Uitspraak
WONINGSTICHTING DE ZALIGHEDEN,
1.de heer [gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
productie 56;
- de pleitnota van [gedaagden] .
2.De feiten
3.Het geschil
ingetrokken
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 september 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting De Zaligheden (WSZ) en de gedaagden, een stel dat in een woon-zorgcomplex huurt. WSZ vorderde ontruiming van de woningen van de gedaagden, omdat zij zouden overlast veroorzaken door het organiseren van activiteiten zonder toestemming. De rechtbank oordeelde dat WSZ niet voldoende spoedeisend belang had aangetoond voor de ontruiming. De kantonrechter merkte op dat de overlastmeldingen voornamelijk afkomstig waren van leden van de bewonerscommissie en dat er ook bewoners waren die de activiteiten van de gedaagden waardeerden. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de gedaagden structureel overlast veroorzaakten en dat de vorderingen van WSZ daarom moesten worden afgewezen. Tevens werd WSZ veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden, die in totaal €949,00 bedroegen. De rechtbank suggereerde mediation als mogelijke oplossing voor de geschillen tussen partijen.