Op 29 september 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van valsheid in geschrift en het opzettelijk voorhanden hebben van vervalste geschriften. De zaak betreft het aanpassen van de houdbaarheidsdata en productiecodes op bierverpakkingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, gedurende de periode van 5 mei 2019 tot en met 25 augustus 2021 in Nederland, opzettelijk vervalste geschriften heeft vervaardigd en voorhanden heeft gehad. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verstrekken van misleidende voedselinformatie, wat in strijd is met de Verordening (EG) nr. 1169/2011. Tijdens de zitting op 15 september 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank heeft geoordeeld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging voor feit 1, maar niet voor feit 2 voor de periode vóór 26 mei 2020. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van feit 2, maar het onder feit 1 ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen verklaard. De rechtbank heeft een taakstraf van 150 uren opgelegd, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen goederen ten behoeve van de rechthebbende gelast te bewaren.