoeveelheid)
bevestigingsmaterialen en gereedschap, en
- in de periode van 19 april 2010 tot en met 20 mei 2010 te
Enschede een (accu-)slagmoersleutel, poetspapier, remmenreiniger, een
(accu-)schroefmachine, een verrijdbare krik, een haakse slijpmachine, een
elektro kabelhaspel en een koelsysteemtester, en
- in de maand november van het jaar 2008 te Haarlem een tool kit,
een router, 2 notebook's en een widescreen TFT, en
- in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 14 mei 2010 te
Haarlem mobiele telefooons, een of meer service case
pc-contact's, een mono wireless camera, 2 widescreens TFT en een day/night camera;
3.
hij in de periode van 1 april 2010 tot en met 11 mei 2010,
in de gemeente Enschede, opzettelijk 384 euro, toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of aan [slachtoffer 9], welk goed verdachte anders dan door misdrijf, te weten ter betaling van de wegenbelasting voor auto, te weten een Audi A4 met het kenteken [kenteken],
onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
4.
hij in de periode van 1 april 2010 tot en met 21 mei 2010,
te Hengelo in de gemeente Hengelo (O),
met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door het aannemen van een valse hoedanigheid en
door een of meer listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtsels, een persoon genaamd [slachtoffer 10], heeft bewogen tot de afgifte van
remblokken, en tot het verrichten van reparaties aan een of meer auto's,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- zich tegenover die [slachtoffer 10] voorgedaan als koper te goeder trouw, en,
- tegen die [slachtoffer 10] gezegd nog wel meer auto's te hebben en wel vaker bij die
[slachtoffer 10] voor reparaties te willen komen, en
- tegen die [slachtoffer 10] gezegd eerdere fakturen te zullen
betalen en een eerdere faktuur al te hebben betaald, en
- tegen die [slachtoffer 10] gezegd het geld voor die reparaties/diensten te zullen meenemen,
waardoor die [slachtoffer 10] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte en
verlening van diensten;
Voor wat betreft parketnummer 08/720892-11
1.
hij op 5 juni 2011, in de gemeente Enschede,
een wapen van categorie III, te weten een gaspistool
(merk Walther, model P22, kaliber 9 mm), voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 5 juni 2011, in de gemeente Enschede,
een spuitbusje (bevattende) pepperspray, zijnde een voorwerp bestemd voor het
treffen van personen met een weerloosmakende en/of traanverwekkende stof van de categorie II,
onder 6°, voorhanden heeft gehad;
In geval van hoger beroep zullen de gebruikte bewijsmiddelen worden opgenomen in een aanvulling bij dit vonnis. De in die bewijsmiddelen voorkomende feiten en omstandigheden zijn redengevend voor deze beslissing.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte onder parketnummer 08/710525-11 sub 1 subsidiair, sub 2, en sub 3 primair, onder parketnummer 08/710895-10 sub 1, sub 2, sub 3 en sub 4 primair en onder parketnummer 08/720892-11 meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
6. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 285,311,321,326 en 326a Sr. en bij artikel 55 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08/710525-11
feit 1
het misdrijf: bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: bedreiging met zware mishandeling;
feit 3
het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Parketnummer 08/710895-10
feit 1
het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich de beschikking over die goederen te verzekeren;
feit 3
het misdrijf: verduistering;
feit 4
het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd.
Parketnummer 08/720892-11
feit 1
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie;
feit 2
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
7. De strafbaarheid van de verdachte
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de strafbaarheid van de verdachte gelet op de door dr. J.J. van Egmond, psychiater, d.d. 1 februari 2012 en door drs. D. Breuker, gezondheidszorg- en forensisch psycholoog, d.d. 6 februari 2012 omtrent verdachte opgemaakte rapporten.
In eerstgenoemd rapport wordt verdachte beschreven als een eenzame jongen, vol minderwaardigheidsgevoelens, met behoefte iets bijzonders te zijn of iets bijzonders meegemaakt te hebben. Er is daarbij een duidelijk verhoogde behoefte aan aandacht van anderen. Dat het geweten lacunair is blijkt uit het feit dat alhoewel betrokkene zegt ervan overtuigd te zijn verkeerd gehandeld te hebben, er toch ook wel degelijk bagatellisering en anderen de schuld geven plaatsvindt. Betrokkene lijdt aan een impulscontrolestoornis en is een dwangmatig pathologisch leugenaar met trekken van antisociale en borderline persoonlijkheidsstoornis.
Uit laatstgenoemd rapport komt naar voren dat betrokkene geneigd is tot antisociale, grenzeloze en onverantwoordelijke gedragskeuzes, gericht op het behalen van zoveel mogelijk eigen voordeel en/of voor de kick. Aspecten, inherent aan de persoonlijkheidspathologie die hierin meespelen, zijn een gebrekkige gewetensfunctie, een grote prikkelbehoefte en impulsiviteit, als gevolg waarvan betrokkene criminele activiteiten pleegt, anderen oplicht en/of belazerd, zonder dat hij daar zelf veel last van heeft. Daarnaast spelen een grote mate van krenkbaarheid, een slechte agressiebeheersing en impluscontroleproblemen een rol. Enerzijds is er wel behoefte aan zelfbepalend gedrag, maar anderzijds kan betrokkene een zelfstandig en stabiel bestaan niet bolwerken zonder in de problemen te komen.
De gezamenlijke conclusie van beide gedragsdeskundigen luidt om betrokkene op grond van bovenvermelde stoornissen verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen voor het tenlastegelegde.
De rechbank acht het advies en de conclusie van de gedragsdeskundigen goed onderbouwd en zij concludeert daarom tot verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte ten aanzien van het hiervoor bewezen verklaarde.
Nu er ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten, oordeelt de rechtbank dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.
8. De op te leggen straf of maatregel
8.1 De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig germaakt aan een tweetal geweldsdelicten.
Op 14 juli 2011 is verdachte, teneinde aan zijn aanhouding te ontkomen, met zijn auto ingereden op een politieauto. Met dit gedrag heeft verdachte niet beseft dat de beide inzittenden van de politieauto door zijn handelen zwaar lichamelijk letsel hadden kunnen oplopen. Dat wijst op een groot gebrek aan normbesef bij verdachte.
Een maand eerder heeft verdachte ook reeds dergelijk agressief gedrag vertoont door met zijn auto in te rijden op een persoon met wie hij kennelijk onenigheid had. In dat geval is het louter aan de snelle reactie van laatstgenoemde te danken geweest dat hij niet door de auto van verdachte werd geraakt. Geweldsmisdrijven zoals door verdachte begaan, maken een zeer ernstige inbreuk op de rechtsorde en veroorzaken gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving, en meer in het bijzonder bij de direct betrokkenen.
Naast deze geweldsdelicten heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan
diefstal van een hoeveelheid gereedschap uit een bedrijfsbus. Het plegen van een diefstal brengt niet alleen de nodige financiële schade met zich voor de gedupeerden, maar het getuigt ook van minachting voor andermans goederen.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan diverse vermogensdelicten, te weten (internet) oplichting, verduistering en flessentrekkerij.
Zo heeft hij via Marktplaats.nl electronica te koop aangeboden en verkocht, terwijl hij nooit de intentie heeft gehad om de door hem verkochte goederen ook daadwerkelijk te leveren. Zijn rol bij deze internet-oplichting was dat hij voor de rekeningnnummers zorgde waarop de “kopers” de koopsom stortten. Op deze manier heeft verdachte gedurende een lange periode meerdere personen opgelicht, steeds voor een relatief klein bedrag. Gebruikers van het internet die via Marktplaats.nl goederen kopen of te koop aanbieden, gaan ervan uit dat er een wederzijds vertrouwen bestaat, namelijk dat de koper het gekochte goed betaalt en dat de verkoper het goed ook levert. Verdachte heeft, door zich voor te doen als betrouwbare verkoper en vervolgens de goederen niet te leveren, dit vertrouwen geschonden en de kopers benadeeld. Ook heeft verdachte met niet op waarheid berustende verhalen ondernemers goederen laten leveren, die hij niet kon betalen of die hij nooit van plan was om weer terug te geven. Verdachte heeft op bijna professionele wijze deze mensen wijs gemaakt dat hij een eigen onderneming had waarvoor hij goederen moest hebben.
Bij het plegen van al deze vermogensmisdrijven heeft verdachte steeds puur voor zijn eigen financiële gewin gehandeld en klaarblijkelijk geen moment stil gestaan bij de (financiële) gevolgen van zijn handelen voor de gedupeerden. Dit zijn ernstige feiten die zeer ontwrichtend werken in een samenleving die is gebaseerd op wederzijds vertrouwen.
Tot slot heeft verdachte gehandeld in strijd met de Wet wapens en munitie door een op een echt vuurwapen gelijkend gaspistool en een busje traangas voorhanden te hebben. De rechtbank acht ook dit ernstige strafbare feiten. Immers ongeoorloofd bezit van wapens kan de veiligheid van personen in gevaar brengen. Daartegen dient streng te worden opgetreden.
Voor wat de persoon van verdachte betreft heeft de rechtbank acht geslagen op de eerdervermelde pro justitia rapportage die over verdachte is uitgebracht, te weten een rapport van de psychiater J.J. van Egmond en de gezondheidszorg- en forensisch psycholoog D. Breuker. Teneinde de recidivekans, die door genoemde gedragsdeskundigen aanwezig wordt geacht, te verkleinen, wordt geadviseerd om verdachte in een voorwaardelijk strafkader een klinische behandeling bij een (forensisch) psychiatrische kliniek op te leggen in combinatie met een reclasseringstoezicht.
Daarnaast heeft de rechtbank nog gelet op het rapport van Reclassering Nederland van 10 december 2012.
Verdachte is met ingang van 11 mei 2012 geschorst uit zijn voorlopige hechtenis onder voorwaarden. Uit het rapport van de reclassering blijkt dat verdachte in het kader van die schorsingsvoorwaarden ter (klinische) behandeling is opgenomen in Stichting Trajectum OBC Berkelland te Rekken, waar hij sedertdien verblijft. Verdachte heeft zich gedurende de schorsingsperiode gehouden aan de opgelegde bijzondere voorwaarden en zich op positieve wijze ingezet voor de behandeling. Gezien het recidiverisico acht de reclassering het van belang dat hij zijn huidige behandeling zal voltooien, waarna deze bij uitstroom vanuit een beschermde woonvoorziening, ambulant kan worden voortgezet.
Tenslotte heeft de rechtbank in het kader van de straftoemeting nog gelet op de justitiële documentatie van verdachte d.d. 17 januari 2013, waaruit blijkt dat hij in het vrij recente verleden al eerder is veroordeeld ter zake gewelds- en vermogenscriminaliteit, waaronder soortgelijke feiten als thans bewezen verklaard.
Gelet op de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor lange duur passend en geboden is. Echter vanwege de positieve ontwikkeling die verdachte sinds zijn schorsing uit de voorlopige hechtenis heeft laten zien, zal de rechtbank van die gevangenisstraf een groot deel voorwaardelijk opleggen, zodat verdachte niet opnieuw in detentie zal geraken. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel de door de gedragsdeskunbdigen en de reclassering noodzakelijk geachte bijzondere voorwaarden verbinden en daarbij een langere proeftijd dan gebruikelijk is vaststellen. De proeftijd zal een termijn van drie jaar behelzen, omdat de rechtbank van oordeel is dat verdachte gedurende langere tijd begeleiding en toezicht nodig heeft om te voorkomen dat hij wederom strafbare feiten zal plegen.
Voorts acht de rechtbank een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen aangewezen. Zij rekent verdachte zwaar aan dat hij bij de bewezen verklaarde feiten onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 en 2 telkens zijn auto als wapen heeft gebruikt. Er is sprake geweest van zeer gevaarlijk rijgedrag, waardoor de verkeersveiligheid in ernstige mate in gevaar is gebracht. De rechtbank zal dan ook conform de eis van de officier van justitie voor feit een onvoorwaardelijke rijontzeggging van anderhalf jaar en voor feit 2 van één jaar opleggen.
8.2 De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank overweegt verder dat de onder verdachte inbeslaggenomen personenauto, merk Ford Mondeo, gekentekend [kenteken], vatbaar is voor verbeurdverklaring, aangezien
dit voorwerp aan verdachte toebehoort, en met behulp daarvan het onder parketnummer 08/710525-11 onder 2 bewezen verklaarde feit is begaan.
Bij de verbeurdverklaring heeft de rechtbank op de voet van artikel 24 van het Wetboek van Strafrecht rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
9. De schade van benadeelden
9.1 De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2], per adres [adres] te [woonplaats], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, ten aanzien van het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 ten laste gelegde, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 500,-- (vijfhonderd euro). Deze schade bestaat uit de post immateriële schadevergoeding.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer.
Gezien de ten aanzien van de benadeelde partij gepleegde bedreiging, de hierdoor ontstane inbreuk op diens integriteit als politieambtenaar en gevoel van veiligheid, acht de rechtbank een vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 300,= passend.
De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot dat bedrag. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stelling aangaande de door hem gevorderde immateriële schadevergoeding alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onaanvaardbare vertraging van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van het meer of anders gevorderde ten aanzien van deze schadepost niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan zijn vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[slachtoffer 3], per adres [adres] te [woonplaats], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, ten aanzien van het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 ten laste gelegde feit, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 500,-- (vijfhonderd euro). Deze schade bestaat uit de post immateriële schadevergoeding.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer.
Gezien de ten aanzien van de benadeelde partij gepleegde bedreiging, de hierdoor ontstane inbreuk op diens integriteit als politieambtenaar en gevoel van veiligheid, acht de rechtbank een vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 300,= passend.
De rechtbank zal het gevorderde daarom tot dat bedrag toewijzen. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stelling aangaande de door hem gevorderd immateriële schadevergoeding alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onaanvaardbare vertraging van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij voor het meer of anders gevorderde ten aanzien van deze schadepost
niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan zijn vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
[slachtoffer 6], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, ten aanzin van het onder parketnummer 08/710895-10 onder 1 ten laste gelegde, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 144,40 (eenhonderd vier en veertig euro en veertig eurocent). Deze schade bestaat uit de posten:
- overgeboekt bedrag € 100,--
- telefoonkosten €10,--
- reiskosten € 34,40.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 144,40. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
[slachtoffer 7], wonende [woonplaats], [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, ten aanzien van het onder parketnummer 08/710895-10 onder 1 ten laste gelegde, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 150,-- (eenhonderdvijftig euro) wegens overboeking van dat bedrag voor een netbook.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 150,=. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
Brezan Automaterialen, gevestigd te Enschede, Buurserstraat 230 b, heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 388,31,-- (driehonderd acht en tachtig euro en een en dertig eurocent). Deze schade bestaat uit de posten:
- Tuner cd/mp3 USB € 153,95 ex BTW
- Parrot BT Carkit + Display € 108,40 ex BTW
- Tom Tom Start 2 Europa 42 € 122,-- ex BTW
- ISO stekker uni € 3,96 ex BTW.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer. De opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 388,31. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
[slachtoffer 8], wonende te [woonplaats], [adres], heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, ten aanzien van het onder parketnummer 08/710895-10 sub 3 ten laste gelegde, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal € 6.276-- (zesduizend tweehonderd zesenzeventig euro). Deze schade bestaat uit de posten:
- schade aangekochte auto [kenteken] € 5.262,--
- inkomstenderving verhuur € 1.000,--
- schade ingeruilde auto [kenteken] € 2.014,--.
Dit is gevorderd als “voorschot”. De rechtbank begrijpt dit als een vordering tot schadevergoeding van slechts een deel van de geleden schade. De benadeelde partij behoudt zich kennelijk het recht voor een ander deel van de schade buiten het strafgeding van verdachte te vorderen.
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is de benadeelde partij in haar vordering ontvankelijk en is de vordering deels gegrond. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terecht¬zitting is komen vast te staan dat de verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan het slachtoffer tot een bedrag van € 384,--. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot dat bedrag. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
De overige gestelde schade kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangemerkt als rechtstreekse schade welke is toegebracht door het bewezen verklaarde feit. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stellingen dienaangaande alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onaanvaardbare vertraging van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van die schadeposten niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan zijn vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Voorts hebben zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces:
- [slachtoffer 12], wonende te [adres].
- [slachtoffer 11] en
- [slachtoffer 13].
- [slachtoffer 14], wonende te [adres].
Deze benadeelde partijen vorderen veroordeling van de verdachte tot betaling van respectievelijk € 7.200,--, (zevenduizend tweehonderd euro) € 1.250,--, (eenduizend tweehonderdvijftig euro), € 400,-- (vierhonderd euro) en € 675,--. (zeshonderd vijf en zeventig euro).
Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze benadeelde partijen in hun vordering
niet-ontvankelijk, nu het aan die vordering tot schadevergoeding ten grondslag liggende strafbare feit telkens niet in de tenlastelegging in de onderhavige strafzaak is opgenomen.
De benadeelde partijen kunnen hun vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
9.2 De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal bij de door haar toegewezen vorderingen tot schadevergoeding telkens de maatregel als bedoeld in art. 36f Sr opleggen, aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de respectievelijke feiten is toegebracht.
10. De vordering tenuitvoerlegging
De officier van justitie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de gevangenisstraf die de rechtbank Almelo bij vonnis van 21 september 2010 aan verdachte voorwaardelijk heeft opgelegd. De rechtbank is, gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren zijn gekomen, van oordeel dat
- overeenkomstig de daartoe strekkende vordering van de officier van justitie - de proeftijd behoort te worden verlengd met één jaar.
11. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57 en 91 Sr.
12. De beslissing
De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 subsidiair, onder 2, onder 3 primair, het onder parketnummer 08/710895-10 onder 1, onder 2, onder 3, onder 4 primair en het onder parketnummer 08/720892-11 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 subsidiair, onder 2, onder 3 primair, onder parketnummer 08/710895-10 onder 1, 2, 3 en 4 primair en onder parketnummer 08/720892-11 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/710525-11
feit 1 het misdrijf: bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 2 het misdrijf: bedreiging met zware mishandeling;
feit 3 het misdrijf: diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van braak.
Parketnummer 08/710895-10
feit 1 het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2 het misdrijf: een gewoonte maken van het kopen van goederen met het oogmerk om
zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te
verzekeren;
feit 3 het misdrijf: verduistering;
feit 4 het misdrijf: oplichting, meermalen gepleegd.
Parketnummer 08/720892-11
feit 1 het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie;
feit 2 het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie.
- verklaart verdachte strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van twee jaren en driehonderdeen dagen, waarvan twee jaren voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- omdat de veroordeelde ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of omdat de veroordeelde geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens de Reclassering Nederland;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich tot 1 juni 2013 ter klinische behandeling zal laten opnemen in Stichting Trajectum OBC Berkelland te Rekken in verband met zijn persoonlijkheidsproblematiek, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens het behandelingsteam zullen worden gegeven
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich na afloop van voormelde klinische behandeling gedurende het verloop van de proeftijd onder ambulante behandeling zal stellen van Stichting Trajectum OBC Berkelland te Rekken;
- stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde vanaf het moment dat zulks mogelijk is, gedurende de proeftijd zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen, te weten RIBW Twente, of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan het
(dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden en het op grond van
artikel 14d Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn,
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
bijkomende straffen en maatregelen
- ontzegt veroordeelde voor het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 subsidiair bewezen verklaarde de bevoegdheid tot het besturen van motorijtuigen voor de tijd van één jaar en zes maanden;
- ontzegt veroordeelde voor het onder parketnummer 08/710525-11 onder 2 bewezen verklaarde de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen voor de tijd van één jaar;
schadevergoeding
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] voornoemd van een bedrag van € 300,--;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 subsidiair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 300,-- ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 6 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van een bedrag van € 300,=;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/710525-11 onder 1 subsidiair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 300,= ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 6 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 6] van een bedrag van € 144,40;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/710895-10 onder 1 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 144,40 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 2 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 7] van een bedrag van € 150,=;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/710895-10 onder 1 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 150,= ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 3 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Brezan Automaterialen voornoemd, van een bedrag van € 388,31=;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/710895-10 onder 2 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 388,31 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 7 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 8] voornoemd, van een bedrag van € 384=;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/710895-10 onder 3 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 384 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de tijd van 7 dagen zal worden toegepast;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslaggenomen voorwerpen
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen personenauto, merk Ford, type Mondeo, gekentekend [kenteken];
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op;
tenuitvoerlegging vonnis met parketnummer 08/710885-09
- verlengt de bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Almelo van 21 september 2010 aan veroordeelde opgelegde proeftijd met één jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.W. Teekman, voorzitter, mr. F.C. Berg en mr. N.R. Visser, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. ter Haar, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2013.
Buiten staat
Mr. Visser is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.