Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
De bewijswaardering.
Een proces-verbaal FO Verkeer forensisch onderzoek plaats delict, inhoudende het relaas van verbalianten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] , opgemaakt en ondertekend op 8 december 2023, p. 12-57 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Op verzoek van de forensisch inzetcoördinator, werkzaam bij de politie Eenheid Oost-Brabant, kwamen wij ter plaatse en stelden wij op 11 mei 2023, omstreeks 19:00 uur, een onderzoek in naar de toedracht van het hierna bedoelde verkeersongeval.
Betrokkene 1: Personenauto 1
Gegevens betrokken voertuig
Soort voertuig: Personenauto
Fabrieksmerk: BMW
Type: X3 XDrive20i
Kleur: Zwart
Kenteken: [kenteken]
Aanduiding verder in pv: personenauto
Gegevens betrokken voertuig
Soort voertuig: Fiets (elektrische vouwfiets)
Fabrieksmerk: I-Tronic
Kleur: zwart
Aanduiding verder in pv: fiets
de Kasteel-Traverse was voor het openbaar verkeer opengesteld;
de maximum toegestane snelheid bedroeg ter plaatse 50 km/h als gevolg van artikel 62 jo.
Verkeersbord A1 van bijlage 1 van het RVV 1990;
de Kasteel-Traverse was door middel van borden conform model B1 van bijlage 1 van het RVV 1990 aangeduid als voorrangsweg;
voor bestuurders/voetgangers die de Kasteel-Traverse over willen steken werd dit geregeld door een verkeersregelinstallatie en kenbaar gemaakt door middel van borden conform model B6 van bijlage 1 van het RVV 1990 en haaientanden op het wegdek als bedoeld in artikel 80 van het RVV 1990.
Wij zagen dat bij de 1e remproef, met een snelheid van 52 km/h de banden van de personenauto op de stopstreep aftekenden. Aftekening linkervoorband personenauto (spoor D). Aftekening rechter voorband personenauto (spoor E). Om de afgetekende bandensporen bij de remproef te vergelijken met de aangetroffen bandensporen (A en B) hebben wij deze gefotografeerd samen met het ruitjespapier, welke we hadden gebruikt bij de aangetroffen bandensporen op de stopstreep op rijstrook 2 (zie afbeelding 14 en 15 op pagina 17). Opmerking: op de personenauto zaten 4 dezelfde banden van hetzelfde merk, type, afmetingen en profilering. Om de profilering van de hoofdgroeven van de banden (bij de remproef) te vergelijken met de aangetroffen bandensporen op de stopstreep van rijstrook 2, hebben wij beide afgetekende bandensporen op elkaar gelegd zoals weergeven op afbeelding 30 en 31. Gezien de afgetekende bandensporen D en E gelijkend zijn aan de afgetekende bandensporen A en B op de stopstreep, de aangetroffen situatie, en de witte substantie op de voorbanden, is het passend dat de bandensporen A en B, qua profilering van de hoofdgroeven zijn afgetekend door de voorbanden van de personenauto ten tijde van een (nood)remming. In de aftekeningen kunnen altijd (kleine) afwijkingen zitten, dat kan
ontstaan door de samenstelling / eigenschappen van het rubber.
Berekende indicatieve snelheid personenautoBerekende Indicatieve snelheid op basis van de remsporen en remproeven
Met de personenauto heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , ter plaatse, onder dezelfde omstandigheden 3 remproeven uitgevoerd. De hieruit volgende data heb ik verwerkt met als resultaat een gemiddelde remvertraging van 10,48 m/s2.
Met gebruikmaking van de zichtbare aangetroffen remsporen, beginnend op de stopstreep en
eindigend onder de voorwielen van de personenauto in combinatie met de berekende remvertraging, kunnen er indicatieve snelheden worden berekend, bij aanvang van de remsporen. De lengte van de aangetroffen remsporen was tussen de 23 en 24 meter (afgerond).
Met de onderstaande formule kunnen de indicatieve snelheden berekend worden.
[De rechtbank leest 22,96 m/s verbeterd als 21,96 m/s].De berekende indicatieve snelheden op basis van de zichtbare remsporen zijn 79 en 80 km/h.
Met betrekking tot de gereden snelheid van de personenauto is er een nader onderzoek ingesteld aan de hand van de loggegevens van de verkeersregelinstallatie.
Met behulp van de personenauto werden op de plaats van het ongeval de detectiepunten vastgesteld en ingemeten met behulp van landmeetapparatuur, zie voor de posities afbeelding 35.
Op basis van de detectieregistraties uit de logbestanden en de ingemeten detectiepunten, werden indicatieve snelheden berekend over het ingemeten traject. Dit traject, de ingemeten kop-lus en lange-lus, bedroeg 20,94 meter (zie afbeelding 35).
In de faselog zag ik, verbalisant [verbalisant 1] , dat het normale verkeersbeeld op het kruispunt vanaf 18:18:40 uur verstoord was. Ik zag namelijk dat de detectielussen bezet bleven bij meerdere groen fases. Een dergelijke verstoring van het verkeersbeeld duidt op een belemmering van de doorstroming zoals in het geval van een verkeersongeval. (...)
In de faselog zag ik dat lange-lus (D2.3) van richting 2 (rijrichting personenauto) werd geactiveerd om 18:18:40,6 uur en de kop-lus (D2.1) geactiveerd werd om 18:18:41,5 uur. Deze registraties werden geregistreerd tijdens de groenfase van richting 2. De tijd tussen deze twee lusdetecties bedroeg 0,9 seconde.
Op basis van deze gegevens kunnen de indicatieve gemiddelde snelheden berekend worden waarmee de personenauto het kruispunt was genaderd. De afstanden tussen de ingemeten detectiepunten zijn in de berekening van de indicatieve snelheid nog eens gecorrigeerd met ± 0,5 meter. Door de voornoemde correctie ontstond een variatie in de lengte van totaal 1,0 meter. De tijd tussen de detectorregistraties werd ook gecorrigeerd met ± 0,1 seconde. Hierdoor ontstond een variatie in de tijd van 0,2 seconde.
Voor het berekenen van de minimale en maximale berekende indicatieve gemiddelde snelheden over het ingemeten traject zijn de volgende formules gebruikt:
De berekende indicatieve gemiddelde snelheden over het traject van de lange-lus naar de kop-lus zijn minimaal 74 km/h en maximaal 96 km/h.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte, inhoudende de verklaring van [verdachte] , afgelegd op 11 mei 2023, p. 85-90 van het einddossier, voor zover inhoudende:
Het proces-verbaal ter terechtzitting, inhoudende de verklaring van verdachte, afgelegd op de zitting van 1 juli 2025, voor zover inhoudende:
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994
geldboeteter hoogte van
500,00 euro, subsidiair 10 dagen hechtenis.