Uitspraak
RECHTBANK OOST-NEDERLAND
Zwolle
1.De procedure
- de dagvaarding
- de akte houdende aanvulling dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek tevens aanvulling van eis
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating producties van Kantoorvakhandel.
2.De feiten
In verband met de verwachting dat Friesland Bank deze borgstelling zou gaan uitwinnen na het faillissement van Van der Meulen Automatisering, heeft Kantoorvakhandel aan Friesland Bank een bedrag van € 77.500 voldaan. Ook VWC Kantoor en Automatisering heeft haar deel aan Friesland Bank voldaan.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Criteria voor bestuurdersaansprakelijkheid
- De voorraad is door (een) werknemer(s) van Kantoorvakhandel, de heren [naam 2] en/of [naam 3] voorafgaande aan de levering aan Van der Meulen Automatisering geïnventariseerd; daarvan is een lijst opgemaakt die aan [gedaagde] ter hand is gesteld. Op deze lijst waren de niet aanwezige goederen gemarkeerd, deze niet aanwezige goederen zijn niet in de koopsom verdisconteerd. In het kader van de inventarisatie hebben [naam 2] c.q. [naam 3] de fysieke voorraad meerdere keren handmatig geteld. Bij deze tellingen was [gedaagde] niet aanwezig.
- [gedaagde] heeft op deze lijst een tweede groep goederen gemarkeerd als zijnde incourant. Deze goederen zijn evenmin in de koopsom verdisconteerd. [gedaagde] heeft op of rond het moment van inbreng van deze goederen in Van der Meulen Automatisering niet zelf een fysieke telling uitgevoerd.
- [gedaagde] stelt in de zomer van 2008 te hebben geconstateerd dat een groot aantal goederen feitelijk niet aanwezig was ten tijde van de inbreng, namelijk toen de voorraadadministratie in het nieuwe softwarepakket (“Prima”) werd ingevoerd. Gesteld noch gebleken is dat de invoer in het nieuwe pakket opzettelijk onjuist heeft plaatsgevonden en dat [gedaagde] daarvan op de hoogte was.
- Tussen [gedaagde] en medewerkers van Kantoorvakhandel is in het najaar van 2008 en in 2009 overleg en e-mailcontact geweest om de toen geconstateerde verschillen te verklaren. Partijen hebben daarbij niet tot een eensluidende visie kunnen komen.
Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.wijst [gedaagde] er terecht op dat een bestuurder een (aanzienlijke) beleidsvrijheid heeft, hetgeen ertoe leidt dat niet iedere beslissing waarvan achteraf kan worden vastgesteld dat zij minder gelukkig heeft uitgepakt, kwalificeert als een onrechtmatige daad.
5.De beslissing
10 april 2013voor uitlating door [gedaagde] of hij bewijs wil leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
bewijsstukkenwil overleggen, die stukken direct in het geding moet brengen,
getuigenwil laten horen, de getuigen en de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden mei tot en met juli 2013 direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
alle partijenuiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor
alle beschikbare bewijsstukkenaan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,