De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de uitgewerkte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte
1.
op 20 juli 2023 te [dorp] ,als werkgever, opzettelijk, heeft nagelaten,in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en de daarop berustendebepalingen, immers heeft zij, tezamen en in vereniging met anderen,in strijd met
- artikel 5, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van hetarbeidsomstandighedenbeleid niet of onvoldoende in een inventarisatie enevaluatie schriftelijk vastgelegd welke risico’s (aanrijdgevaar) het vangen enladen van pluimvee door werknemers van haar medeverdachte in eendonkere/slecht verlichte werkzone (kippenstal) en het zich aldaar gelijktijdigbevinden van bewegende mobiele arbeidsmiddelen (een verreiker bestuurd doorhaar werknemer) met zich brengt,
en
- artikel 8, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet er niet voor gezorgd dathaar werknemer doeltreffend werd ingelicht over de te verrichten werkzaamhedendoor werknemers van haar medeverdachte (het vangen en laden vanpluimvee) in de kippenstal en de daaraan verbonden risico’s (aanrijdgevaar) bijhet gelijktijdig in die stal bewegen/bevinden van mobiele arbeidsmiddelen (eenverreiker bestuurd door haar werknemer), alsmede over de maatregelen die eropgericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken,
- artikel 8, vierde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet niet of onvoldoendetoezicht gehouden op de naleving van de instructies en voorschriften gericht ophet voorkomen en beperken van de in artikel 8, eerste lid genoemde risico’s, teweten het verrichten van werkzaamheden (het vangen en/of laden van pluimvee)door werknemers van haar medeverdachte in de directe omgeving vanbewegende/rijdende mobiele arbeidsmiddelen (een verreiker bestuurd door haarwerknemer)
- artikel 19, eerste lid en tweede lid van de Arbeidsomstandighedenwet, arbeidlaten verrichten in het bedrijf/inrichting - een kippenstal gelegen aan de[adres 2] - door werknemers van haarmedeverdachte, terwijl zij, verdachte, en haar medeverdachten niet onderlingop doelmatige wijze samen werkten teneinde de naleving van het bij enkrachtens de Arbeidsomstandighedenwet bepaalde te verzekeren (eerste lid) enzij, verdachte, en haar medeverdachten niet schriftelijk hadden vastgelegd opwelke wijze werd samengewerkt, welke voorzieningen daarbij werden getroffenen op welke wijze daarop toezicht werd uitgeoefend (tweede lid),
- artikel 7.3, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit gehandeld door erniet zorg voor te dragen dat het aan haar werknemer ter beschikking gestelde arbeidsmiddel, te weten de verreiker, uitsluitend gebruikt werd in de (kippen)stal voor het doel en op de wijze waarvoor die verreiker was ingericht, immers was degebruiksaanwijzing van de verreiker niet aanwezig in de verreiker en is door debestuurder van de verreiker, te weten haar werknemer, niet de gebruiksaanwijzingvan de verreiker nageleefd, immers was er door haar werknemer geen gebruikgemaakt van de snelheidsbeperker en was er door haar werknemer niet allesaan gedaan om ten alle tijde goed zicht te hebben over de onmiddellijke omgevingvan de verreiker, zoals werd voorgeschreven in de gebruiksaanwijzing,
en
- artikel 7.5, eerste lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit gehandeld door nietde nodige maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat het arbeidsmiddel, teweten de verreiker, tijdens de gehele gebruiksduur door toereikend onderhoud ineen zodanige staat werd gehouden dat gevaar voor de veiligheid en de gezondheidvan haar werknemer en de werknemers van haar medeverdachte zoveelmogelijk werd voorkomen, immers ontbrak de buitenspiegel en ontbrak het akoestisch signaal bij het achteruitrijden,
- artikel 7.17c vierde lid, vijfde lid en zesde lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit geen doeltreffende verkeersregels vastgesteld teneinde het aanrijdgevaar te voorkomen in het geval een mobiel arbeidsmiddel (een verreiker bestuurd door haar werknemer) zichbewoog binnen een werkzone waar werknemers van haar medeverdachte zichkonden bevinden (vierde lid) en geen doeltreffende organisatorischemaatregelen genomen om te voorkomen dat werknemers van haarmedeverdachte zich bevonden in de werkzone van mobiele arbeidsmiddelen meteigen aandrijving (een verreiker bestuurd door haar werknemer)(vijfde lid) en,indien voor de goede uitvoering van de werkzaamheden (het vangen en ladenvan pluimvee) de aanwezigheid van werknemers van haar medeverdachte in eenwerkzone als bedoeld in het vijfde lid was vereist, geen doeltreffende maatregelengenomen om te voorkomen dat deze werknemers door het mobielearbeidsmiddel (een verreiker bestuurd door haar werknemer) gewond kondenraken (zesde lid),
terwijl daardoor, naar zij, verdachte, en haar medeverdachten redelijkerwijs moesten weten, dat levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheidvan een van haar werknemers, [slachtoffer 1] , ontstond of te verwachten was;
op 20 juli 2023 te [dorp] tezamen en in vereniging met anderen,aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend en onachtzaam en onzorgvuldig en nalatig heeft gehandeld door werknemers van haar medeverdachte, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] , arbeid te laten verrichten in een donkere/slecht verlichte kippenstal, in de werkzone van mobiele arbeidsmiddelen met eigenaandrijving, te weten een verreiker (bestuurd door haar werknemer) zonder afdoende instructies en voorlichting, terwijl zij, verdachte,
- bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid heeft nagelaten de risico’svan het aanrijdgevaar bij die werkzaamheden en onder die omstandigheden ineen donkere/slecht verlichte kippenstal bij het verrichten van arbeid (vangenen laden van pluimvee) van werknemers van haar medeverdachte en het zichdaar gelijktijdig bevinden van bewegende mobiele arbeidsmiddelen, te weteneen verreiker (bestuurd door haar werknemer) te inventariseren en in eenevaluatie schriftelijk vast te leggen,
- er niet voor heeft gezorgd dat risico beperkende maatregelen waren omschrevenen getroffen teneinde het aanrijdgevaar door mobiele arbeidsmiddelen te weteneen verreiker (bestuurd door haar werknemer) voor werknemers van haarmedeverdachte aldaar te beperken,
- er niet voor heeft gezorgd dat de werknemers van haar medeverdachte diealdaar werkzaamheden verrichtten, doeltreffend werden ingelicht over de teverrichten werkzaamheden en het daaraan verbonden risico van aanrijdgevaardoor mobiele arbeidsmiddelen, te weten een verreiker (bestuurd door haarwerknemer), alsmede over de maatregelen die erop gericht waren dit risico tevoorkomen en te beperken,
- niet of onvoldoende toezicht heeft gehouden op de naleving van de instructiesen voorschriften gericht op het voorkomen en beperken van risico’s bij de teverrichten werkzaamheden van de werknemers van haar medeverdachte in dedirecte omgeving van bewegende/bevindende mobiele arbeidsmiddelen, te weteneen verreiker (bestuurd door haar werknemer),
waardoor het aan de schuld van haar en haar medeverdachten te wijten is datde werkneemster van haar medeverdachte, [slachtoffer 1] door de verreiker aan-en overreden is, waardoor zij zodanig letsel heeft bekomen dat zij daardoor is overleden.