Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van de feiten.
De strafbaarheid van de verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De eis van de officier van justitie.
- een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 27 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde een contactverbod van de verdachte met beide slachtoffers;
- een taakstraf van 150 uren, te vervangen door 75 dagen hechtenis indien de verdachte deze taakstraf niet naar behoren verricht.
Het oordeel van de rechtbank.
De motivering met betrekking tot het beslag.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 2]
- reiskosten: € 643,17;
- medische kosten: € 1.706,16;
- materiële kosten: € 2.076,02;
- kosten zelfwerkzaamheid: € 8.583,57; en
- kosten voor huishoudelijke hulp: € 5.692,70
- toekomstige schade € 528,-.
ernstige tot zeer ernstige PTSS. Dat hiervan sprake is, blijkt echter niet afdoende uit de hiervoor genoemde medische informatie. Bovendien kan onvoldoende worden vastgesteld in hoeverre de PTSS volledig terug te voeren is op het bewezen verklaarde.
Minst genomenis naar het oordeel van de rechtbank sprake van
(d): minder ernstige PTSS, indicatie smartengeldbedrag € 2.675,00 tot
.Voor het overige is nader onderzoek noodzakelijk nu de vordering op dit punt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende is onderbouwd (zie ook hiervoor). In de meer gevorderde immateriële schade zal de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
- ten aanzien van de materiële schade (€ 686,35): 17 september 2025;
- ten aanzien van de immateriële schade (€ 4.000,00): 28 mei 2022.
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] .
- reiskosten: € 146,37;
- medische kosten: € 691,11;
- materiële kosten: € 3.207,99; en
- kosten voor huishoudelijke hulp: € 259,70.
- ten aanzien van de materiële schade (€ 3.915,45): 17 september 2025;
- ten aanzien van de immateriële schade (€ 4.000,00): 28 mei 2022.
Toepasselijke wetsartikelen.
De uitspraak.
straffen:
* een gevangenisstraf voor de duur van 30 dagen;
groot 26 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op de grond dat de verdachte zich voor het einde van een
proeftijd van 2 jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
150 uren, te vervangen door
75 dagen hechtenisindien de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht;
bijkomende straf:
* verbeurdverklaring van de volgende in beslag genomen goederen:
- een baken, aangetroffen onder Kia Carens, [kenteken 2] (goednummer [goednummer 2] );
maatregelen:
maatregel van schadevergoedingvan
€ 4.686,35, te vervangen door
56 dagen gijzeling;
- ten aanzien van de materiële schade (€ 686,35) op 17 september 2025;
- ten aanzien van de immateriële schade (€ 4.000,00) op 28 mei 2022;
- ten aanzien van de materiële schade (€ 686,35) op 17 september 2025;
- ten aanzien van de immateriële schade (€ 4.000,00) op 28 mei 2022;
maatregel van schadevergoedingvan
€ 7.915,45, te vervangen door
74 dagen gijzeling;
- ten aanzien van de materiële schade (€ 3.915,45) op 17 september 2025;
- ten aanzien van de immateriële schade (€ 4.000,00) op 28 mei 2022;
- ten aanzien van de materiële schade (€ 3.915,45) op 17 september 2025;
- ten aanzien van de immateriële schade (€ 4.000,00) op 28 mei 2022;