Uitspraak
RECHTBANK Oost-Brabant
1.STICHTING WOONBEDRIJF SWS.HHVL,
2.
SOCIETAS EUROPAEA LIBERTY MUTUAL INSURANCE EUROPE,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 2 juli 2025 een beschikking gegeven in een deelgeschil tussen [verzoeker] en Woonbedrijf c.s. Het geschil betreft de schadecomponent 'auto van de zaak' van [verzoeker], die als verwarmingsmonteur werkzaam was en ten val kwam in een woning die eigendom was van Woonbedrijf. De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat Woonbedrijf aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. In het huidige verzoek vraagt [verzoeker] om een verklaring voor recht dat hij schade lijdt door het ontbreken van een auto van de zaak, die hij per 1 juli 2024 niet meer tot zijn beschikking heeft. Woonbedrijf c.s. verzetten zich tegen dit verzoek en stellen dat het prematuur is, omdat er nog geschillen bestaan over het causaal verband en de schadelooptijd. De rechtbank oordeelt dat het verzoek onvoldoende bijdraagt aan de totstandkoming van een vaststellingsovereenkomst en wijst het verzoek af op grond van artikel 1019z Rv. De rechtbank begroot de kosten van het deelgeschil op € 6.098,40, inclusief griffierecht, en veroordeelt Woonbedrijf c.s. hoofdelijk tot betaling daarvan aan [verzoeker].