Op 28 augustus 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere diefstallen uit woningen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor twee diefstallen waarbij gebruik is gemaakt van een babbeltruc en het opnemen van geld met de pinpas van een van de slachtoffers. De rechtbank sprak de verdachte vrij van twee andere diefstallen en het medeplegen daarvan. De opgelegde straf bedraagt 8 maanden gevangenisstraf, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd tot schadevergoeding van € 1.353,68 aan slachtoffer 2, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank overwoog dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan brutale diefstallen van kwetsbare ouderen, wat de ernst van de feiten vergrootte. De rechtbank heeft de vordering van andere benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte van de feiten waarop deze vorderingen betrekking hadden, werd vrijgesproken. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.