Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest in de wettelijke algehele gemeenschap van goederen. Bij beschikking van 1 juni 2023 van deze rechtbank is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en daarbij is partijen bevolen over te gaan tot verdeling van hun gemeenschap ten overstaan van een notaris. De voormalige echtelijke woning, die tot de ontbonden huwelijksgemeenschap van partijen behoorde, is inmiddels verkocht en op 31 mei 2024 geleverd aan de kopers. De ontbonden huwelijksgemeenschap is nog niet (geheel) verdeeld en de vrouw vordert daarom in de hoofdzaak:
(1) de wijze van verdeling te gelasten en daarbij de volgende (inboedel)goederen toe te delen aan de man: meubels (kast, dressoir, Tv-kast, salontafel, eettafel, zes eetkamerstoelen), Barry Emons kast, muziekinstrumenten (Selmer tenorsaxofoon, saxofoon, altsaxofoon, sopraansaxofoon en tuba), wasmachine en wasdroger, Philips televisie, computer, servies, persoonlijke spullen van de man, trippelstoel, kerstspullen, alles uit het tuinhuis (bladblazer, aggregaat, trappen etc.),
(2) veroordeling van de man tot betaling van € 3.046,17 aan verhuiskosten en opslagkosten aan de vrouw,
(3) de vrouw te veroordelen tot betaling van € 6.354,28 aan gebruiksvergoeding aan de man, (4) de man te veroordelen tot betaling van € 4.859,94 aan eigenaarslasten aan de vrouw,
(5) de man te veroordelen tot betaling van € 11.802,78 aan verbeurde dwangsommen aan de vrouw,
(6) de man te veroordelen tot betaling van € 1.748,12 aan de vrouw uit hoofde van onverschuldigde betaling,
(7) de man te veroordelen tot betaling van € 1.098,08 aan de vrouw ter zake van zijn advocaatkosten,
(8) de Opel Movano rolstoelbus met rolstoellift toe te delen aan de man, onder de voorwaarde dat de man een vergoeding van € 2.000,00 betaalt aan de vrouw.