In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 7 juli 2025 een beschikking gegeven op een verzoek tot opheffing van bewind. Het verzoek is ingediend door Bewindvoeringskantoor Van Korlaar B.V. ten behoeve van een betrokkene die dakloos is en met wie geen contact meer te krijgen is. De bewindvoerder heeft aangegeven dat de betrokkene uit beeld is verdwenen en dat er al bijna een jaar geen inkomen binnenkomt. Eerder is er een verzoek tot opheffing van het bewind geannuleerd omdat de betrokkene zou meewerken aan hulpverlening, maar ook daarna is zij weer uit beeld geraakt.
De rechtbank heeft geprobeerd de betrokkene te bereiken op haar briefadres, maar heeft geen schriftelijke reactie ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat, hoewel de noodzaak van het bewind nog aanwezig is, de voortzetting ervan niet zinvol is gezien het gebrek aan contact met de betrokkene. De kantonrechter heeft daarom besloten het bewind op te heffen, met de mogelijkheid voor de betrokkene om in de toekomst opnieuw een verzoek tot onderbewindstelling in te dienen, mocht zij weer in beeld komen.
De beschikking is openbaar uitgesproken en de kantonrechter heeft de bewindvoerder geïnformeerd over de kosten die ten laste van het vermogen van de betrokkene mogen worden gebracht. Tegen deze beschikking kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.