Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
en bestaande dat geweld en/of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte,
en bestaande dat geweld en/of of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid hierin dat verdachte,
De formele voorvragen.
Bewijs.
“Echt sorry maar kon me gewoon niet inhouden hopelijk laat je het zo. Ik ga wel afstand nemen van jou en iedereen beter zo je bent duidelijk geweest dat het niet kan en ook niet als ik weg bent wat ik eigenlijk wel had gehoopt nou doei ik ga je niet meer lastig vallen”.
[verdachte] gaf aan dat er een voorval is geweest. Wij hebben het doorlopen en hij gaf het toe. De medewerker op wie hij verliefd zou zijn, liep met hem mee naar de deur om naar buiten te gaan. Hij duwde haar tegen de muur en liet weten dat hij verliefd door haar proberen te kussen. Hij heeft haar achterwerk gestreeld. De medewerkster wilde dit niet en liet hem daarna naar buiten. De medewerkster riep nog na dat hij hier problemen mee zou krijgen en [verdachte] gaf aan dat hij het er voor over had.Verder gaf hij aan dat zijn verliefdheid al maanden bekend was en snapt niet dat, als het een probleem was, waarom dit niet eerder gerapporteerd is. Hij vroeg zich ook af waarom hij naar buiten mocht om te werken.”.
De bewezenverklaring.
en bestaande die feitelijkheid hierin dat verdachte,
en bestaande die feitelijkheid hierin dat verdachte,
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
gevangenisstrafvoor de duur van
3 maanden voorwaardelijkmet een proeftijd van 2 jaren.
Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staatten behoeve van [slachtoffer] , van een bedrag van 1.332,59 euro.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :