De bewezenverklaring.
Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelenbijlage uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
T.a.v. feit 1:
op 27 februari 2023 te Venlo, als werkgever, opzettelijk, handelingen heeft nagelaten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en op de daarop rustende bepalingen, immers heeft hij op een bouwlocatie aan de [adres 2] te Venlo, zijnde een arbeidsplaats, bij het (doen) verrichten van arbeid, te weten werkzaamheden op de zolder van een in aanbouw zijnde prefab woning waarbij door de aanwezigheid van een open trapgat in de zoldervloer, valgevaar bestond, in elk geval gevaar bestond om 2,5 meter of meer naar beneden te vallen in strijd met
- artikel 3.16 lid 1 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, dat valgevaar niet heeft tegengegaan door het (laten) aanbrengen van een en of meerdere doelmatige hekwerken, leuningen en/of andere dergelijke voorzieningen en
-artikel 3.16 lid 5 van het Arbeidsomstandighedenbesluit geen voldoende sterke en voldoende grote vangnetten op doelmatige plaatsen en wijze aangebracht of worden doelmatige veiligheidsgordels met vanglijnen van voldoende sterkte gebruikt dan wel andere technische middelen toegepast, die ten minste een zelfde mate van beveiliging geven en
- artikel 5, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van het arbeidsomstandighedenbeleid niet in een inventarisatie en evaluatie schriftelijk vastgelegd welke risico’s het monteren van een prefab woning voor (een) werknemer(s) met zich mee brengt en
- artikel 8, eerste lid van de Arbeidsomstandighedenwet er niet voor gezorgd dat de werknemers doeltreffend werden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden bestaande uit het monteren van een prefab woning en de daaraan verbonden risico's (waaronder valgevaar), alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken en
- artikel 8, vierde lid van de Arbeidsomstandighedenwet niet heeft toegezien op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen en/of beperken van de in het artikel 8, eerste lid genoemde risico’s voor het monteren van een prefab woning (waaronder valgevaar) en/of het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen
terwijl daardoor, naar hij wist of redelijkerwijs moest weten, levensgevaar en ernstige schade aan de gezondheid van de werknemer [slachtoffer 1] en andere werknemers ontstond of te verwachten was;
T.a.v. feit 2:
op 27 februari 2023 te Venlo, grovelijk onvoorzichtig en nalatig heeft gehandeld door werknemers van [bedrijfsnaam] , werkzaamheden te laten verrichten, bestaande werkzaamheden op de zolder van een in aanbouw zijnde prefab woning waarbij valgevaar bestond, in elk geval gevaar bestond om 2,5 meter of meer naar beneden te vallen door de aanwezigheid van een open trapgat in de zoldervloer, terwijl hij
- heeft nagelaten om doeltreffende maatregelen te nemen om valgevaar tegen te gaan door het laten aanbrengen van een en of meerdere doelmatige hekwerken, leuningen en/of andere dergelijke voorzieningen en
- onder het open trapgat/uitsparing/opening in de zoldervloer geen ter voorkoming van het gevaar voldoende sterke en voldoende grote vangnetten op doelmatige plaatsen en wijze aangebracht of werden door die werknemer(s) geen doelmatige veiligheidsgordels met vanglijnen van voldoende sterkte gebruikt dan wel andere technische middelen toegepast, die ten minste een zelfde mate van beveiliging geven en
- geen schriftelijke inventarisatie en/of evaluatie heeft gemaakt van de mogelijke risico’s (waaronder valgevaar)die het monteren van een prefab woning met zich mee zou kunnen brengen en
- er niet voor heeft gezorgd dat de werknemer doeltreffend was ingelicht over die te verrichten werkzaamheden, en/of de hieraan verboden risico’s (waaronder valgevaar) en/of gevaren, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen en/of te beperken en
- niet heeft toegezien op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen en/of beperken van deze risico’s en
waardoor het aan zijn schuld te wijten is dat de werknemer [slachtoffer 1] door het open trapgat in de zoldervloer ongeveer 6 meter naar beneden is gevallen waardoor hij zodanig zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen dat hij daardoor, op 27 februari 2023, is overleden.