Uitspraak
[gedaagde] ,
1.De procedure
3juni 2025 met het verzoek om vonnis te wijzen.
2.De feiten
3.Het geschil
alle gevallen:
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de woningstichting Compaen een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] om ontruiming van de huurwoning te vorderen. De aanleiding voor de vordering zijn ernstige klachten van overlast en een geweldsincident dat heeft plaatsgevonden in februari 2025. Compaen stelt dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder heeft gedragen en dat zijn gedrag de huurovereenkomst rechtvaardigt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] in het weekend van 23 en 24 februari 2025 met een hamer de ruiten van de serre van de buurvrouw heeft ingeslagen na een woordenwisseling. Dit incident heeft geleid tot de vordering tot ontruiming, omdat Compaen vreest voor herhaling van dergelijk gedrag en de veiligheid van omwonenden in het geding is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkomingen van [gedaagde] in zijn verplichtingen als huurder zo ernstig zijn dat een ontruiming gerechtvaardigd is. De rechter heeft de termijn voor ontruiming vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten van Compaen, die zijn begroot op € 1.094,45. De rechter heeft de vordering van Compaen toegewezen en het meer of anders gevorderde afgewezen.