Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 september 2025 in de zaken tussen
[eiseres] , uit [vestigingsplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss
[naam]uit [woonplaats] , gemachtigde mr. R. Verkoijen.
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt het weigeringsbesluit;
- draagt het college op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- vernietigt het handhavingsbesluit voor zover hierin lasten onder dwangsom worden opgelegd met betrekking tot de mestplaat met keerwanden inclusief aansluitende verharding, het bijgebouw (de paardenstal) en de paardenbak (inclusief afrastering en lichtmasten);
- treft de voorlopige voorziening dat eiseres moet worden behandeld als ware zij in het bezit van een omgevingsvergunning voor een Bopa (als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid onder a, van de Ow) voor de mestplaat met keerwanden inclusief aansluitende verharding, het bijgebouw (de paardenstal) en de paardenbak (inclusief afrastering en lichtmasten);
- bepaalt dat deze voorziening vervalt zes weken nadat het college een besluit heeft genomen op het bezwaar tegen het weigeringsbesluit;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 385,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers, begroot op € 2.721,00.
mr.H.J. van der Meiden, griffier.