Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
- de hendels van de hogedrukketel;
- de hendels van de beide destilleerketels;
- de temperatuurknoppen van de beide destilleerketels;
- de radioknoppen en -stekker;
- de tiewraps van de waterafvoer;
- de knoppen van de watertoevoer en
- twee stuks plakband (duct tape) op een papieren zak met daarin precursor.
- op de hendel van de linker destilleerketel;
- de temperatuurknop van de rechter destilleerketel en
- de knoppen van de watertoevoer.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder B van de Opiumwet gegeven verbod en medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 aanhef en onder D van de Opiumwet gegeven verbod (feit 1);
gepleegd in eendaadse samenloop met
medeplegen van: om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet voor te bereiden of te bevorderen, zich of een ander gelegenheid en middelen tot het plegen van dat feit verschaffen (feit 3)
en voorts:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod (feit 2).
gevangenisstrafvoor de duur van
48 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.