ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1193
Rechtbank Oost-Nederland
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Opheffing van opgelegde dwangsommen in kort geding met betrekking tot water- en stroomvoorziening
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Oost-Nederland, hebben eisers, aangeduid als [eiser sub 1 c.s.], een kort geding aangespannen tegen de curator, mr. Arjen Camiel Huisman Q.Q., in het faillissement van [X]. De eisers vorderden de opheffing van de aan hen opgelegde dwangsommen en het gebod om de water- en stroomvoorziening naar hun stal te herstellen en intact te laten, zoals bepaald in een eerder vonnis van 20 december 2012. De curator had hen veroordeeld om de water- en stroomvoorziening te herstellen, op straffe van een dwangsom van € 25.000 per dag, met een maximum van € 300.000. Eisers stelden dat zij aan deze veroordeling hadden voldaan, maar dat de curator zijn verplichtingen niet was nagekomen door geen definitieve water- en stroomvoorziening aan te leggen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eisers een spoedeisend belang hadden bij hun vorderingen. De curator had in de zitting verklaard dat de noodvoorziening adequaat functioneerde, maar dat de definitieve aansluiting afhankelijk was van derden en mogelijk vertraging zou oplopen. De rechter oordeelde dat de omstandigheden niet zodanig waren dat eisers niet meer aan de hoofdveroordeling konden voldoen. De bevroren leidingen vormden geen absolute onmogelijkheid om te voldoen aan de veroordeling. De voorzieningenrechter heeft daarom de vorderingen van eisers afgewezen en de dwangsom gehandhaafd, met de overweging dat de curator zijn belangen zwaarder woog dan die van eisers.
De kosten van de procedure werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten droeg. Dit vonnis is uitgesproken op 8 februari 2013 door mr. A.E. Zweers in aanwezigheid van de griffier.