vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 82-308184-21
Datum uitspraak: 4 september 2025
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1994] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzittingen van 30 mei 2024 en 21 augustus 2025.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 19 februari 2024. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1:
hij, op of omstreeks 13 november 2021 in Ossendrecht, althans in Nederland, al
dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te
weten
- 14,05 kilogram, althans een hoeveelheid Knalstreng (COV-rapport bijlage 7 tot en
met 9, pagina 41-48) en/of
- 1,05 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuis (COV-rapport bijlage 10,
pagina 49-52) en/of
- 3 stuks, althans een hoeveelheid Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed) (COV-
rapport bijlage 2 tot en met 4, p. 23-34) en/of
- 1,75 kilogram, althans een hoeveelheid Romeinse Kaars (COV-rapport bijlage 11
tot en met 13, pagina 53-60) en/of
heeft opgeslagen op de Wassevendreef 36 te Ossendrecht en/of voorhanden heeft
gehad;
T.a.v. feit 2:
hij, op of omstreeks 13 november 2021 in Ossendrecht en/of Bergen op Zoom,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en),
althans alleen, al dan niet opzettelijk, teneinde, handelingen als bedoeld in artikel
1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit, te weten het voorhanden hebben en en/of
opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk
bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden en/of te bevorderen door
voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige
reden heeft te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die
handelingen, immers, heeft verdachte
- aluminiumpoeder, magnesiumpoeder, kaliumchloraat, kaliumperchloraat en
kaliumnitraat meldingsplichtige stoffen (Proces-verbaal indicatief onderzoek door
het Nationaal Bom data Centrum) en/of
- een hydraulische pers (kleur rood)
voorhanden gehad.
Voor zover in de tenlastelegging kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering (feit 1).
Het onder 1 ten laste gelegde is door verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere motivering bewezen worden verklaard.
De rechtbank zal een opgave doen van de wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit.
De bewijsmiddelen zijn opgenomen in het procesdossier van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant met de onderzoeksnaam Berini met nr. ZB2R021122, gesloten op 14 juni 2022, met 440 doorgenummerde pagina’s.
De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 21 augustus 2025;
Het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer PL2000-2021303515-5 (pagina 94), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en);
Het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer PL2000-2021303515-8 (pagina 99), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en);
Het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer PL2000-2021303515-12 (pagina 104), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en);
Het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer PL2000 BVH 2021303515 (pagina 110), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en).
Wanneer hiervoor is verwezen naar een proces-verbaal van politie is – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
Bewijswaardering (feit 2).
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft op gronden zoals weergegeven in de pleitnota vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit bepleit.
Het oordeel van de rechtbank.
De bewijsmiddelen zijn opgenomen in het procesdossier van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant met de onderzoeksnaam Berini met nr. ZB2R021122, gesloten op 14 juni 2022, met 440 doorgenummerde pagina’s.
1.
Het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer PL2000-2021303515-10 (pagina 170), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Op 13 november 2021 werd ik als explosievenverkenner ter plaatse verzocht op het adres [adres] te Ossendrecht in verband met aangetroffen vuurwerk en geïmproviseerde explosieven. (...) Ik zag dat op de slaapkamer aan de achterzijde van de woning op het bed en naast het bed de kamer vol gestapeld was met dozen gevuld met vuurwerk in originele verpakking. Daarnaast zag ik dat op een tafeltje een aantal zelf geïmproviseerde explosieven waren gemaakt in een kartonnen koker met daaruit een lont. Deze kokers waren voorzien van zelfgemaakte etiketten met opschrift PROPYRO en waren afgedicht met lijm. Op de kamer naast deze slaapkamer troffen wij tal van attributen aan voor de vervaardiging van dergelijke IED's . Ik zag onder meer een groot aantal kartonnen kokers staan, rollen met vuurwerklont, 1 metalen koker en een groot aantal diverse poeders waarvan bekend is dat deze gebruikt worden voor de fabricage van IED's. Bij deze attributen zag ik ook een printer staan waarnaast witte en zwarte etiketten lagen met opschrift "Propiro". Dit waren dezelfde etiketten als welke inmiddels waren aangebracht op een aantal IED's. Ook werden een aantal kokers aangetroffen welke aan elkaar waren getaped en middels lonten aan elkaar waren verbonden.
Voor wat betreft het geïmproviseerde vuurwerk werd de Explosieven Opruiming Dienst in
kennis gesteld welke op 13 november 2021 omstreeks 20.20 uur ter plaatse kwamen. Zij stelden een onderzoek in naar de aangetroffen stoffen. Zij troffen onder meer aan
(…)
- 52 gr titatiumpoeder;
- 312 gr explosieve stof bestaande uit kaliumperloraat gemengd met aluminiumpoeder;
- 12 IED's.
(...)
Daarnaast zijn door de Explosieven Opruiming Dienst een aantal stoffen apart gehouden welke wel in de reguliere handel te koop zijn maar door de samenstelling wel tot een explosieve stof gemaakt kunnen worden. Deze stoffen zijn voorlopig in bewaring genomen zodat daar door de eigenaar afstand van kan worden gedaan ter vernietiging.
Het betreft hier:
- 1000gr kaliumnitraat;
- 1000gr zwavelpoeder;
- 1008gr potassium chlorate;
- 100gr dextrine;
- 540gr houtskoolstof;
- 914gr natriumbenzonaat;
- 412gr zwavelpoeder;
- 424gr caliumpergloraat;
- 222gr caliumpergloraat;
- 458gr sodiumbenzonaat;
- 156gr caliumnitraat;
- 72gr sodiumbenzonaat;
- 802gr caliumnitraat.
2.
Het proces-verbaal indicatief onderzoek van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer 20211118-NLBDC-001 / PL2000-2021303515 (pagina 185), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Volgens BVH mutatie PL2000-2021303515 werd o.a. aangetroffen:
- Titaniumpoeder (…)
- een explosieve mengsel van kaliumperchloraat en aluminiumpoeder;
- 12 geïmproviseerde explosieve constructies.
Ik heb de diverse precursoren onderworpen aan een indicatief onderzoek. (...)
Indicatief onderzoek 1:
uitslag: potassium chlorate (kaliumchloraat)
Indicatief onderzoek 2:
uitslag: potassium perchlorate (kaliumperchloraat)
Indicatief onderzoek 3:
uitslag: potassium nitrate (kaliumnitraat)
Indicatief onderzoek 4:
uitslag: potassium nitrate (kaliumnitraat)
Indicatief onderzoek 5:
uitslag: potassium chlorate / sodium benzoate (kaliumchloraat / natriumbenzoaat)
Indicatief onderzoek 6:
uitslag: potassium nitrate (kaliumnitraat)
Indicatief onderzoek 7:
uitslag: potassium nitrate (kaliumnitraat)
Indicatief onderzoek 8:
uitslag: potassium chlorate / sodium benzoate (kaliumchloraat / natriumbenzoaat)
Indicatief onderzoek 9:
uitslag: potassium chlorate (kaliumchloraat)
Indicatief onderzoek 10:
uitslag: potassium chlorate (kaliumchloraat)
Indicatief onderzoek 11:
uitslag: sulphur powder (zwavelpoeder)
Indicatief onderzoek 12:
uitslag: dextrine
Indicatief onderzoek 11: Houtskool
Nummer indicatief onderzoek 15
(...)
Op de foto's van de eerder genoemde woning te Ossendrecht zie ik enkele voorwerpen liggen in de slaapkamer van voornoemde woning die ik ambtshalve herken als zelfgemaakte explosieve constructies. Afbeelding 002 is een uitvergroting van deze objecten, die ogenschijnlijk bestaan uit een plastic of kartonnen koker en een (vuurwerk)lont. Of deze constructies ook gevuld zijn met een explosieve stof is mij onbekend. Dergelijke constructies zijn in de volksmond ook bekend als ‘pijpbommen’.
(...)
Ik zie dat de kleur, vorm en grootte van een aantal van deze kartonnen kokers in afbeelding 003 overeenkomt met de uiterlijke verschijningsvorm van twee explosieve constructies. In afbeelding 003 zijn ook diverse potten en bakjes te zien die inbeslaggenomen zijn en door mij onderworpen zijn aan een indicatief onderzoek, beschreven in dit proces-verbaal. Daarnaast is op afbeelding 003 linksonder vermoedelijk een weegschaaltje te zien. Ik herken deze voorwerpen en precursoren ambtshalve als zijnde zogeheten ‘bomb making material’, voorwerpen en chemicaliën om zelfgemaakte explosieve constructies mee samen te stellen.
Tevens wordt in genoemd BVH proces beschreven dat er ook een explosief mengsel van kaliumperchloraat en aluminiumpoeder is aangetroffen. Ik herken dit mengsel als zijnde flitspoeder. Flitspoeder is een pyrotechnische mengsel en zal, wanneer dit in opgesloten toestand wordt ontstoken, explosief verbranden (deflagreren). Pyrotechnische mengsels kunnen explosief verbranden en zijn o.a. een bestanddeel van vuurwerk. Voor de verbranding van pyrotechnische mengsels is geen zuurstof van buiten nodig. In deze mengsels fungeert een oxidator, zoals een nitraat, chloraat of perchloraat, als zuurstofleverancier voor de chemische reactie met een reductor (‘brandstof’). Als reducerende stoffen zijn diverse materialen geschikt, waaronder zwavel, koolstof, suikers, koolhydraten (zoals zetmeel) of metaalpoeders.
Met bovengenoemde stoffen kunnen de navolgende, mij ambtshalve bekende combinaties gemaakt worden:
Kaliumnitraat + zwavel + houtskool = zwartkruit (…)
Kalium(per)chloraat + magnesiumpoeder of aluminiumpoeder = flitspoeder (…)
Natriumbenzoaat + kaliumperchloraat = whistle mix.
3.
Het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer PL2000-2021303515-16 (pagina 238), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Naar aanleiding van het onderzoek naar aangetroffen vuurwerk en IED's werd door mij naast de slaapkamer waar het vuurwerk was aangetroffen op de bovenverdieping een kamer was waar een soort werkplaats was gefabriceerd voor het maken van IED's. In deze kamer werden diverse componenten aangetroffen voor het vervaardigen van IED's. In deze kamer werden enkele doosjes aangetroffen met daarin een stof welke vermoedelijk gebruikt werd voor deze IED's. Op deze doosjes stond een adressering van [adres] te Bergen op Zoom.
4.
Het proces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, met nummer -18 (pagina 274), inhoudende de bevindingen van de verbalisant(en), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Dit proces-verbaal betreft het onderzoek naar de in beslag genomen goed van de kennisgeving van inbeslagname met volgnummer 11, te weten een mobiele telefoon, merk Samsung S21 5G. Uit onderzoek is gebleken dat [verdachte] , geboren op [1994] te [geboorteplaats] , de vermoedelijke gebruiker was van het toestel. (...)
Op de voornoemde telefoon stonden diverse video's gerelateerd aan vuurwerk van 25 oktober 2021 tot en met 12 november 2021. (...) Daarnaast waren er nog diverse video's die lieten zien of horen dat er zelfgemaakt knalvuurwerk werd afgestoken. Op deze video's werd op voorhand ook het afgestoken vuurwerk getoond c.q. geshowd. Op de beelden zag je een hand het zelfgemaakte knalvuurwerk vasthouden om de dikte, de lengte en de lengte van de lont te tonen en het omhulsel was zwart van kleur met het logo van propyro erop. (...)
Op de in beslag genomen telefoon van verdachte [verdachte] werd het chatprogramma Telegram aangetroffen. Van de diverse chatgesprekken werden screenshots veilig gesteld. Een deel van de gesprekken werd hieronder weergegeven.
Chatgesprek op 5 november tussen [betrokkene 1] en [verdachte]waarin [betrokkene 1] zegt '5 van die 100 gram voor 100' en [verdachte] antwoord 'wij verkopen pas volgend jaar'. Een paar uur later stuurt [verdachte] 'we hebben 10 gram liggen derest wordt nog gemaakt'.
Chatgesprek op 6 november [accountnaam]:
'Grote bommen.... Van groot tot klein
Nieuwe
Profesioneel samen gesteld
Van nederlandse vuurwerk expert
Kruit is anders samen gesteld als
wat je gewent bent en knalt veel mal
harder als het bekende spul
Van 10 gram 3 stuks 10€
Van 25 gram 3 stuks 15€
Van 35 gram 3 stuks 20€
Van 60 gram 3 stuks 30€
Van 100 gram 1 stuk 35€
Van 120 gram 1 stuk 50€
Hoger als 120 gram
lets langere levertijd
Er komen nog andere dingen bij
Omgeving Bergen op Zoom'
Chatgesprek met [medeverdachte] K op 31 oktoberwaarin [verdachte] vraagt ‘Ben jij [medeverdachte] ’. [medeverdachte] antwoordt ‘Ja’. [verdachte] zegt 'Voor jou maken we wel speciale prijzen om het uit te proberen'. [medeverdachte] vraagt 'Wie maakt die dingen dan'. Waarop [verdachte] antwoord 'Jaa niet bekende gozer haha (filmpje) voorbeelt'. [medeverdachte] stuurt vervolgens 'Zelfmaak dus' waarop [verdachte] antwoord 'Ja maar zeer professioneel'.
Chatgesprek met [betrokkene 3] op 5 november: [verdachte] stuurt dezelfde advertentie als eerder door het account [accountnaam] werd gestuurd. Vervolgens zegt hij dat ze eerst veel moeten maken voordat ze gaan verkopen. In de meeste berichten van [verdachte] wordt gesproken over 'we' en 'wij'.
(...)
Diverse foto's van het zelfgemaakte vuurwerk in diverse diktes en grootte bijna allen met het logo Propyro en genomen in de woning van verdachte [verdachte] en diverse chatgesprekken van Whatsapp.
Gesprek met [betrokkene 4]:
- Ben ook begonnen om knallers te maken
- Ga er een testen of het mij ook lukt heb schijt
- We zijn spul aan het maken voor oud en nieuw voor jou ook
- Ik en [medeverdachte] gaan meschien verkopen op telegram voorzichtig
- Niet normaal die kruitmix van hem
- [website 1] kan jij dit bestellen dan‘?
- VAT is internationaal handelsnummer gemachtigd voor verzending
- [website 2] en bij deze
- Staat niks bij over bestellen
- Profesioneel en wat kost dat geintje?
- Nou ik wil er 10 kopen als klant... .wat gaat het me kosten
- Dit is een 22 grammer
- Nog geen idee [medeverdachte] en ik moeten nog beetje prijslijst maken
- Maar 10 gram van ons knalt al even hard als een cobra kan je niet vergelijken
- 22 gram gaat al dubbel zo hard
- Nee want ze zeggen nooit nee op telegram
- We zullen wel zien we moeten zo ie zo oppassen
- Elk bericht kan een popo zijn
- Me telefoon staat roodgloeiend met aanvraag die gasten houden ervan
- Maar ik verkoop dit jaar niet
- De juiste mensen dit jaar verkopen... .dan trek je grote klanten voor volgend jaar
- Dan kan je er van de zomer al 2000 klaar hebben liggen
(...)
Gesprek met [betrokkene 5]
- Kun je ook certificaten maken
- Om dingen te mogen bestellen
- Gaat om kruitsoorten of stof... .en met dat soort dingne moetje eigenlijk officieel opleiding gevolgt voor hebben om gevaarlijke stoffe te mogen bestellen snapje
- Dus heb geen idee of valse werkt want moet bij hun ook in systeem staan zeker
- Heb je voorbeelden
Gesprek met [betrokkene 2]:
- Kun je dit regelen?
- Diploma pyrotechniek?
- Jup
- Jazeker man
- Dat is om stoffe te kunnen bestellen
- En wat moet dat gaan kosten
- Kom ik zo op terug maat
5.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 10 september 2024, zoals opgemaakt door de rechter-commissaris, voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven –:
Kwam [medeverdachte] wel eens in die hobbykamer?
Ja.
Hoe weet u dat?
Ik zag hem vaak met dozen naar boven lopen, ik zag hem weleens in die kamer staan.
(…)
Hoe vaak kwam [medeverdachte] in die periode langs in de woning?
Twee tot drie keer per week.
Wanneer hiervoor is verwezen naar een proces-verbaal van politie is - tenzij anders vermeld - bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
B.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Verdachte wordt onder feit 2 – kort gezegd – verweten dat hij voorbereidingshandelingen heeft verricht als bedoeld in artikel 1.2.2, vijfde lid, onder c, van het Vuurwerkbesluit.
De rechtbank overweegt als volgt.
Op 13 november 2021 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in een woning aan de [adres] te Ossendrecht. Verdachte was in deze woning aanwezig en hij deelde desgevraagd mede dat hij in zijn slaapkamer vuurwerk opgeslagen had (feit 1). Naast deze hoeveelheid vuurwerk zijn op de slaapkamer van verdachte ook – onder andere – zelf geïmproviseerde explosieven (gemaakt in een kartonnen koker, voorzien van zelfgemaakte etiketten met het opschrift “PROPYRO”, met daaruit een lont) aangetroffen.
In de zogenaamde ‘hobbykamer’ naast de slaapkamer van verdachte zijn voorts tal van attributen aangetroffen voor de vervaardiging van dergelijke zelf geïmproviseerde explosieven, waaronder kartonnen kokers, rollen met vuurwerklont, een groot aantal poeders waarvan bekend is dat deze gebruikt worden voor de fabricage van zelf geïmproviseerde explosieven en etiketten met het opschrift “PROPYRO”.
Verdachte heeft – kort weergegeven – verklaard dat hij af en toe in de hobbykamer kwam, maar dat het zijn broer (medeverdachte [medeverdachte] ) was die daar de dozen met spullen heeft neergezet en dat hij daar niets mee van doen had. Verdachte wist wel dat zijn broer het leuk vindt om “bommen” te maken. Hij is niet betrokken geweest bij de vervaardiging van deze zelf geïmproviseerde explosieven.
Dat medeverdachte [medeverdachte] goederen in dozen op de hobbykamer zette, wordt bevestigd door de verklaring van getuige [getuige] . De rechtbank schuift de verklaring van verdachte dat hij verder niets te maken had met de op de hobbykamer aangetroffen goederen echter als ongeloofwaardig terzijde. Op de slaapkamer van verdachte zijn zelf geïmproviseerde explosieven aangetroffen. De etiketten op deze explosieven zijn dezelfde als die op de hobbykamer zijn aangetroffen. Op de telefoon van verdachte zijn voorts video’s aangetroffen waarop zelfgemaakt knalvuurwerk wordt getoond en vervolgens wordt afgestoken. Ook op dit zelfgemaakt vuurwerk is het opschrift “PROPYRO” te zien. Voorts zijn op de telefoon chatgesprekken aangetroffen. De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte degene is die deze gesprekken heeft gevoerd, nu hij ter terechtzitting enkel verklaard heeft zich niet meer te kunnen herinneren dat deze gesprekken zijn gevoerd en daarvoor geen aannemelijke alternatieve verklaring heeft. In het gesprek met [betrokkene 4] geeft verdachte aan dat ‘we’ spul zijn gaan maken voor oud en nieuw en dat [medeverdachte] en hij op Telegram willen gaan verkopen. Vervolgens heeft verdachte diverse gesprekken op Telegram gevoerd die zien op de verkoop van vuurwerk, waaruit blijkt dat het vuurwerk zelfgemaakt is en dat het gaat om grote bommen. In de context van het gehele dossier waaruit blijkt dat zowel verdachte als zijn broer [medeverdachte] zich bezighouden met vuurwerk, gaat de rechtbank ervan uit dat in het gesprek met [betrokkene 4] met ‘ [medeverdachte] ’ medeverdachte [medeverdachte] wordt bedoeld.
Voorts blijkt uit gesprekken nog dat verdachte op zoek was naar iemand die een diploma ‘pyrotechniek’ kon maken en dat hij dit nodig heeft om stoffen te kunnen bestellen.
Uit dit alles maakt de rechtbank op dat verdachte bezig was met de handel in zelfgemaakt vuurwerk en dat hij dit samen met medeverdachte [medeverdachte] deed. Dat vuurwerk werd door hen gemaakt op de hobbykamer, maar ook de slaapkamer van verdachte werd gebruikt, onder andere voor de opslag van stukken zelfgemaakt vuurwerk, uiteindelijk met de bedoeling om dat vuurwerk te verhandelen. Het feit is wettig en overtuigend bewezen.
Medeplegen.
Op grond van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachte die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
Conclusie.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen als bedoeld in artikel 1.2.2, vijfde lid, onder c, van het Vuurwerkbesluit.
De rechtbank zal verdachte partieel vrijspreken ten aanzien van de stoffen aluminiumpoeder en magnesiumpoeder, omdat deze stoffen niet (indicatief) zijn getest. Uit het dossier blijkt niet hoe het onderzoeksteam tot de conclusie is gekomen dat het gaat om genoemde stoffen. Gelet op deze onduidelijkheid is niet voldoende vast komen te staan dat verdachte deze stoffen voorhanden heeft gehad.
Ook zal de rechtbank verdachte partieel vrijspreken ten aanzien van de hydraulische pers. De pers is onder medeverdachte [medeverdachte] aangetroffen. Deze pers is onderzocht door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en op de pers zijn geen explosieve stoffen aangetroffen. Naar het oordeel van de rechtbank kan onvoldoende worden vastgesteld dat deze pers bedoeld was voor het produceren van vuurwerk. Om die reden wordt verdachte vrijgesproken van het voorhanden hebben van de pers als voorbereidingshandeling..
De bewezenverklaring.
Op grond van de inhoud van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, en op grond van de inhoud van het hiervoor overwogene, is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
T.a.v. feit 1:
hij, op 13 november 2021 in Ossendrecht,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te
weten
- 14,05 kilogram Knalstreng (COV-rapport bijlage 7 tot en
met 9, pagina 41-48) en
- 1,05 kilogram Enkelschotsbuis (COV-rapport bijlage 10,
pagina 49-52) en
- 3 stuks Batterij Enkelschotsbuizen (Flowerbed) (COV-
rapport bijlage 2 tot en met 4, p. 23-34) en
- 1,75 kilogram Romeinse Kaars (COV-rapport bijlage 11
tot en met 13, pagina 53-60)
heeft opgeslagen op de [adres] te Ossendrecht en voorhanden heeft
gehad;
T.a.v. feit 2:
hij, op 13 november 2021 in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk, teneinde, handelingen als bedoeld in artikel
1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit, te weten het voorhanden hebben en/of
opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk
bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden en/of te bevorderen door
stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet
dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die
handelingen, immers, heeft verdachte
- kaliumchloraat, kaliumperchloraat en
kaliumnitraat meldingsplichtige stoffen (Proces-verbaal indicatief onderzoek door
het Nationaal Bom data Centrum)
voorhanden gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De strafbaarheid van het feit.
Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De strafbaarheid van verdachte.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.
Oplegging van straffen.
De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft geëist om aan verdachte op te leggen:
- een taakstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht, en
- een gevangenisstraf voor de duur van 160 dagen, waarvan 121 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft betoogd dat rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, het feit dat hij een first offender is en dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. Verzocht wordt om een straf op te leggen die gelijk is aan het voorarrest.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft in zijn woning een hoeveelheid professioneel vuurwerk opgeslagen. Ook maakten verdachte en zijn medeverdachte zelf vuurwerk. Het illegale vuurwerk en het materiaal om dat vuurwerk te maken lagen verspreid in de slaapkamer van verdachte en in een hobbykamer in de woning. Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren voor de gezondheid en veiligheid. Dat geldt zowel voor zelfgemaakt vuurwerk als voor professioneel vuurwerk. Dit vuurwerk bevat vaak een substantieel zwaardere of explosievere lading dan het vuurwerk dat aan consumenten verkocht mag worden. Het afsteken van dergelijk vuurwerk door particulieren brengt grote risico’s mee, niet alleen voor degene die het afsteekt, maar ook voor de omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of zelfs overlijden kan daarvan het gevolg zijn. Bovendien had ontploffing van het vuurwerk enorme gevolgen kunnen hebben voor de verdere omgeving. Daarnaast wordt dit type vuurwerk regelmatig gebruikt in het criminele circuit, voor aanslagen en ontploffingen. Door dit vuurwerk aan te bieden, heeft verdachte het risico genomen dat het vuurwerk mogelijk voor criminele doeleinden zou worden gebruikt.
Om deze redenen staan er hoge straffen op overtredingen van het Vuurwerkbesluit.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie van 14 augustus 2025, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder veroordeeld is voor strafbare feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de reclasseringsrapporten van Reclassering Nederland van 15 december 2021 , 23 april 2024 en 22 juli 2025, waaruit blijkt dat verdachte onvoldoende de consequenties van zijn handelen kan inschatten en hij ontvankelijk is voor
(negatieve) beïnvloeding door anderen. Verder heeft verdachte de overige leefgebieden, zoals dagbesteding, huisvesting en financiën, op orde. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat.
Overschrijding redelijke termijn.
De rechtbank stelt vast dat het feit dateert van ruim 3 jaar en 9 maanden geleden.
Artikel 6, eerste lid, EVRM beoogt te voorkomen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een (verdere) strafvervolging moet leven.
Wat betreft de berechting van de zaak in eerste aanleg heeft als uitgangspunt te gelden dat de behandeling van de zaak ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn is aangevangen.
De rechtbank bepaalt het startpunt van de redelijke termijn op 14 november 2021, zijnde de datum waarop verdachte in verzekering is gesteld.
Een en ander maakt dat bij het doen van uitspraak door de rechtbank op 4 september 2025 de redelijke termijn met ruim 1 jaar en 9 maanden is overschreden. De rechtbank zal deze termijnoverschrijding verdisconteren in de op te leggen straf.
Strafoplegging.
Alles afwegende zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest, omdat de rechtbank het – gelet op de positieve persoonlijke omstandigheden van verdachte en het feit dat de schorsing van de voorlopige hechtenis ruim 3,5 jaar heeft voortgeduurd – niet wenselijk acht dat verdachte opnieuw naar de gevangenis moet. De rechtbank ziet gelet op de lange duur van de schorsingsperiode, waarin zich voor zover bekend geen strafbare feiten hebben voorgedaan, geen aanleiding om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Daarnaast acht de rechtbank de oplegging van een taakstraf van na te melden duur passend en geboden. Een taakstraf van deze duur wordt opgelegd om recht te doen aan de ernst van het bewezenverklaarde en om verdachte ervan te doordringen dat hij zich niet opnieuw met zelfgemaakt en professioneel vuurwerk moet inlaten.
De rechtbank acht de op te leggen straffen passend en geboden.
Beslag.
De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen vuurwerk vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat – zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit vuurwerk en stoffen zijn die van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing is gegrond op de artikelen:
9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36d, 47, 57 Wetboek van Strafrecht;
1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten;
9.2.2.1 Wet milieubeheer;
1.2.2 Vuurwerkbesluit.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan (artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit).
T.a.v. feit 2:
Medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan (artikel 1.2.2, vijfde lid, onder c, van het Vuurwerkbesluit).
verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
legt op de volgende straffen.
T.a.v. feit 1, feit 2:
Een taakstrafvoor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis.
Een gevangenisstrafvoor de duur van 40 dagen met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.