In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Nederland op 7 maart 2013 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het houden van een vlooienmarkt op het perceel Vliegbasis Twente. De vergunning was verleend aan Antiekhuis De Koperen Bol B.V. voor het organiseren van vlooienmarkten op 9 en 10 maart en 5 en 6 oktober 2013. Verzoekers, waaronder V.O.F. H.J. Busscher en Zn. en de Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente, stelden dat de vergunning in strijd was met het bestemmingsplan en dat er onvoldoende rekening was gehouden met de belangen van omwonenden. Ze vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen om de vlooienmarkten te verbieden.
De voorzieningenrechter heeft de ontvankelijkheid van de verzoekers beoordeeld en vastgesteld dat niet alle verzoekers als belanghebbenden konden worden aangemerkt. De voorzieningenrechter oordeelde dat de Vereniging Omwonenden Luchthaven Twente wel als belanghebbende kon worden aangemerkt, omdat zij de belangen van de omwonenden behartigt. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de argumenten van de verzoekers tegen de omgevingsvergunning en evenementenvergunning beoordeeld. Hierbij werd onder andere gekeken naar de vraag of de vlooienmarkt als evenement kon worden aangemerkt en of de vergunningen in overeenstemming waren met de relevante wet- en regelgeving.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de bestreden besluiten tot het verlenen van de omgevingsvergunning in rechte in stand konden blijven. De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de verzoekers niet zodanig werden aangetast dat verweerder niet tot afgifte van de vergunning kon overgaan. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Oosterveld, en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.