ECLI:NL:RBONE:2013:2794

Rechtbank Oost-Nederland

Datum uitspraak
27 februari 2013
Publicatiedatum
12 juni 2013
Zaaknummer
C-07-187839 - HZ ZA 11-837
Instantie
Rechtbank Oost-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over verleggingskosten van kabels van Tele2 in verband met reconstructie Siemelinksweg te Deventer

In deze zaak vorderde Tele2 Nederland B.V. vergoeding van de kosten voor de verlegging van haar kabels in het kader van de reconstructie van de Siemelinksweg te Deventer. De gemeente Deventer had Tele2 in 2006 geïnformeerd over de noodzaak tot verlegging van de kabels, maar Tele2 kwam pas in 2009 met alternatieve voorstellen, die de gemeente als te laat en onvoldoende concreet beschouwde. De rechtbank oordeelde dat Tele2 niet tijdig en niet adequaat had gereageerd op de verzoeken van de gemeente, waardoor de gemeente niet gehouden was de verleggingskosten te vergoeden. De rechtbank baseerde haar oordeel op de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, die bepaalt dat de aanbieder van een telecommunicatienetwerk op eigen kosten moet verleggen, tenzij er overeenstemming is over de kostenverdeling. De rechtbank concludeerde dat de gemeente op goede gronden had geweigerd de gevorderde kosten te vergoeden en wees de vorderingen van Tele2 af. Tevens werd Tele2 veroordeeld in de proceskosten van de gemeente, die op € 5.320,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-NEDERLAND

C/07/187839 / HZ ZA 11-83727 februari 2013
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/07/187839 / HZ ZA 11-837
Vonnis van 27 februari 2013
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TELE2 NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Diemen,
eiseres,
advocaat mr. F.J. Webbink,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE DEVENTER,
zetelend te Deventer,
gedaagde,
advocaat mr. drs. B.F.J. Bollen.
Partijen zullen hierna eiseres, c.q. Tele2 en gedaagde, c.q. de gemeente genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek
  • de akte tot het overleggen van nadere producties aan de zijde van gedaagde
  • de reactie op de nadere producties 5-8 van de zijde van eiseres
  • de pleitaantekeningen van beide partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 2006 heeft de gemeente Versatel Nederland B.V., de rechtsvoorganger van Tele2, geïnformeerd dat (een deel van) haar kabels verlegd dienden te worden in het kader van het project “Verdubbeling Siemelinksweg”, hierna: het project.
2.2.
Op 19 augustus 2008 is er vooroverleg geweest met de nuts- en telecombedrijven over de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd in verband met het project. Tele2 was daarbij niet aanwezig.
2.3.
Bij brief van 3 oktober 2008 - met als onderwerp: offerte reconstructie Siemelinksweg te Deventer - heeft Tele2 de kosten van de door de gemeente verlangde verlegging van haar infrastructuur begroot op € 88.780,00.
2.4.
De gemeente heeft bij brief van 18 november 2008 aangegeven dat de verplichting tot verlegging van de kabels voortvloeit uit de Wet op de telecommunicatievoorzieningen (hierna: Wtv) en dat op grond daarvan de houder van een concessie (Tele2) op eigen kosten tot deze verplaatsing dient over te gaan.
2.5.
Op 15 januari 2009, 1 juli 2009 en op 15 september 2009 is er met de betrokken nuts- en telecombedrijven nader overleg gevoerd. Tele2 was alleen bij het eerste overleg aanwezig.
2.6.
Op 7 juli 2009 heeft bilateraal overleg plaatsgevonden tussen de gemeente en Tele2, waarbij Tele2 kenbaar heeft gemaakt bezwaren te hebben tegen de volledige verplaatsing van haar netwerk.
2.7.
Bij brief van 10, c.q. 13 juli 2009 (productie 4 bij dagvaarding en productie 4 bij conclusie van dupliek betreffende dezelfde brief) heeft de gemeente Tele2 verzocht zich te conformeren aan het aangeboden nutstracé en de op 1 juli 2009 gemaakte afspraken over de planning. Bij die brief is het verslag van het overleg van 1 juli 2009 als bijlage bijgesloten.
2.8.
Op 25 augustus 2009 is wederom overleg gevoerd tussen de gemeente en de betrokken netwerkbeheerders. Tele2 was bij dit overleg niet aanwezig.
2.9.
Op 1 september 2009 heeft Tele2 de gemeente per brief medegedeeld niet gehouden te zijn tot een volledige verplaatsing van haar kabels omdat volstaan kan worden met minder ingrijpende maatregelen.
2.10.
Bij brief van 14 september 2009 heeft de gemeente op de brief van Tele2 van 1 september 2009 gereageerd en het verzoek aan Tele2 herhaald om haar kabels te verleggen naar het aangewezen tracé.
2.11.
Tele2 heeft in januari/februari 2010 haar kabels verlegd conform de wens van de gemeente.
2.12.
Op 6 april 2010 heeft Tele2 inhoudelijk gereageerd op gemelde brief van de gemeente van 14 september 2009.
2.13.
Op 21 april 2010 heeft de gemeente Tele2 medegedeeld geen aanleiding te zien haar standpunt te herzien.
2.14.
Op 15 december 2010 heeft de advocaat van Tele2 de gemeente geïnformeerd dat Tele2 persisteert in haar standpunt dat de verleggingskosten voor rekening van de gemeente komen, voor zover deze hoger zijn dan de door Tele2 voorgestelde alternatieve maatregelen.
2.15.
Op 13 januari 2011 heeft de gemeente Tele2 schriftelijk medegedeeld dat zij nog steeds niet bereid is bedoelde meerkosten te vergoeden.
2.16.
Op 8 april 2011 heeft Tele2 het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: OPTA) verzocht over de verdeling van bedoelde verleggingskosten een beschikking te geven ex artikel 5.8 lid 7 Wtv.
2.17.
De OPTA heeft bij schrijven d.d. 18 mei 2011 kenbaar gemaakt het verzoek van Tele2 niet in behandeling te zullen nemen, onder aanbieding van bemiddeling en zo nodig - als het geschil ook na die bemiddeling blijft bestaan - verwijzing naar de bevoegde civiele rechter.
2.18.
Gemelde bemiddelingspoging van de OPTA is niet geslaagd.

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert  samengevat -:
I. de verklaring voor recht dat gedaagde is gehouden aan eiseres te vergoeden de kosten voortvloeiend uit de verlegging van de kabels van eiseres in 2010 in verband met de reconstructie van de Siemelinksweg te Deventer, voor zover deze kosten uitgaan boven de kosten van de alternatieve maatregelen die ten aanzien van voornoemde kabels mogelijk waren geweest;
II. de veroordeling van gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van
€ 43.997,96, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 juli 2010;
III. de veroordeling van gedaagde in de buitengerechtelijke kosten ad € 7.861,73, vermeerderd met de wettelijke rente, c.q. op basis van Voorwerk II ad
€ 1.788,00;
IV. de veroordeling van gedaagde in de proceskosten met nakosten.
3.2.
Gedaagde voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Wettelijk kader

4.1.
Centraal in dezen staat de regeling in artikel 5.8 Wtv, luidende voor zover van belang:
1.
De aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk of van een omroepnetwerk is verplicht op verzoek van degene op wie de gedoogplicht rust op eigen kosten over te gaan tot het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels ten dienste van zijn netwerk, waaronder het verplaatsen van kabels, voor zover deze noodzakelijk zijn voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege degene op wie de gedoogplicht rust.
(…)
5.
In andere gevallen dan bedoeld in het eerste (…) lid, is de aanbieder slechts verplicht over te gaan tot maatregelen, waaronder het verplaatsen van kabels, indien degene op wie de gedoogplicht rust hem de kosten daarvan vergoedt.
(…)
7.
Bij gebrek aan overeenstemming over de vraag wie de kosten van de te nemen maatregelen dient te dragen, kan degene op wie de gedoogplicht rust dan wel de aanbieder het college verzoeken een beschikking te geven.
8.
Het college geeft de beschikking binnen acht weken na ontvangst van het verzoek.
Met betrekking tot de ontvankelijkheid
4.2.
De gemeente wil ingang doen vinden dat Tele2 niet-ontvankelijk is vanwege de in lid 7 van artikel 5.8 aangegeven exclusieve rechtsgang: Tele2 had langs bestuursrechtelijke weg in beroep moeten gaan tegen de weigering van OPTA het verzoek tot geschilbeslechting d.d. 8 april 2011 in behandeling te nemen. Nu Tele2 dat heeft nagelaten, dient op grond van het leerstuk van de formele rechtskracht te worden uitgegaan van de rechtmatigheid van die als beschikking te duiden beslissing d.d. 18 mei 2011 van OPTA, aldus de gemeente.
4.3.
De rechtbank volgt de gemeente hierin niet, waartoe als volgt wordt overwogen.
4.4.
Met betrekking tot de ontvankelijkheid is - naast het uitgebreide citaat van de gemeente in de conclusie van antwoord op p. 4-6 - van belang het navolgende citaat uit de Memorie van Toelichting (TK 2004-2005, 29834 nr. 3, p. 18):
Overigens kunnen wel degelijk geschillen tussen de aanbieder en een gemeente als gedoogplichtige door het college beslist worden, als deze geschillen civielrechtelijk van aard zijn en niet betrekking hebben op de publiekrechtelijke bevoegdheden die de Telecommunicatiewet aan gemeenten toekent.
De kantonrechter is bevoegd eisen tot schadevergoeding in behandeling te nemen en een uitspraak te doen over de hoogte van de kosten ingeval een aanbieder op grond van de artikelen 5.8 en 5.9 verplicht is om maatregelen te treffen. Tevens staat voor partijen de gang naar de civiele rechter open indien zij een vordering uit onrechtmatige daad willen indienen.
4.5.
Naar het oordeel van de rechtbank is uit laatstgemeld citaat af te leiden dat de civiele rechter in een geschil als het onderhavige kan worden geadieerd, hetgeen spoort met de opvatting van OPTA, die in voormeld schrijven van 18 mei 2011 (onder verwijzing naar de eigen publicatie van 18 januari 2011, productie 12 bij dagvaarding) met zoveel woorden de betreffende geschilbeslechtende taak aan de civiele rechter overlaat:
Zoals bekend heeft het college - als gevolg van bezuinigingen om aan de rijksbrede taakstelling te voldoen - voor 2011 besloten haar rol bij geschillen over de verdeling van de kosten voor het verplaatsen van telecomkabels te beperken tot het verstrekken van informatie, het beantwoorden van vragen en waar nodig het bemiddelen tussen partijen. Naast het college heeft de civiele rechter zich immers bevoegd geacht kennis te nemen van geschillen over de kostenverdeling bij de verplaatsing van telecomkabels.
4.6.
De Minister had zich over de onderhavige geschillen tussen aanbieders en gedoogplichtigen over de geschilbeslechting ter zake van deze kosten overigens als volgt uitgelaten:
Deze geschillen zijn bij uitstek civielrechtelijk van aard. Ik heb dan ook overwogen om deze geschillen onder te brengen bij de sector kanton van de rechtbanken. Het gaat om twee civiele partijen die een geschil hebben dat betrekking heeft op een (bij wet toegestane) inbreuk op het eigendomsrecht. Onderwerp van geschil kan dan de vraag zijn hoe, wanneer en waar gegraven mag worden en wie bijvoorbeeld de kosten van verplaatsing dient te dragen. De vragen die hierbij aan de orde zijn betreffen de redelijkheid en zorgvuldigheid die partijen jegens elkaar moeten betrachten, vragen die niet anders zouden zijn, als het zou gaan om de aanleg van andere kabels of andere ondergrondse voorzieningen die niet ten dienste staan van openbare electronische communicatie-netwerken. Marktordening of concurrentieverhoudingen tussen aanbieders, spelen bij de geschilbeslechting die hier aan de orde is geen enkele rol, evenmin als de marktpositie van de betrokken aanbieder. (…)
Om deze reden was het mijn aanvankelijke voornemen om de geschilbeslechting door de sectoren kanton van de rechtbanken te laten behandelen en beslissen. (…) Tegen het feit dat het, gezien de aard van de materie voor de hand ligt de civiele rechter met deze geschillen te belasten, staat het feit dat veel partijen er op hebben aangedrongen de geschilbeslechting voorlopig bij het college te laten. (…) Ik heb begrip voor de opvattingen van deze partijen. Daarom kies ik nu voor de volgende beleidslijn: het college blijft vooralsnog de instantie aan wie geschillen kunnen worden voorgelegd.
4.7.
Een en ander leidt er naar het oordeel van de rechtbank toe, indachtig de strekking van de onderhavige regeling en de door de wetgever blijkens bovenstaand citaat onderkende (civielrechtelijke) aard van het voorliggende geschil, dat in ieder geval en
a fortiori, gelet op het standpunt ter zake van OPTA als weergegeven in gemelde brief van 18 mei 2011 onder verwijzing naar haar publicatie d.d. 18 januari 2011, vanaf 2011 niet meer kan worden volgehouden dat de rechtsgang van artikel 5.8 lid 7 Wtv is te kwalificeren als een – de civiele rechter uitsluitende – exclusieve rechtsgang, zoals impliciet ook het uitgangspunt is in de door Tele2 aangehaalde rechtspraak (Hof Den Haag 19 januari 2010, LJN BL0231 en HR 16 december 2011, LJN BT6685, NJ 2012, 406).
4.8.
Volledigheidshalve overweegt de rechtbank dat het beroep van de gemeente op de formele rechtskracht van gemelde mededeling van OPTA d.d. 18 mei 2011, waarin wordt geweigerd het verzoek tot geschilbeslechting in behandeling te nemen, hoe dan ook gedoemd is te stranden. Wat van die formele rechtskracht ook zij, in deze procedure vordert Tele2 een veroordeling van de gemeente ter zake van de verleggingskosten c.a. en komt zij niet op tegen voormelde weigering van OPTA.
4.9.
Al met al is de conclusie dat Tele2 in zoverre in haar vorderingen kan worden ontvangen.
Voor het overige
4.10.
Ex het hiervoor geciteerde artikel 5.8 Wtv geldt dat een aanbieder van een openbaar telecommunicatienetwerk zoals Tele2 verplicht is op verzoek van degene op wie de gedoogplicht rust - de gemeente - op eigen kosten over te gaan tot het verplaatsen van kabels, voor zover deze verplaatsing noodzakelijk is voor het litigieuze werk (de zogenoemde ‘verleggingsnoodzaak’). Het project ter zake van de reconstructie van de Siemelinksweg, een van de belangrijkste verkeersaders van Deventer, staat daarbij op zich als werk in de zin van gemeld wetsartikel niet ter discussie.
4.11.
Kern van het standpunt van Tele2 is dat de kosten van de verlegging vergoed moeten worden, voor zover deze kosten uitgaan boven die van de door Tele2 gewenste veel goedkopere alternatieve maatregelen. Als gevolg van deze alternatieve maatregelen zouden slechts enkele beschermende maatregelen nodig zijn geweest en had het netwerk van Tele2 alleen lokaal verplaatst hoeven te worden, zodat Tele2 niet, zoals nu is gebeurd, een volledig nieuwe kabel had behoeven aan te leggen.
4.12.
De gemeente betoogt dat het alternatief van Tele2 inhoudelijk onduidelijk is en te laat werd ingediend, waardoor Tele2 haar rechten heeft verwerkt. Voorts bestrijdt de gemeente dat sprake is van een reëel (goedkoper) alternatief.
4.13.
De rechtbank acht ten aanzien van het verweer van de gemeente dat het alternatief van Tele2 inhoudelijk onduidelijk is en te laat werd ingediend de volgende feiten en omstandigheden van belang:
 De brief van 3 oktober 2008 van Tele2 bevat slechts een offerte van de te maken kosten voor de door de gemeente verlangde verlegging, doch geen alternatieve voorstellen.
 Bij de plenaire bijeenkomsten van de gemeente met de nuts- en telecombedrijven inzake het project was Tele2 - zoals hiervoor aangegeven onder de feiten - doorgaans niet aanwezig, ook niet bij de overleggen van 1 juli 2009 en 25 augustus 2009 waarbij met de wel aanwezige netwerkbeheerders afspraken zijn gemaakt over de betreffende planning en overeenstemming is bereikt over verplaatsing van leidingen en kabels naar het door de gemeente aangewezen tracé.
 Pas op 7 juli 2009 heeft Tele2 in een bilateraal overleg met de gemeente voor het eerst en slechts mondeling kenbaar gemaakt bezwaren te hebben aangezien volgens haar kan worden volstaan met een gedeeltelijke verplaatsing.
 Eerst in gemelde brief van 1 september 2009 heeft Tele2 schriftelijk aan de gemeente het volgende voorgesteld:
Vanaf de Zweedsestraat moeten er beschermende maatregelen worden genomen bij de oversteek van de Grote Rratelaar, vervolgens kan het Tele2 netwerk verplaatst worden zonder onderbreken tot aan het einde van de wadi ter hoogte van Siemelinksweg 23 naar de berm tussen de wadi en de Siemelinksweg. Vanaf dit punt komt het Tele2 netwerk onder de rijbaan van de Siemelinksweg tot aan de Maagdenburgstraat, voor Tele2 is dit geen probleem als het netwerk in de schoon zandbed onder de fundatie komt te liggen.
Deze voorstellen zijn niet nader uitgewerkt en ook een tekening ontbreekt.
 Bij brief van 14 september 2009 heeft de gemeente Tele2 wederom verzocht om tot verlegging van haar netwerk over te gaan en daarbij aansluiting te zoeken bij de reeds (met de overige netwerkbeheerders afgesproken) gecombineerde uitvoering daarvan en voorts aangegeven dat de door Tele2 voorgestelde maatregelen voor haar niet afdoende zijn, onder vermelding van navolgende zes redenen:
  • De hoogteligging van de betrokken kabels kan door Tele2 niet worden gegarandeerd. (…)
  • De huidige ligging van de kabels, deels onder de bestaande asfaltverharding en deels onder de nieuwe aan te leggen verharding levert een risico op voor de verkeersafwikkeling bij eventuele calamiteiten aan de kabels. (…)
  • De door u voorgestelde ligging in de berm, tussen de kant van de rijbaan en de wadi, zou het gebruik van de berm beperken. (…)
  • Tele2 stelt (kostenverhogende) voorwaarden aan de gemeente voor het handhaven van de bestaande kabels (…)
  • De gemeentelijke wens tot bundeling van de nutsvoorzieningen.
  • De omstandigheden dat alle andere netwerkbeheerders wel bereid zijn tot verlegging van hun netwerk naar het door de gemeente gewenste gecombineerde nutstracé.
 Tele2 is - nadat haar kabels begin 2010 waren verplaatst - pas bij brief van 6 april 2010 ingegaan op de brief van de gemeente van 14 september 2009.
4.14.
Met de gemeente is de rechtbank van oordeel dat Tele2 aldus inderdaad te laat met haar alternatieve voorstellen is gekomen, namelijk pas nadat er met de andere aanbieders al overeenstemming was bereikt over de verplaatsing naar het betreffende tracé - en in zoverre het ‘
point of no return’ was bereikt -, waarbij de afwezigheid van Tele2 bij de diverse overleggen voor haar risico dient te komen. De door de gemeente in de conclusie van repliek op p. 8 genoemde termijn van tenminste dertien weken die nutsbedrijven eisen tussen het moment van vaststelling van het tracé (definitief ontwerp) en de start van de uitvoering, is door Tele 2 niet weersproken, terwijl het moment waarop Tele2 met haar alternatief kwam veel korter (ruim twee maanden) lag vóór de aanvang van de in de centrale overleggen met de nuts- en telecombedrijven afgesproken uitvoering. In de brief van de gemeente van 10 juli 2009 staat dienaangaande het volgende:
Bijgevoegd treft u de meest recente definitieve onwerptekeningen aan. Het bijbehorende digitale bestand heeft u reeds per e-mail ontvangen. Op de ontwerptekeningen is de ingemeten ligging van de kabels van Tele2 opgenomen. Tevens zijn de knelpunten tussen het nieuwe ontwerp en de huidige kabels gemarkeerd.
De omvang van de knelpunten en het gemeentelijk beleid tot bundeling van de nuts-infrastructuur heeft reeds in 2008 geleid tot het verzoek van de gemeente aan de nutsbedrijven om tot verlegging over te gaan (overleg van 19 augustus 2008). Deze afspraken zijn op 15 januari 2009 verder uitgewerkt.
Wij herhalen hierbij ons verzoek om die verleggingswerkzaamheden voor te bereiden en u daarbij te conformeren aan het aangeboden nutstracé, zoals opgenomen op de bijgevoegde ontwerptekeningen, en de op 1 juli 2009 gemaakte afspraken over de planning. Voor de volledigheid treft u het verslag van het overleg van 1 juli 2009 eveneens als bijlage aan.
De summiere voorstellen als hiervoor geciteerd in de brief van Tele2 d.d. 1 september 2009 zijn onvoldoende geconcretiseerd en uitgewerkt, waarvoor te meer reden was nu Tele2 pas zo laat van haar bezwaren heeft doen blijken. Niet betwist is in dit verband de stelling van de gemeente dat de als productie 15 door Tele2 in het geding gebrachte tekening, waarop Tele2 zich thans beroept, eerst in de onderhavige procedure is overgelegd. Dat Tele2 (zoals zij betoogt in haar conclusie van repliek op p. 7) niet de ruimte heeft gekregen om alternatieve maatregelen uit te werken of van een kostenonderbouwing te voorzien, valt - mede gelet op het jarenlange voortraject - geenszins in te zien.
4.15.
In de door Tele2 herhaaldelijk aangehaalde uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 25 januari 2006, LJN: AV6379 is onder meer als volgt overwogen:
De noodzaak tot het verplaatsen van kabels wordt niet louter bepaald door de vaststelling dat de aanwezigheid van de kabels de door de gedoogplichtige uit te voeren werken belemmert, in die zin dat hij niet zonder extra kosten gebouwen kan oprichten of werken kan uitvoeren. Er dient tevens een afweging gemaakt te worden van de kosten die met verplaatsing zijn gemoeid en de kosten van andere oplossingen, zoals het tijdelijk optillen van de kabels of het op een andere hoogte leggen van de kabels. De kostendraagplicht gaat in dat geval niet verder dan de kosten die gemoeid zijn met de goedkopere oplossing. Als voor de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken volstaan kan worden met minder vergaande maatregelen dan het verplaatsen van kabels is het aan de degene die wil dat de kabels verplaatst worden om aan te tonen dat de verdergaande maatregel van verplaatsing noodzakelijk is.
4.16.
Naar het oordeel van de rechtbank kan het beroep op deze uitspraak Tele2 niet baten. De ‘andere oplossingen’ en de ‘minder vergaande maatregelen’ waarover in deze uitspraak wordt gerept - daargelaten of die in dezen de inhoudelijke toets der kritiek zouden hebben kunnen doorstaan - zijn immers, zoals hiervoor is overwogen, te laat en onvoldoende geconcretiseerd en uitgewerkt door Tele2 aan de gemeente meegedeeld, zodat Tele2 de gemeente uit dien hoofde niet kan verwijten dat zij niet ten gunste van Tele2 de voorgestane afweging heeft gemaakt.
4.17.
Wat betreft de noodzaak van de (verdergaande) verplaatsing overweegt de rechtbank ten overvloede nog als volgt. De gemeente heeft zich beroepen op het als productie 3 overgelegde partijdeskundigen- rapport van GOconnectIT d.d. 19 oktober 2011, dat beargumenteerd tot de conclusie komt dat het (als ‘theoretisch alternatief’ geduide) litigieuze plan van Tele2 praktische problemen oplevert en dat ‘het zeer de vraag is of de oplossing haalbaar is’. De door Tele2 ingebrachte verklaring van de partijdeskundige de heer R.M.M. van den Boer (productie 21) bestrijdt dit.
4.18.
Op grond van het rapport van GOconnectIT is genoegzaam aangetoond dat (integrale) verlegging van het netwerk van Tele2 noodzakelijk was. De verklaring van Van den Boer kan daar naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende afbreuk aan doen. Gelet op de hiervoor getrokken conclusie dat Tele2 te laat met haar ‘alternatief’ is gekomen, kan met deze constatering worden volstaan.
4.19.
Al met al is de conclusie dat de gemeente op goede gronden heeft geweigerd de verleggingskosten als door Tele2 gevorderd te vergoeden.
4.20.
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op:
- griffierecht 1.744,00
- salaris advocaat
3.576,00(4,0 punten × tarief € 894,00)
Totaal €  5.320,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt eiseres in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde tot op heden begroot op € 5.320,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma, mr. J.N. Bartels en mr. I.F. Clement en in het openbaar uitgesproken op 27 februari 2013.