2.9.[A] heeft als getuige het volgende verklaard:
Ik ben van 1 april 2018 tot april/mei 2022 directeur van het fonds geweest bij S5.
Met betrekking tot de hier aan de orde zijnde projecten kan ik u het volgende mededelen.
Voordat wij hadden gesproken met [gedaagde 1] had S5 al een pand gekocht in Dordrecht. Ook bij die overeenkomst zijn toen rentevergoedingen afgesproken. Dat was zo besproken met de afdeling finance van S5.
Toen wij vervolgens in contact kwamen met [gedaagde 1] over de panden in Den Bosch en Hengelo
heb ik deze afspraken in overleg met de afdeling finance meegenomen in de onderhandelingen. Die afspraak hield in dat er rente betaald moest worden vanaf het moment van de datum van de facturen tot het moment van betaling van de facturen. [gedaagde 1] was het niet met ons eens over de hoogte van de berekende rente. [gedaagde 1] vond dat wij te lang wachtte met de betaling van de facturen, waardoor die rente opliep. Het discussiepunt was dus niet de vraag of [gedaagde 1] wel of niet rente moest betalen. Het discussiepunt ging louter over de hoogte van het bedrag en dat bedrag liep op naar mate er meer tijd verstreek tussen
verzending van de factuur en betaling van de factuur. Er ging namelijk tijd gemoeid met de
goedkeuring van de facturen. Er waren twee handtekeningen nodig en het duurt soms even voordat die verkregen waren omdat het werk niet ver genoeg gevorderd was.
Op vragen van mr. Schelhaas antwoord ik als volgt:
Op uw vraag hoe ik mij heb voorbereid op deze zitting antwoord ik dat ik overleg heb gehad
met mijn eigen advocaat om te horen hoe een dergelijke zitting verloopt. Mevr. [D]
heeft mij nog geappt met de vraag om koffie te drinken en om bij te praten en de klok gelijk te zetten. Op die uitnodiging ben ik niet ingegaan. Ik heb ook nog twee keer contact gehad met mr. Smeekens. De eerste keer was in verband met de uitnodiging van dit getuigenverhoor en de tweede keer was een herinnering voor dit getuigenverhoor.
U laat mij de overeenkomst zien met betrekking tot Den Bosch en dan met name art. 2.3. Op
uw vraag of daarin staat omschreven wat er is afgesproken omtrent de rentevergoeding
antwoord ik dat in deze bepaling de afspraak goed is verwoord. Vervolgens laat u mij art. 2.3 zien met betrekking tot de overeenkomst in Hengelo. Ook die is goed verwoord. Ik heb
deze overeenkomst meegenomen naar de afdeling finance en die hebben voor mij op basis
van de methodiek in Dordrecht en de overeenkomst de rente berekend.
Mr. Smeekens vraagt vervolgens of ik de bepaling in geheel goed wil lezen. Nadat ik dit heb
gedaan kom ik tot de conclusie dat in deze bepaling niet exact staat opgenomen wat de
afspraak was met [gedaagde 1] . Wij hebben een rente gevraagd vanaf de datum van de factuur tot
de datum van betaling. Dat wijkt dus af van wat in de overeenkomst staat.
Op uw vraag wat nu precies het doel is van die rentevergoeding antwoord ik het volgende.
Normaal gesproken als wij een gebouw turnkey kopen betalen wij het gebouw op het moment dat wij de sleutel krijgen en eigenaar worden van het gebouw. In dit geval was het zo dat wij al tussentijds betalingen doen met als gevolg dat de ontwikkelaar geen
financiering hoefde af te sluiten voor ontwikkeling van het gebouw. Hij kreeg immers tussentijds al betaald. Omdat wij al wel moesten betalen verwachten wij een tegenprestatie
in de vorm van rente.
De hier aan de orde zijnde rente is een compensatie voor betalingen die gedaan zijn vóór
oplevering van het gebouw. Wij betaalde immers onder andere rente in het kader van het
bouwdepot bij ABN AMRO en ook de beleggers kregen een bepaalde rentevergoeding voor
het geld dat zij al ter beschikking hadden gesteld.
Op uw vraag of [gedaagde 1] het eens was met deze rentevergoeding antwoord ik dat dat niet het geval was. In de onderhandeling is het wel een punt van discussie geweest, maar het was voor ons een harde eis om die rentevergoeding te krijgen. Op uw vraag of er nog een poging
is gewaagd om tot een compromis te komen antwoord ik dat dat niet het geval is geweest.
Zoals aangegeven was dit voor ons een eis en zo is dat ook in de overeenkomst gekomen.
Dit was overigens ook gebruikelijk in Nederland ten tijde hier aan de orde voor de forward
funding.
Ik heb u net horen verklaren dat de harde eis ook op die manier in de overeenkomst terecht
is gekomen en wel op de manier zoals die nu in de overeenkomst staat. U hebt ook verklaard
dat het afwijkt over de daadwerkelijke afspraak over de rentevergoeding. Op uw vraag
waarom dan de tekst van de overeenkomst niet is aangepast antwoord ik dat ik dat niet meer
weet. Er is verder over deze tekst ook geen discussie geweest. Ook [gedaagde 1] heeft niet gevraagd
om de tekst aan te passen.
Op uw vraag of ik mij een videocall kan herinneren met [gedaagde 1] over de inhoud van de overeenkomst antwoord ik dat ik die mij niet kan herinneren. In mijn beleving hebben alle
afspraken over deze overeenkomst op locatie plaatsgevonden in aanwezigheid van andere
personen. Zo zijn wij een paar keer bijeengekomen bij Van der Valk in Breukelen en een
enkele keer bij het makelaarskantoor. Op uw vraag of ik mij nog kan herinneren wie er
aanwezig waren bij die bijeenkomsten kan ik mij [E] nog herinneren de
verkopend makelaar. Bij de bijeenkomsten bij Van der Valk waren altijd aanwezig mensen
van Certa Advocaten en ook mr. Smeekens hier aanwezig. Aan de kant van [gedaagde 1] waren
altijd aanwezig dhr. [B] en zijn zoon, hier aanwezig.