ECLI:NL:RBOBR:2025:7108

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
30 oktober 2025
Publicatiedatum
3 november 2025
Zaaknummer
NL:TZ:0000288564:B001
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing beloningsverzoek voor verhuizing door bewindvoerder in het kader van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 30 oktober 2025 een verzoek tot beloning voor een verhuizing afgewezen. Verzoeker, Stichting Veritas, had een beloningsverzoek ingediend op basis van artikel 3 lid 5 sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Het verzoek was ingediend na een eerdere afwijzing van een beloningsverzoek op 3 december 2024, waartegen verzoeker hoger beroep had ingesteld. In hoger beroep werd de eerdere beschikking bekrachtigd, en het verzoek om proceskosten werd afgewezen. Verzoeker stelde dat er onduidelijkheid bestond over welke werkzaamheden recht gaven op beloning voor de verhuizing, en dat verschillende gerechtshoven hierover verschillende standpunten innamen. De kantonrechter overwoog dat de werkzaamheden die verzoeker had verricht, niet in het belang van betrokkene waren, maar enkel in het belang van verzoeker zelf. Daarom werd het verzoek afgewezen, met de overweging dat de extra werkzaamheden en tijd die gepaard gaan met het bijwonen van zittingen al onder de forfaitaire beloning vallen. De beslissing kan door de verzoeker en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, maar uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Toezicht
Locatie 's-Hertogenbosch
toezichtnummer
:
NL:TZ:0000288564:B001
CBM-nummer
:
[dossiernummer]
beschikkingsnummer
:
[beschikkingsnummer]
datum
:
30 oktober 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
Stichting Veritas Vertegenwoordiging,
[postbus] , [postcode 1] [vestigingsplaats] ,
Kamer van Koophandel-nummer [kvk] ,
hierna te noemen: verzoeker,
met betrekking tot:

[naam betrokkene] ,geboren te [geboorteplaats] , [geboorteland] op [geboortedatum] ,wonende te [adres] , [postcode 2] [woonplaats] ,hierna te noemen: betrokkene.

Procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 1 oktober 2025.
De kantonrechter heeft op grond van de ontvangen informatie afgezien van een mondelinge behandeling.

Beoordeling

Verzoeker heeft een beloningsverzoek (beloning voor een verhuizing) conform artikel 3 lid 5 sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hierna: de Regeling) ingediend. In het verzoek is aangegeven dat door verzoeker alleen administratieve werkzaamheden zijn verricht. Het beloningsverzoek is om voornoemde reden door de kantonrechter afgewezen bij beschikking van 3 december 2024.
Hiertegen is door verzoeker hoger beroep ingesteld.
Verzoeker geeft als reden hiervoor, dat er een verschil van mening is welke werkzaamheden recht geven op de beloning voor een verhuizing en geeft tevens aan dat het uitzonderlijke hierin is gelegen dat verschillende gerechtshoven hierover een ander standpunt innemen.
In hoger beroep is de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 3 december 2024 bekrachtigd. Tevens heeft het hof het verzoek van de bewindvoerder om de kantonrechter in de rechtbank Oost-Brabant te veroordelen in de proceskosten in hoger beroep afgewezen omdat iedere wettelijke grondslag voor de toewijzing van dit verzoek ontbreekt. Het hof heeft vervolgens overwogen dat dit betekent dat de bewindvoerder de eigen proceskosten dient te dragen.
Verzoeker heeft vervolgens onderhavig verzoek ingediend dat er feitelijk op neerkomt
dat voor de voorbereiding, reistijd en bijwonen van het hoger beroep 4 extra uren worden verzocht conform artikel 3 lid 6 van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren. Bij toewijzing van dit verzoek komt deze beloning ten laste van het vermogen van betrokkene.
De kantonrechter overweegt als volgt.
In de toelichting op de Regeling is onder artikel 3 lid 2, onderdeel a opgenomen dat onder de wettelijke taak van een bewindvoerder onder meer wordt begrepen het bijwonen van zittingen van de kantonrechter. De ‘extra’ werkzaamheden en tijd die hiermee gepaard gaan vallen derhalve in beginsel onder de forfaitaire beloning.
Artikel 3 lid 6 van de Regeling ziet op het vaststellen van een beloning wegens uitzonderlijke omstandigheden, die betrekking heeft op werkzaamheden die de bewindvoerder heeft verricht in het belang van betrokkene.
Het verzoek ziet echter op het vaststellen van een beloning (wegens uitzonderlijke omstandigheden) die zien op werkzaamheden uitgevoerd door verzoeker die niet in het belang van betrokkene zijn verricht. Verzoeker heeft immers hoger beroep ingesteld tegen de afwijzende beschikking ten aanzien van zijn beloning (voor administratieve werkzaamheden ten aanzien van de verhuizing van betrokkene). Dit is niet in het belang van betrokkene maar enkel in het belang van verzoeker, De kantonrechter zal daarom , gelet op de ontvangen informatie, het verzoek afwijzen.

Beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.H. Schormans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2025.
Tegen deze beschikking kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.