Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
[handelsnaam gedaagde],
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van [handelsnaam gedaagde]
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft DCI MEDIA B.V. (hierna: DCI) een rechtszaak aangespannen tegen [handelsnaam gedaagde] wegens inbreuk op auteursrechten. DCI, een mediabedrijf gespecialiseerd in fotografie, heeft vastgesteld dat [handelsnaam gedaagde] zonder toestemming 21 foto’s van DCI op haar website heeft geplaatst. DCI vorderde schadevergoeding, gebaseerd op de gemiste licentievergoedingen, en stelde dat de pers-exceptie van artikel 15 Auteurswet niet van toepassing is op foto’s. De rechtbank oordeelde dat de foto’s auteursrechtelijk beschermd zijn en dat DCI de auteursrechthebbende is, met uitzondering van één foto. De rechtbank wees de vordering van DCI toe, met een schadevergoeding van € 18.638,75, en veroordeelde [handelsnaam gedaagde] in de proceskosten. De rechtbank concludeerde dat de inbreuk op het auteursrecht plaatsvond van mei 2021 tot maart 2024, en dat DCI recht had op schadevergoeding voor de geleden schade als gevolg van deze inbreuk.