In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 16 juli 2025 een beschikking gegeven op het verzoek van de 17-jarige Fernando Raúl van Boven, die handlichting verzoekt om bepaalde bevoegdheden te verkrijgen van een meerderjarige. Fernando, geboren op 2 juli 2008, wil een bedrijf beginnen dat zich richt op de in- en verkoop van tenniskleding. Zijn ouders, die het gezag over hem uitoefenen, hebben schriftelijk ingestemd met het verzoek om handlichting. De kantonrechter heeft kennisgenomen van het verzoekschrift en de bijlagen, en het verzoek is behandeld tijdens een zitting op 30 juni 2025, waar zowel Fernando als zijn ouders aanwezig waren.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Fernando, ondanks zijn minderjarigheid, zich bewust is van de risico's van het ondernemerschap en dat hij deze uitdaging graag wil aangaan. Op basis van artikel 1:235 BW heeft de kantonrechter besloten om het verzoek toe te wijzen, maar met de beperking dat Fernando geen onbeperkte bevoegdheden verkrijgt. Hij mag wel overeenkomsten aangaan en betalingen verrichten tot € 5.000,00 en een zakelijke bankrekening openen. De kantonrechter heeft ook benadrukt dat Fernando door de handlichting niet bekwaam wordt om te beschikken over registergoederen, effecten of door hypotheek gedekte vorderingen.
Daarnaast heeft de kantonrechter de publicatieplicht van de beschikking besproken. De beschikking zal worden gepubliceerd in de digitale Staatscourant en op de website van de Rechtspraak, wat volgens de kantonrechter een breder bereik heeft dan de traditionele publicatie in de Staatscourant en twee dagbladen. De beschikking is niet geanonimiseerd en de handlichting gaat in op de datum van publicatie. Tegen deze beschikking kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.