Uitspraak
datum : 10 juli 2025
Rechtbank Oost-Brabant
Op 10 juli 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, een beschikking gegeven in een verzoek tot opheffing van bewind. Het verzoek is ingediend door de betrokkene, die op 5 juni 2025 een verzoek heeft ingediend om het bewind op te heffen. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoek en de eerdere zittingen, waaronder een bespreking op 13 mei 2025, waar de grondslag van het bewind werd besproken. De bewindvoerder had op 20 juni 2025 een verzoek ingediend om de grondslag van het bewind te wijzigen naar 'lichamelijke of geestelijke toestand', omdat de eerdere grondslag van 'verkwisting of het hebben van problematische schulden' niet langer aanwezig was. Ondanks de bezwaren van de betrokkene heeft de kantonrechter vastgesteld dat de situatie van de betrokkene niet is veranderd sinds de laatste zitting. De kantonrechter oordeelt dat de betrokkene nog steeds de hulp en bescherming van een bewindvoerder nodig heeft om te voorkomen dat hij zichzelf benadeelt. Het verzoek tot opheffing van het bewind is daarom afgewezen. Tegen deze beschikking kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.