ECLI:NL:RBOBR:2025:6615

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
01.072459.24 ontneming
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel uit hennepteelt met meerdere eerdere oogsten

Op 16 oktober 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen een verdachte die betrokken was bij de teelt van hennep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wederrechtelijk voordeel had verkregen uit de opbrengst van veertien eerdere oogsten van hennepplanten. De vordering van de officier van justitie, die strekte tot betaling van € 241.414,88 aan de Staat, was gebaseerd op de opbrengst van deze eerdere oogsten. De rechtbank stelde het wederrechtelijk verkregen voordeel vast op € 120.707,44, dat de verdachte moest betalen aan de Staat. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat op 2 oktober 2025 plaatsvond, waarbij de verdachte werd betrapt op het telen van hennep in zijn woning. De rechtbank concludeerde dat er voldoende bewijs was voor de aanwezigheid van een hennepkwekerij en dat de verdachte betrokken was bij meerdere eerdere oogsten. De verdediging had betoogd dat de vordering tot ontneming afgewezen moest worden, maar de rechtbank verwierp dit standpunt. De rechtbank achtte de berekeningsmethodiek van de officier van justitie valide en wees de vordering voor het overige af. De uitspraak benadrukt de ernst van de strafbare feiten en de noodzaak om ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel te sanctioneren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer ontneming: 01/01.072459.24Parketnummer: 01/01.072459. [verdachte]
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.072459.24 (ontnemingszaak)
Datum uitspraak: 16 oktober 2025
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats] op [1959] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: veroordeelde.

Onderzoek van de zaak.

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 2 oktober 2025.
De vordering van de officier van justitie van 2 september 2025 strekt tot het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 241.414,88 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De vordering is gegrond op veertien eerdere oogsten van 160 hennepplanten.

De beoordeling.

Het standpunt van de officier van justitie.
Op de in het schriftelijk requisitoir uitgewerkte gronden acht de officier van justitie een pondspondsgewijze toerekening passend. De officier van justitie heeft daarom gevorderd om het wederrechtelijk verkregen voordeel van veroordeelde vast te stellen op € 120.707,44 en voor dit bedrag een betalingsverplichting op te leggen.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel afgewezen dient te worden. Hij heeft immers, op gronden als verwoord in zijn schriftelijke pleitnota, vrijspraak heeft bepleit van hetgeen in de onderliggende strafzaak aan veroordeelde ten laste is gelegd. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden beperkt tot hoogstens één kweek.
De beoordeling door de rechtbank.
De vordering is tijdig ingediend.
De veroordeelde is bij vonnis van 16 oktober 2025 van deze rechtbank veroordeeld voor de volgende strafbare feiten:
medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder b, van de Opiumwet gegeven verbod (omstreeks 23 januari 2024);
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking (in de periode van 1 januari 2024 tot en met 23 januari 2024);
medeplegen van opzettelijk enig electriciteitswerk beschadigen en een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor een ander te duchten is (in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 23 januari 2024).
Bewijsmiddelen
1.
Een proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij met nummer PL2100-2023144361-1 van 12 maart 2024 (p. 8-12, met bijlagen p. 14-38), voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] :
Op 16 januari 2024 stelden wij een onderzoek in op het adres [adres 1] . Op het genoemde adres staat [verdachte] geboren op [1959] te [geboorteplaats] ingeschreven. Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Omschrijving aanwijzingen hennepteelt buiten de kweekruimte(n)(...) Na het binnentreden zagen wij het volgende:
- een duidelijk waarneembare hennepgeur;
- een duidelijk hoorbare afzuiginstallatie;
- ander in het zicht aangetroffen kweekmateriaal;
- in het zicht aangetroffen jerrycans met groei-/bloeimiddelen.
KweekruimteNa het binnentreden zagen wij het volgende:
De kweekruimte werd aangetroffen op de eerste verdieping van de woning. Er was één kamer geheel ingericht als kweekruimte. Deze kamer stond geheel gevuld met potten met daarin hennepplanten. Aan de wand waren meerdere transformatoren gemonteerd. Boven de hennepplanten hingen 600 watt assimilatielampen. Op de gang, naast de toegang tot de kweekruimte, stond een grote waterton. Vanuit deze waterton liep een tuinslang naar de badkamer en was hier aangesloten op de kraan van de douche. Vanuit de kweekruimte liep er een luchtafvoerslang naar de naastgelegen kamer. Vanaf de gang liepen twee stroomdraden naar de kweekruimte.
In totaal stonden er 160 hennepplanten. Per m2 stonden er 13 planten. Voor de belichting werd gebruik gemaakt van kunstlicht, geschakeld op tijdklokken. In totaal hingen er in de kweekruimte 13 lampen. Assimilatielampen 600 watt van Philips.
De kweekruimte was geïsoleerd met betrekking tot daglicht en temperatuur. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. In de kweekruimte werd gebruik gemaakt van verwarming, thermostaat- of computergestuurd.
Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van speciaal verrijkte aarde, potgrond.
Voor het bestrijden van ziekten en/of ongedierte werd gebruik gemaakt van biologische bestrijdingsmiddelen, namelijk Bio insect stop.
De hennepplanten bleken te zijn opgekweekt uit extern gekochte stekken van moederplanten.
Vaststelling hennepWij constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen dat het hennepplanten waren. Wij constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 Opiumwet.
Openen meterkast ten behoeve van de veiligheidHet is een feit van algemene bekendheid dat bij hennepkwekerijen meestal diefstal van elektriciteit plaatsvindt. Deze diefstal van elektriciteit vindt meestal plaats door het maken van illegale aftakkingen/aansluitingen in de meterkast, buiten de normale zekeringkast om. Dergelijke illegale elektriciteitswerken leveren een gevaarlijke situatie op voor de ter plaatse aanwezige personen. (...)
ElektriciteitsvoorzieningDe elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [persoon 1] , fraude-inspecteur bij de netbeheerder [benadeelde partij] , in onze aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat de aarde draad die in de meterkast op de hoofdaardrail gemonteerd hoort te zitten was losgemaakt.
De verzegeling van de aansluitklem van [benadeelde partij] was verbroken.
De aardedraad was aangesloten op de derde fase van onze aftakklem.
De aardedraad was verbonden aan de aardingsrail boven de hoofdschakelaar in de meterkast.
De aardedraad was niet via de KWH meter aangesloten.
De aardedraad in de kabel die van de meterkast naar het appartement liep is losgemaakt van de aardingsrail van de verdeelinrichting van het appartement.
Deze aardingsdraad is via een lasdop verbonden aan de draad die de elektrische installatie van de kwekerij voedde.
Door de netbeheerder [benadeelde partij] werd aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit. Deze aangifte is als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
Uit het rapport van de vermelde fraude-inspecteur bleek, dat de aangelegde installatie gevaar opleverde voor personen en/of goederen. Dit rapport is als bijlage bij dit proces-verbaal gevoegd.
2.
Een rapport indicatie voorgaande kweken van 12 februari 2024 (p. 140-141), voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende:
Op het adres [adres 1] is op 23 januari 2024 een hennepkwekerij aangetroffen. Het elektriciteitsstation waarop dit pand is aangesloten is vanaf 1 juni 2020 continu gemeten door [benadeelde partij] Netbeheer. In de geanalyseerde meetperiode zijn 12 uurs verbruikspatronen te zien die duiden op de aanwezigheid van een hennepkwekerij. In de geanalyseerde meetperiode is 14 maal een volledige kweekperiode in beeld (zie afbeelding 2).
Overeenkomsten aangetroffen kwekerij met de meetgegevens:
- Er is 1 kweekruimte aangetroffen met 13 lampen met een totaalvermogen van 7800W + ventilatie van totaal 1500W. Dit komt overeen met het gemeten verhoogde gemiddelde verbruik in de uren dat de kweekruimte ingeschakeld staat (zie afbeelding 3 hoogte kweekblokken).
Ter toelichting: Bij de laatste 2 blokken is er sprake van extra verbruik die oploopt tijdens koude periodes, dit wordt veroorzaakt door elektrische verwarmingssystemen, dit kan afkomstig zijn van het Waartplein 6 en/of andere panden.
- De aangetroffen hennepplanten waren ca 2 week oud, dit komt vrijwel overeen met de gemeten duur van het verhoogde verbruik tussen 12-01-2024 en 23-01-2024.
- In de straat heeft [benadeelde partij] Netbeheer een hoofdkabel bestaande uit 3 fasekabels die bij elk pand beschikbaar is. De aangetroffen kweekapparatuur was voornamelijk aangesloten op de fase L3 (blauw), dit is ook terug te zien in de meting over de gehele onderzoeksperiode. Op de overige 2 fases zijn geen kweekpatronen te zien.
- Sinds de inval van de politie zijn er geen 12uurs verbruikspatronen meer zichtbaar in de meting. Het aangetroffen type gaslamp met voorschakelapparatuur veroorzaken bij inschakelen een hoge piek in blindvermogen op dagelijks hetzelfde tijdstip 17:52u. Deze is te zien aan het begin van elk gearceerde 12uur blok (zie afbeelding 1a). Bij een handmatige meting in juni 2023 is op de elektriciteitskabel (20 panden) een vergelijkbaar patroon te zien (zie afbeelding 1b).
Kweekperiodes gemeten 12uurs/18uurs-patronen:
Van 08-01-2024 t/m 23-01-2024 (incomplete kweekperiode door stopzetting)
Van 17-10-2023 t/m 28-12-2023
Van 02-08-2023 t/m 10-10-2023
Van 16-05-2023 t/m 21-07-2023
Van 25-02-2023 t/m 01-05-2023
Van 10-12-2022 t/m 12-02-2023
Van 08-08-2022 t/m 18-10-2022
Van 21-05-2022 t/m 24-07-2022
Van 21-02-2022 t/m 02-05-2022
Van 08-12-2021 t/m 09-02-2022
Van 15-09-2021 t/m 20-11-2021
Van 13-06-2021 t/m 26-08-2021
Van 26-03-2021 t/m 02-06-2021
Van 05-01-2021 t/m 15-03-2021
Van 17-10-2020 t/m 20-12-2020
3.
Een toelichting op de vordering benadeelde partij van [benadeelde partij] , voor zover inhoudende:
DALI-meting
Reden dat wij concluderen dat er meerdere voorgaande teelten hebben plaatsgevonden zijn de gegevens uit onze DALI-meting vanuit het elektriciteitsstation aan de [adres 2] . Hierin zijn vanaf 17 oktober 2020 tot de binnentreding op 23 januari 2024 14 volledige kweekcyclussen geregistreerd waarin er sprake is van het voor hennepteelt kenmerkende schakelpatroon. Op dit elektriciteitsstation zijn in totaal 297 aansluitingen aangesloten.
Netmeting
Vanuit het elektriciteitsstation lopen verschillende uitgaande hoofdkabels. Om te bepalen vanaf welke kabel het schakelpatroon afkomstig is, is een netmeting uitgevoerd. Op de positief gemeten hoofdkabel, waarop ook de [adres 1] was aangesloten, zijn in totaal 20 aansluitingen aangesloten ( [adres 3] ). De netmeting is uitgevoerd in de periode van 20 juni 2023 t/m 26 juni 2023.
Overeenkomsten
Er zijn een aantal sterke overeenkomsten tussen de gemeten kweekcyclussen waaruit wij de conclusie trekken dat de gemeten kweken op het adres [adres 1] hebben plaatsgevonden.
Fase drie
Het schakelpatroon was alleen zichtbaar op fase drie. Op de andere fases is er geen schakelpatroon gemeten. Zoals eerder opgemerkt was de aftakking alleen aangebracht op de derde fase. Dat de aftakking maar op één fase is aangebracht is uitzonderlijk. Meestal wordt een aftakking op drie fases aangesloten om de zware belasting te verdelen.
Inschakeling
De in- en uitschakeling van de verlichting zorgt voor een sterke toe- en afname in het elektriciteitsverbruik. Dit is in onderstaande grafiek uitgedrukt in gemeten toegenomen kW in de avonduren. Het verhoogde verbruik in alle gemeten kweekperiodes komt steeds overeen en uit op ongeveer 9 kW (9000 Watt).
Dit ligt in lijn met het vermogen van de aangetroffen verlichting in de kwekerij op het adres [adres 1] . In totaal zijn er 13 lampen van 600 Watt aangetroffen met een voorschakelapparatuur die de zorgen voor een verbruikstoename van 10% komt dit uit op 8.580 Watt.
Nameting
Na de stopzetting van de kwekerij is er geen schakelpatroon meer gemeten. De kabel was schoon.
4.
Een rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij ex artikel 36e lid 2 Wetboek van Strafrecht met nummer PL2100-2023144361-1 van 24 januari 2024 (p. 42-46), voor zover – zakelijk weergegeven – inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 3] :
Wij hebben een onderzoek ingesteld naar het wederrechtelijk verkregen voordeel van [verdachte] geboren op [1959] te [geboorteplaats] .
Ontnemingsperiode
Tussen 17 oktober 2020 en 23 januari 2024. Deze periode beslaat 170 weken. Binnen de ontnemingsperiode vallen 14 eerdere oogsten. De startdatum is vastgesteld op 1 januari 2020. Vanaf deze datum is er een afwijking te zien in het stroomverbruik behorende bij genoemde woning. Een en ander is vastgesteld door de netbeheerder, [benadeelde partij] .
Opbrengst hennep per plantDe opbrengst aan hennep per plant van de kweekruimte is volgens de tabel in het rapport van Functioneel Parket Afpakken van 1 juni 2016 minimaal 28,6 gram.
Financiële opbrengst per oogstDe daadwerkelijke verkoopprijs van de hennep kon niet worden vastgesteld. Volgens het rapport van Functioneel Parket Afpakken bedraagt dit minimaal € 4.070,- per kilogram. De totale bruto opbrengst per oogst bedraagt minimaal 4,576 kilogram x
€ 4070,00 = € 18.624,32.
Vaststelling eerdere oogsten in de kweekruimte
De vermelde eerdere oogst(en) is vastgesteld op basis van ingesteld onderzoek, waarbij de volgende indicatoren aanwezig bleken.
Hennepplantenresten
Droge resten van hennepplanten waren aangetroffen op kamer naast de kweekruimte stond een grote kartonnen doos met daarin kweekpotten. In deze potten zaten gedroogde plantenresten afkomstig van hennepplanten. Tevens lagen hier 18 droogrekken met daarop hennepresten. In de kweekruimte zelf lagen gedroogde plantenresten van hennep.
Op de badkamer werd een rode kunststof bak aangetroffen met daarin groeimiddelen en hennepresten.
Op kalk gelijkende afzetting
In de kweekruimte bevond zich op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderzijde van de plantenpotten. De hoogte van de op kalk gelijkende afzetting aan de onderzijde van de potten en op het zeil tegen de opstaande rand kwam overeen.
In de kweekruimte bevond zich op het gebruikte bevloeiingssysteem (het water-/voedingsvat, de dompelpomp, circulatiepomp, vatverwarmer, filters, leiding, stekers, sproeiers) op kalk gelijkende afzetting.
Stof op koolstoffilters
De aangetroffen koolstoffilters waren in de kwekerij bevestigd middels spanbanden. Na het verschuiven van deze spanbanden werd duidelijk zichtbaar dat het koolstoffilter vervuild was door het kweken van hennep. Het filterdoek van de koolstoffilters was vervuild. Bij het verplaatsen van de bevestiging bleek dat op de plaats(en) waar deze was aangebracht, het filterdoek een aanzienlijk lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de kwekerij is opgetreden nadat de koolstoffilters in de kwekerij waren bevestigd. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kwekerij, komen deze stofdeeltjes op het filterdoek terecht.
Stof op voorwerpen
Er lag een niet doorbroken stoflaag op:
- de kappen van de armaturen van de assimilatielampen
- het stoffilter van de koolstofcilinder
- de aanwezige elektra
Vervuiling met stof in een hennepkwekerij treedt pas na langere tijd op en wordt veroorzaakt door kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin de hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kwekerij, komen deze stofdeeltjes op voormelde goederen
terecht.
Drogen van hennep
In de ruimte naast de kweekruimte waren 18 droognetten aangetroffen. Hierop waren resten van hennepplanten aangetroffen.
Lege jerrycans
In badkamer waren 2 Hy-pro terra 10 liter aangetroffen, waarin normaliter groei- en/of bloeimiddel is verpakt.
Er werden 2 10 liter jerrycan Hy-pro terra. van het merk Hy-pro met een inhoudsmaat van 10 liter aangetroffen.
Kostenberekening in de kweekruimteDe in mindering te brengen kosten per oogst voor de in dit onderzoek betrokken hennepkwekerij zijn op basis van het rapport van Functioneel Parket Afpakken (FPA) als volgt:
Afschrijvingskosten : € 150,00 (Tabel pag. 3 rapport van FPA 1-11-2010)
Hennepstekken : € 609,60 (€ 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten : € 620,80 (€ 3,88 per stek/plant)
Elektriciteitskosten : € 0,00 (Bedrag per oogst/ruimte)
Kosten knippers : € 0,00 (€ 0,00 per stek/plant)
Huisvestingskosten : € 0,00 (Bedrag per oogst/ruimte)
Totaal aan kosten : € 1.380,40
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeelHet netto wederrechtelijk verkregen voordeel wordt gesteld op:
Bruto opbrengst 14 oogst(en) x € 18.624,32 € 260.740,48
Totale kosten 14 oogst(en) x € 1380,40 € 19.325,60
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 241.414,88
Overwegingen
Ingevolge het bepaalde in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht moet worden onderzocht of veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de bewezenverklaarde feiten of andere strafbare feiten waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door veroordeelde zijn begaan.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 16 oktober 2025 bewezen geacht dat veroordeelde omstreeks 23 januari 2024 samen met een ander hennep heeft geteeld. Op grond van de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, is de rechtbank van oordeel dat buiten redelijke twijfel vaststaat dat door veroordeelde ook andere strafbare feiten zijn begaan, te weten het telen van hennep gedurende een langere periode dan bewezen is verklaard. De rechtbank ziet namelijk voldoende aanwijzingen dat veroordeelde betrokken was bij veertien (14) eerdere gerealiseerde oogsten van de hennepkwekerij die in zijn woning is aangetroffen.
In de woning zijn niet alleen vele indicatoren voor eerdere oogsten aangetroffen, ook de analyse van de verbruiksgegevens van [benadeelde partij] duidt op veertien eerdere oogsten. Anders dan de verdediging, acht de rechtbank de hieraan ten grondslag liggende berekeningsmethodiek valide en ziet geen reden om hieraan te twijfelen. In de meetgegevens van het elektriciteitsstation (afbeelding 1a, p. 141) is vanaf 17 oktober 2020 tot en met 23 januari 2024 veertien keer een 12-uursverbruikspatroon te zien dat duidt op de aanwezigheid van een hennepkwekerij. Op het elektriciteitsstation zijn 297 panden aangesloten. Om te bepalen vanaf welke hoofdkabel het patroon afkomstig was, is een netmeting uitgevoerd (afbeelding 1b, p. 141). Op de positief gemeten hoofdkabel waren twintig panden aangesloten, waaronder het [adres 1] . Tussen de meetgegevens en de in de woning van verdachte aangetroffen hennepkwekerij bestaat een aantal overeenkomsten. Allereerst blijkt uit de analyse dat het 12-uursverbruikspatroon alleen zichtbaar was op fase 3. Dit is dezelfde fase als waarop de illegale aftakking ten behoeve van de stroomvoorziening van de kweekruimte in de woning van verdachte was aangesloten. Daarnaast is er sinds de dag van de inval (23 januari 2024) geen verbruikspatroon meer gemeten. Tot slot komt het totaalvermogen van de in de hennepkwekerij aangetroffen verlichting vrijwel overeen met het verhoogde gebruik dat in alle kweekperiodes is gemeten. De rechtbank acht het zeer onwaarschijnlijk dat in een van de andere negentien aangesloten panden toevallig 1) in dezelfde periode een hennepkwekerij aanwezig was, 2) waarbij dezelfde apparatuur is gebruikt, 3) die op dezelfde tijden is ingeschakeld en 4) op hetzelfde moment is gestopt.
De verdediging heeft nog gewezen op het verhoogde verbruik eind 2023 / begin 2024 (afbeelding 2, p. 141), dat zou passen bij de verklaring van verdachte dat er pas vanaf september 2023 een hennepkwekerij in zijn woning aanwezig was. De rechtbank overweegt dat [benadeelde partij] heeft toegelicht dat er sprake is van extra verbruik dat oploopt tijdens koude periode en wordt veroorzaakt door elektrische verwarmingssystemen, welk verbruik recent in totaliteit is toegenomen in verband met de energietransitie. Daar komt bij dat de eerdergenoemde chatberichten, die naar het oordeel van de rechtbank zien op hennepteelt, dateren van vóór september 2023. Het verweer wordt dan ook verworpen.
De rechtbank acht het aannemelijk dat veroordeelde hieruit wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.
Door de rechtbank is in de strafzaak een bedrag aan schade toegewezen aan [benadeelde partij] als benadeelde partij, waarbij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel is bepaald. Aangezien de vordering van de benadeelde partij nog niet in rechte onherroepelijk is toegekend en de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht nog niet is voldaan, zal de rechtbank bij de bepaling van de omvang van het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, het toegewezen bedrag dat zij aan de benadeelde partij heeft toegekend, niet in mindering brengen (artikel 36e, negende lid, van het Wetboek van Strafrecht). Dit leidt er niet toe dat veroordeelde dit bedrag dubbel moet betalen; bij de tenuitvoerlegging van de beslissingen zal dubbele betaling worden voorkomen.
Veroordeelde is in de strafzaak met een medepleger veroordeeld voor de strafbare feiten. De rechtbank gaat ervan uit dat de veroordeelde het wederrechtelijk verkregen voordeel met de medepleger heeft gedeeld. Dit betekent dat het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel niet voor het volle bedrag, maar voor een gedeelte aan veroordeelde dient te worden toegerekend. Bij gebrek aan aanknopingspunten die nopen tot een andere verdeling, acht de rechtbank het aannemelijk dat veroordeelde en zijn medepleger het wederrechtelijk verkregen voordeel pondsponds hebben verdeeld. Het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt dus vastgesteld op (€ 241.414,88 / 2 =)
€ 120.707,44. De rechtbank stelt het bedrag dat veroordeelde aan de Staat dient te betalen vast op dit bedrag.

Toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het door de veroordeelde wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
120.707,44 euro (honderdtwintigduizend zevenhonderdzeven euro en vierenveertig cent);
- legt aan [verdachte] op de verplichting tot betaling aan de Staat van een geldbedrag ter grootte van
120.707,44 euro (honderdtwintigduizend zevenhonderdzeven euro en vierenveertig cent), ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel;
- wijst de vordering voor het overige af;
- bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van strafvordering ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.E. Bartels, voorzitter,
mr. W.M.T. Keukens en mr. R.J. Heuft, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.A.I.A. Aarts, griffier,
en is uitgesproken op 16 oktober 2025.