ECLI:NL:RBOBR:2025:625

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
5 februari 2025
Zaaknummer
11447381
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot instellen van mentorschap afgewezen

Op 28 januari 2025 heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een verzoek tot het instellen van een mentorschap voor een betrokkene. Het verzoek werd ingediend door twee verzoekers, die de kinderen van de betrokkene zijn. Tijdens de zitting op 21 januari 2025 is het verzoek mondeling behandeld, waarbij de kantonrechter kennisnam van de ingediende stukken en medische informatie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene, als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand, tijdelijk of duurzaam niet in staat is om zijn niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Echter, de kinderen van de betrokkene hebben verklaard dat zij al deze belangen behartigen en bereid zijn dit voort te zetten. Op basis van artikel 7:465 van het Burgerlijk Wetboek, dat de verplichtingen van hulpverleners regelt, is de kantonrechter van mening dat er geen noodzaak is voor het instellen van een mentorschap. De kantonrechter heeft het verzoek dan ook afgewezen, maar heeft aangegeven dat de kinderen in de toekomst, mocht de situatie veranderen, altijd opnieuw een verzoek kunnen indienen.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Toezicht
zaaknummer : 11447381 TE VERZ 24-1830
[initialen van de griffier]

Beschikking van de kantonrechter van 28 januari 2025

op verzoek van
[verzoeker 1]
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats]
en
[verzoeker 2] ,
wonende te [adres] [postcode] [woonplaats]
hierna te noemen: verzoekers,
met betrekking tot:

[betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] [postcode] [woonplaats]
hierna te noemen: betrokkene.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek (met bijlagen), ontvangen op 12 december 2024;
  • de medische informatie, ontvangen op 20 januari 2025.
Het verzoek is mondeling behandeld op de zitting van 21 januari 2025. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.

beoordeling

Het verzoek strekt tot het instellen van een mentorschap ten behoeve van betrokkene.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Uit de ontvangen informatie en de behandeling ter terechtzitting is voldoende aannemelijk geworden dat betrokkene als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of duurzaam niet in staat zal zijn ten volle zijn belangen van niet-vermogensrechtelijke aard zelf behoorlijk waar te nemen.
Op grond van artikel 7:465 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), één van de bepalingen met betrekking tot de geneeskundige behandelingsovereenkomst, moet - als de patiënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake - de hulpverlener de verplichtingen voortvloeiende uit de bepalingen over de geneeskundige behandelingsovereenkomst nakomen jegens de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere levensgezel van de patiënt, dan wel als een zodanige persoon ontbreekt, jegens een ouder, kind, broer of zus van de patiënt, tenzij de patiënt dit niet wenst. Dit geldt niet als de meerderjarige een curator of een mentor heeft. Ter zitting hebben de beoogd mentoren, de kinderen van betrokkene, verklaard de niet-vermogensrechtelijke belangen van betrokkene al te behartigen en dat zij bereid zijn dit te blijven doen. Gelet hierop valt niet in te zien op welke grond nu een mentorschap zou moeten worden ingesteld.
Mochten toekomstige ontwikkelingen betreffende de aard van de aan [betrokkene] te verlenen zorg en/of ontwikkelingen tussen [betrokkene] en zijn kinderen daartoe aanleiding geven dan kunnen de kinderen zich altijd alsnog tot de griffie van deze rechtbank wenden met het verzoek om een mentorschap in te stellen.

beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.H. Schormans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 januari 2025.
de griffier, de kantonrechter,
verzenddatum: