ECLI:NL:RBOBR:2025:4956

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
21 juli 2025
Publicatiedatum
4 augustus 2025
Zaaknummer
11683042 en 11804060
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ontslag van bewindvoerder en mentor in een civiele procedure met betrekking tot personen- en familierecht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 21 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en mentor van een betrokkene. Het verzoek is ingediend door de broers en zus van de betrokkene, vertegenwoordigd door mr. J.W.J. Hopmans en mr. R.M.J.K.M. Teeuwen. De betrokkene, die niet aanwezig was op de zitting van 15 juli 2025, is op 17 juli 2025 gehoord via een videobelverbinding. De broers en zus stellen dat er gewichtige redenen zijn om de huidige bewindvoerder en mentor, mevrouw [naam bewindvoerder en mentor], te ontslaan, omdat zij tekort zou zijn geschoten in haar taken en onprofessioneel zou zijn geweest. De bewindvoerder heeft echter betwist dat zij tekort is geschoten en heeft bewijsstukken overgelegd ter ondersteuning van haar positie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene tevreden is over de huidige bewindvoerder en mentor en dat er geen gewichtige redenen zijn om haar te ontslaan. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontslag afgewezen en benadrukt dat toekomstige verzoeken alleen gegrond kunnen zijn op nieuwe, controleerbare feiten.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Toezicht
zaaknummer : 11683042 TE VERZ 25-656&
11804060 TE VERZ 25-909
dossiernummers : [beschikkingsnummer 1]
[ beschikkingsnummer 2]
[initialen van de griffier]

beschikking van de kantonrechter van 21 juli 2025

met betrekking tot:

[naam betrokkene] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [postcode 1] [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene;
met als bewindvoerder en mentor mevrouw [naam bewindvoerder en mentor] ,
gevestigd te [postcode 2] [vestigingsplaats] , [postbus] ,
hierna te noemen: [naam bewindvoerder en mentor] .

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoek (met bijlagen) ingediend door mr. J.W.J. Hopmans van [naam advocatenkantoor] (hierna te noemen: mr. Hopmans), gemachtigd door de heer [naam broer van betrokkene] (hierna te noemen: [broer 1] ), de heer [naam broer van betrokkene] (hierna te noemen: [broer 2] ) en mevrouw [naam zus van betrokkene] (hierna te noemen: [zus] ), ontvangen op 2 mei 2025;
  • de bereidverklaring van de voorgestelde opvolgend bewindvoerder;
  • de brief van mr. R.M.J.K.M. Teeuwen van [naam advocatenkantoor] (hierna te noemen: mr. Teeuwen), gemachtigd door de heer [naam broer van betrokkene] (hierna te noemen: [broer 3] ), ontvangen op 4 juni 2025;
  • de reactie van [naam bewindvoerder en mentor] , ontvangen op 10 juli 2025;
  • de reactie van mr. Teeuwen, ontvangen op 14 juli 2025;
  • de door betrokkene ondertekende brief, ter zitting van 15 juli 2025 overhandigd door [broer 1] , [broer 2] en [zus] ;
  • de brieven van [broer 1] , [broer 2] en [zus] , ter zitting van 15 juli 2025 overhandigd. .
Het verzoek is mondeling behandeld op de zitting van 15 juli 2025. Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt. Ter zitting zijn verschenen: [broer 1] , [broer 2] en [zus] , broers en zus van betrokkene, vertegenwoordigd door mr. Hopmans, [broer 3] , broer van betrokkene, vertegenwoordigd door mr. Teeuwen, [naam bewindvoerder en mentor] en de heer [naam bewindvoerder] namens Almass Bewindvoering B.V.
Betrokkene is niet gehoord tijdens de zitting van 15 juli 2025, maar wel via een videobelverbinding op 17 juli 2025. Bij die hoorzitting was tevens een begeleider vanuit de woongroep van betrokkene aanwezig. Van deze digitale zitting zijn ook aantekeningen gemaakt.

beoordeling

Bij beschikkingen van 20 november 2024 is zowel bewind ingesteld over alle goederen die aan betrokkene (zullen) toebehoren als mentorschap vanwege de lichamelijke of geestelijke toestand van betrokkene. [naam bewindvoerder en mentor] is sindsdien de bewindvoerder en mentor van betrokkene.
Tegen deze beschikkingen is door [broer 1] , [broer 2] en [zus] , vertegenwoordigd door mr. Hopmans, op 20 februari jl. hoger beroep ingesteld. De behandeling in hoger beroep heeft thans nog niet plaatsgevonden.
Onderhavig verzoek is ook ingediend door [broer 1] , [broer 2] en [zus] , vertegenwoordigd door mr. Hopmans. Het verzoek strekt tot ontslag van [naam bewindvoerder en mentor] als bewindvoerder en mentor en tot benoeming van een onafhankelijke professionele bewindvoerder en mentor voor de tijdelijke duur tot de behandeling in hoger beroep dan wel voor onbepaalde tijd. Almass Bewindvoering B.V. heeft zich bereid verklaard om (tijdelijk) te worden benoemd als bewindvoerder en mentor van betrokkene.
De kantonrechter stelt het volgende voorop. Op grond van artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) wordt een bewindvoerder ontslag verleend hetzij op eigen verzoek hetzij wegens gewichtige redenen of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de eisen om bewindvoerder te kunnen worden, zulks op verzoek van een medebewindvoerder, betrokkene of degene die gerechtigd is onderbewindstelling te verzoeken als bedoeld in artikel 1: 432 lid 1 en 2 BW, dan wel ambtshalve.
[broer 1] , [broer 2] en [zus] stellen - zakelijk weergegeven - dat er gewichtige redenen zijn om [naam bewindvoerder en mentor] te ontslaan als bewindvoerder en mentor. Zij hebben hiertoe aangevoerd dat [naam bewindvoerder en mentor] toerekenbaar tekort is geschoten in de uitvoering van haar taken en zich onprofessioneel heeft opgesteld jegens de familie van betrokkene, professionele hulpverleners en instanties. [naam bewindvoerder en mentor] heeft betrokkene onvoldoende bezocht en onvoldoende contact met hem gezocht waardoor hij onvoldoende inzage en informatie heeft gekregen ten aanzien van zijn geldzaken. [naam bewindvoerder en mentor] heeft ten onrechte aan [broer 3] een leefgeldpas van betrokkene in beheer gegeven. [broer 3] maakt hierdoor financieel misbruik van betrokkene, net als in het verleden. Volgens [broer 1] , [broer 2] en [zus] ervaart betrokkene hiervoor veel onzekerheid en stress hetgeen schadelijk is voor zijn gezondheid. Daarnaast heeft [naam bewindvoerder en mentor] tot heden niet voldaan aan haar plicht om onderzoek te doen naar de geldbedragen die vermoedelijk door [broer 3] zijn verduisterd en het eigendom van het stuk grond waarvan betrokkene mede-eigenaar is. Ook willen [broer 1] , [broer 2] en [zus] meer betrokken worden bij de zorg rondom betrokkene. [broer 1] , [broer 2] en [zus] stellen dat alleen zij goed contact hebben met betrokkene, [broer 3] niet.
Door en namens [broer 3] is verweer gevoerd tegen hetgeen door en namens [broer 1] , [broer 2] en [zus] is gesteld. [broer 3] kan zich niet vinden in de klachten over [naam bewindvoerder en mentor] en is tevreden over [naam bewindvoerder en mentor] als bewindvoerder en mentor van betrokkene. Ook al is [broer 3] het niet altijd eens met de besluiten van [naam bewindvoerder en mentor] , er is sprake van onderling respectvol contact. Het gaat goed met betrokkene. Net als [broer 1] , [broer 2] en [zus] heeft [broer 3] ook een goede band met betrokkene. [broer 3] vindt het belangrijk dat betrokkene een goede band kan onderhouden met al zijn broers en zus. Helaas is sprake van een gebrouilleerde familieverhouding. Voordat bewind en mentorschap zijn ingesteld deed [broer 3] de geldzaken. [broer 1] , [broer 2] en [zus] maken [broer 3] veel verwijten over zijn vroegere rol ten aanzien van de financiën van betrokkene. [broer 3] ontkent stellig dat hij betrokkene financieel benadeeld heeft of dat nog steeds doet doordat hij het leefgeldpasje van betrokkene in beheer heeft.
[naam bewindvoerder en mentor] heeft schriftelijk en ter zitting aangegeven zich niet te herkennen in de gemaakte verwijten over haar werkwijze en verrichte werkzaamheden. Ter onderbouwing hiervan heeft zij verschillende schermafbeeldingen van communicatie met begeleiders van betrokkene en familieleden overgelegd, evenals e-mailberichten. [naam bewindvoerder en mentor] bevestigt dat sprake is van een gebrouilleerde familieverhouding en dat het contact met de familie vanaf het begin van het bewind en mentorschap veel tijd heeft gekost. Er is sprake geweest van veelvoudig (mail)contact en klachten. [naam bewindvoerder en mentor] heeft meermalen aan de familie aangegeven dat zij het belang van betrokkene centraal dient te stellen en dat ook doet, [naam bewindvoerder en mentor] heeft goed contact met betrokkene. De situatie van betrokkene is op dit moment stabiel, dit blijkt volgens [naam bewindvoerder en mentor] ook uit de stukken van begeleiders en zorgverleners die zij heeft overgelegd. [naam bewindvoerder en mentor] heeft geen indicatie dat sprake zou zijn van financieel misbruik van betrokkene door [broer 3] . Conform de wens van betrokkene beheert [broer 3] - op verzoek van [naam bewindvoerder en mentor] - de leefgeldpas van betrokkene en gaat hij wekelijks met betrokkene geld pinnen. [naam bewindvoerder en mentor] heeft hierover duidelijke afspraken met [broer 3] gemaakt en houdt deze afschrijvingen in de gaten.
Voorafgaand aan de instelling van bewind en mentorschap is betrokkene niet gehoord. Vanwege de gebrouilleerde familieverhouding - en mogelijk een daaruit voortvloeiend loyaliteitsconflict bij betrokkene - is betrokkene niet opgeroepen voor de zitting van 15 juli jl. Ter zitting heeft de kantonrechter met alle aanwezigen besproken of betrokkene gehoord kan worden en zo ja, of dat het beste op zijn woonplek of digitaal kan plaatsvinden. Ook heeft de kantonrechter gevraagd of er bezwaren zijn tegen het afzonderlijk horen van betrokkene door de kantonrechter, al dan niet in aanwezigheid van een begeleider en/of zorgverleners. Alle aanwezigen hebben afzonderlijk van elkaar verklaard hiertegen geen bezwaar te hebben.
Vervolgens heeft de kantonrechter op 17 juli jl. betrokkene gehoord via een videobelverbinding, in aanwezigheid van een woonbegeleidster van betrokkene. De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene zelfstandig en helder zijn standpunten en wensen onder woorden kan brengen. Desgevraagd heeft betrokkene aan de kantonrechter aangegeven dat de volgende informatie gedeeld mag worden. Er is onenigheid binnen de familie en daar heeft betrokkene last van. Hij kan het met al zijn broers en zus goed vinden en wil ook graag met iedereen een goede band blijven onderhouden. Betrokkene is blij dat [broer 3] elke week komt en met hem geld gaat pinnen. Ten aanzien van [naam bewindvoerder en mentor] heeft betrokkene een paar keer verwezen naar verschillende brieven die hij op verzoek van familieleden heeft ondertekend, ook nog de dag na de zitting van 15 juli en daarmee een dag voor het verhoor van betrokkene via de videobelverbinding. Betrokkene wijst daarbij op de belangen van zijn broers en zus. Gevraagd naar zijn belang geeft betrokkene aan dat hij tevreden is over [naam bewindvoerder en mentor] en dat hij geen nieuwe bewindvoerder en mentor wenst. Zijn gezondheid is verbeterd en hij heeft het naar zijn zin op de dagbesteding. Hij voelt zich goed.
Uit de stukken en het verhandelde ter zittingen van 15 en 17 juli jl. is naar het oordeel van de kantonrechter niet gebleken van gewichtige redenen om [naam bewindvoerder en mentor] te ontslaan als bewindvoerder en mentor van betrokkene. Betrokkene heeft helder en duidelijk aangegeven dat het goed met hem gaat en dat zijn gezondheid is verbeterd. Hij is tevreden over [naam bewindvoerder en mentor] en wil graag dat zij zijn bewindvoerder en mentor blijft. Uit de door [naam bewindvoerder en mentor] overgelegde stukken en uit haar toelichting blijkt dat [naam bewindvoerder en mentor] in nauw en goed contact staat met de begeleiders en zorgverleners van betrokkene. Overeenkomstig de wil van betrokkene heeft [naam bewindvoerder en mentor] de bankpas van betrokkene in beheer gegeven aan [broer 3] , zij heeft duidelijke afspraken met [broer 3] hierover gemaakt en houdt toezicht op het gebruik hiervan.
De kantonrechter stelt vast dat een aantal familieleden sinds de start van het bewind en mentorschap afzonderlijk van elkaar veelvoudig en uitgebreid contact met [naam bewindvoerder en mentor] hebben gezocht op een niet altijd even prettige toon. [naam bewindvoerder en mentor] heeft meermalen haar rol en taken als wettelijke vertegenwoordiger van betrokkene aan de familieleden uitgelegd. Omdat dit niet tot minder contact of meer begrip heeft geleid, heeft [naam bewindvoerder en mentor] het contact met de familie verminderd. Dit is haar goed recht. Het is de taak van de bewindvoerder en mentor om het belang van betrokkene centraal te stellen. Verantwoording dient enkel afgelegd te worden aan betrokkene en aan de kantonrechter. In het geval van een gebrouilleerde familieverhouding zoals hier aan de orde, is het vaak niet in het belang van betrokkene als de bewindvoerder en mentor familieleden actief laat meedenken en laat aansluiten tijdens officiële gesprekken. Familieleden hebben geen recht op inzage in de financiën van betrokkene en het medisch dossier van betrokkene. Ook hebben zij geen recht om bij officiële gesprekken aanwezig te zijn, zelfs niet steeds als betrokkene desgevraagd aangeeft dat hij dit graag wil. In dat laatste geval is het de taak van de mentor om (per geval) te beoordelen of betrokkene niet sociaal wenselijk antwoord geeft nu bij hem sprake is van een loyaliteitsconflict en hij graag alle familieleden tevreden wil stellen.
Gelet op al het vorenstaande zal de kantonrechter het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en mentor afwijzen.
De kantonrechter wijst erop dat nieuwe verzoeken tot ontslag van de bewindvoerder en mentor door broers en/of zus enkel zin hebben als sprake is van nieuwe, controleerbare feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat betrokkene geschaad wordt in zijn belangen. Gelet op het loyaliteitsconflict bij betrokkene zal de kantonrechter bij elk toekomstig verzoek betrokkene horen in afwezigheid van zijn familie.

beslissing

De kantonrechter:
- wijst het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder en mentor af.
Deze beschikking is gegeven door mr. F.H. Schormans, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2025.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking (digitaal) is verstrekt of verzonden binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.