Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijsvraag.
Feit 1
appenwas. Verdachte kwam naar boven en sommeerde het slachtoffer haar telefoon af te geven en naar beneden te komen. Ook wilde hij de toegangscode van haar telefoon hebben. Eenmaal beneden gaf het slachtoffer hieraan – ondanks de vermaningen en het woordelijk aandringen van verdachte – geen gehoor. In kwaad gemoed wikkelde verdachte hierop een deken om zijn handen en sloeg het slachtoffer vervolgens meerdere keren en hard op haar hoofd, waarvan het slachtoffer nog enkele dagen last had. ‘Hij bleef slaan, want ik moest ‘t (…) vertellen’, verklaarde het slachtoffer. En toen: ‘(…) als je stopt, dan vertel ik ‘t. Toen stopte hij.’ Om het weer goed te maken moest het slachtoffer verdachte een knuffel geven. Daarna moest het slachtoffer op de bank in de woonkamer gaan liggen. Het slachtoffer lag vervolgens met haar rug op de bank. Verdachte begon haar aan te raken: over haar armen, benen en buik. Het slachtoffer zei dat verdachte met het kietelen moest ophouden: ‘Stop, want dat kietelt’. Het slachtoffer had op dat moment een pyjamashirt, bh, een onderbroek én een legging aan. Die legging werd vervolgens, nadat verdachte aan het slachtoffer vroeg waarom zij deze nog aan had – ‘hoezo heb jij je legging aan (…) Want je slaapt nooit met een legging’ - door verdachte uitgedaan. Kennelijk stond het slachtoffer op dat moment, want zij moest van verdachte daarna weer op de bank gaan liggen, waarna hij haar wéér begon aan te raken. Verdachte ging vervolgens, het slachtoffer nog altijd liggend op de bank, voor het slachtoffer zitten. Nadat hij haar benen had vastgepakt, deed hij zijn hand in haar onderbroek; met zijn vingers raakte hij vervolgens haar vagina aan. Daar bleef het niet bij: verdachte trok de onderbroek van het slachtoffer uit, wreef over haar clitoris, likte haar vagina en stopte zijn vinger ín haar vagina. Eerst één, daarna twee. Het slachtoffer probeerde verdachte – verdachte zat voor haar op de bank, terwijl zij op haar rug lag, met haar benen en voeten op zijn schouders – weg te duwen. Ook in woord probeerde zij verdachte te laten stoppen: ‘Ik zei de hele tijd stop’. Tevergeefs. Hierop deed verdachte de onderbroek van het slachtoffer uit. ‘Stop, ik vind het niet leuk.’, zou het slachtoffer toen nog tegen haar vader hebben gezegd. Verdachte reageerde hier echter niet op en ging onbewogen verder. Pas toen het slachtoffer aangaf dat het pijn deed, stopte hij.
Feit 2.
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 29 januari 2025;
- een proces-verbaal van aangifte door [betrokkene 2] , medewerker Veilig Thuis, van 5 maart 2024, opgemaakt en ondertekend door verbalisant [verbalisant 1] , pag. 14-16;
- een proces-verbaal van verhoor: [slachtoffer 1] van 10 april 2024, inhoudende een verslag verbatim studioverhoor, in opdracht van verbalisant [verbalisant 2] opgemaakt door [verbalisant 3] , schrijftolk, pag. 21, 23-26, 37-40.
Feit 3.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit en van verdachte.
Oplegging van straf en maatregelen.
first offenderis. Daarnaast is verzocht – conform het door de reclassering geformuleerde advies – een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, met dien verstande dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van minimaal achttien maanden waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met daaraan gekoppeld de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.
first offender.
Het is voor de reclassering niet mogelijk gebleken om het risico op recidive en letsel in te schatten, gelet op de gedeeltelijke ontkenning van verdachte en het feit dat hij niet eerder voor dergelijke delicten in beeld is gekomen. Naar het oordeel van de reclassering is er indicatie om in te zetten op toezicht en behandeling. Bij een veroordeling adviseert zij ook een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen, te weten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en een contactverbod met zijn kinderen (of in ieder geval met zijn dochter).
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] .
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verkrachting, terwijl de schuldige het feit begaat tegen zijn kind
Mishandeling
Poging tot zware mishandeling
gevangenisstrafvoor de duur van
40 maandenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan
12 maanden voorwaardelijken een
proeftijdvan
2 jaren. Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
- De veroordeelde meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Leger Des Heils op het adres Dokter Cuyperslaan 80, 5623 BB Eindhoven of via het telefoonnummer: 088 090 1140. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- De veroordeelde werkt mee aan diagnostiek en laat zich (indien uit de diagnostiek voortkomend) behandelen door De Rooyse Wissel Helmond of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra de veroordeelde is aangemeld en er plek is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;