ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1136
Rechtbank Oost-Nederland
Beroep tegen wijziging functiebeschrijving medewerker bijzondere wetten in het kader van functieonderhoud politie
In deze zaak gaat het om een beroep van eiser tegen de wijziging van zijn functiebeschrijving als medewerker bijzondere wetten, die is vastgesteld door de Korpschef van de Nationale Politie. Eiser had op 11 mei 2011 een verzoek om functieonderhoud ingediend in het kader van de Tijdelijke regeling functieonderhoud politie (Trfp), naar aanleiding van de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFPN). De Korpschef heeft op 10 november 2011 het verzoek ingewilligd, maar de functiebeschrijving is later gewijzigd in 'Medewerker korpscheftaken'. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging en stelt dat de beschrijving van zijn functie niet correct is, omdat hij geen negatieve besluiten voorbereidt en ook niet voldoende wordt erkend voor zijn begeleiding van collega's en studenten.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 januari 2013, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. T.A. van Helvoort. De Korpschef werd vertegenwoordigd door mr. E.I. Bruinsma-van Straten en mr. C.W. Meier. Na het onderzoek ter zitting zijn de beroepen gesplitst en is er afzonderlijk uitspraak gedaan. De rechtbank overweegt dat de functiebeschrijving van eiser correct is en dat de werkzaamheden die hij uitvoert onder de beschreven taken vallen. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat het bestreden besluit in stand kan blijven. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep aantekenen bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.