ECLI:NL:RBOBR:2025:7133

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
NL:TZ:0000402100:M001
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om extra uren begeleiding voor mentor in het kader van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 30 oktober 2025 een beschikking gegeven op verzoek van Bewindvoerderskantoor Kroezen B.V. Het verzoek betreft de toekenning van 10 extra uren begeleiding voor een betrokkene, die sinds november 2024 in een gezinshuis woont. De verzoeker stelt dat de begeleidingsbehoefte is toegenomen door de impact van deze situatie op de betrokkene en haar ouders, die moeite hebben met de nieuwe woonomgeving en invloed uitoefenen op de betrokkene. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek en de bijlagen, maar heeft besloten af te zien van een mondelinge behandeling.

De kantonrechter overweegt dat de verzoeker als mentor is benoemd en dat op basis van artikel 4 lid 5 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren, de beloning kan worden aangepast in uitzonderlijke omstandigheden. Echter, de kantonrechter concludeert dat de door verzoeker genoemde extra werkzaamheden niet onder de uitzonderlijke omstandigheden vallen, maar tot de normale werkzaamheden van een mentor behoren. De kantonrechter wijst het verzoek af, waarbij hij de solidariteitsgedachte en het forfaitaire karakter van de beloning in overweging neemt. De beslissing houdt in dat voor de extra uren aan zorg en aandacht voor de betrokkene geen extra beloning wordt toegekend. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Toezicht
Locatie 's-Hertogenbosch
toezichtnummer
:
NL:TZ:0000402100:M001
CBM-nummer
:
[dossiernummer]
beschikkingsnummer
:
[beschikkingsnummer]
datum
:
30 oktober 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
Bewindvoerderskantoor Kroezen B.V.,
[postbus] , [postcode 1] [vestigingsplaats] ,
Kamer van Koophandel-nummer [kvk] ,
hierna te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:

[naam betrokkene] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,wonende te [adres] , [postcode 2] [woonplaats] ,hierna te noemen: betrokkene.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 22 mei 2025,
- de nadere informatie, ontvangen op 8 oktober 2025.
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

Beoordeling

Betrokkene woont sinds november 2024 in een gezinshuis. Deze gebeurtenis heeft veel impact gehad op zowel betrokkene als haar ouders. Ouders hebben moeite met het accepteren van deze beslissing - die in overleg met betrokken instanties is genomen - en oefenen invloed uit op betrokkene. Betrokkene heeft het erg moeilijk met deze situatie, durft zich niet open te stellen en voelt zich onvoldoende veilig in haar nieuwe woonomgeving.
De begeleidingsbehoefte (het creëren van een gevoel van veiligheid in het gezinshuis en het ondersteunen van betrokkene bij het nemen van gepaste afstand van haar ouders om zo ruimte te maken voor haar eigen ontwikkeling) is hierdoor toegenomen.
Het verzoek komt er - kort gezegd - op neer dat verzoeker 10 extra uren verzoekt conform artikel 4 lid 5 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: de Regeling), nu is gebleken dat extra begeleiding nodig is.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Verzoeker is benoemd tot mentor van betrokkene. Op grond van artikel 4 lid 5 van de Regeling kan de kantonrechter wegens uitzonderlijke omstandigheden de beloning op een andere wijze vaststellen. Het verzoek om extra gewerkte uren in rekening te mogen brengen moet hieraan getoetst worden. De vraag is of in deze zaak sprake is van uitzonderlijke omstandigheden de een extra beloning rechtvaardigen. Uit de toelichting bij de Regeling (Staatscourant 2014, 32149) volgt dat de jaarbeloning geldt als gemiddelde. Verder volgt uit de toelichting dat met de Regeling beoogd wordt het overgrote deel van de gevallen van curatele, bewind en mentorschap te bestrijken. Niet uit te sluiten is echter dat zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen waarop de Regeling niet onverkort kan worden toegepast. De kantonrechter wordt daarom de ruimte gelaten om vanwege uitzonderlijke omstandigheden in het specifieke geval de beloning van de vertegenwoordiger op andere wijze vast te stellen. Met ‘uitzonderlijke omstandigheden’ wordt benadrukt dat niet te snel mag worden aangenomen dat van de Regeling kan worden afgeweken. Wat volgens de toelichting bij de Regeling in geen geval onder uitzonderlijke omstandigheden kan worden verstaan zijn de werkzaamheden die blijkens de toelichting vallen onder de verschillende voor professionele vertegenwoordigers onderscheiden categorieën werkzaamheden. Met andere woorden, werkzaamheden die beschouwd dienen te worden als de gewone werkzaamheden van een mentor vormen geen uitzonderlijke omstandigheid. Verder volgt uit de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind, Curatele en Mentorschap (zoals vastgesteld door het Landelijk Overleg Vakinhoud Toezicht op 3 april 2025) dat bij professionele mentoren, zoals verzoeker, het systeem van de beloning uitgaat van de solidariteitsgedachte dat de eenvoudige mentorschappen mede de lasten van ingewikkelder mentorschappen dragen. Inherent hieraan is dat niet voor alle extra werkzaamheden een extra beloning kan worden gevraagd.
De door verzoeker genoemde ‘extra’ werkzaamheden ten aanzien van de begeleiding van betrokkene behoren naar het oordeel van de kantonrechter tot de normale werkzaamheden van een mentor en zijn niet dermate uitzonderlijk dat hiervoor een extra beloning moet worden toegekend.
Dat de begeleidingsbehoefte in dit geval is toegenomen maakt niet dat sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. Het zijn nu juist de eerder genoemde solidariteitsgedachte en het forfaitaire karakter van de beloning die maken dat voor de extra uren aan zorg en aandacht voor betrokkene geen extra beloning wordt toegekend.
De kantonrechter zal dan ook, gelet op de ontvangen informatie, het verzoek afwijzen.

Beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.H. Schormans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2025.
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.