Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening
- de incidentele conclusie van antwoord.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een incident van de Gemeente Boekel tegen gedaagden. De Gemeente Boekel vorderde ontruiming van een strook grond door de gedaagden, die zij nodig had voor de aanleg van een voetpad. De Gemeente stelde dat er een overeenkomst was met de gedaagden om de grond te ontruimen, maar dat deze afspraak niet werd nagekomen. In het incident vroeg de Gemeente om een voorlopige voorziening, omdat zij belang had bij een snelle ontruiming van de grond. De rechtbank oordeelde echter dat de Gemeente onvoldoende belang had gesteld voor haar vordering tot voorlopige voorziening. De rechtbank wees de vordering af en veroordeelde de Gemeente Boekel in de proceskosten van het incident, die aan de zijde van de gedaagden werden begroot op € 792,-. De uitspraak benadrukt dat voor toewijzing van een voorlopige voorziening voldoende belang moet worden aangetoond, wat in dit geval niet gebeurde. De Gemeente had de mogelijkheid om een tijdelijk voetpad aan te leggen naast de strook grond, wat de noodzaak voor een voorlopige voorziening ondermijnde.