ECLI:NL:RBOBR:2025:3693

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
01-068992-24
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens zich toegang verschaffen tot en bezitten van kinderporno met taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 27 juni 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het zich toegang verschaffen tot en het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 28 februari 2023 tot en met 17 maart 2023 te Bakel, meermalen afbeeldingen heeft vervaardigd, verworven en in bezit heeft gehad van seksuele gedragingen waarbij een minderjarige betrokken was. De tenlastelegging omvatte ook het verstrekken van schadelijke afbeeldingen aan een minderjarige via Snapchat. Tijdens de zitting op 13 juni 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten zoals ten laste gelegd, met uitzondering van één feit waar hij van is vrijgesproken. De rechtbank heeft een taakstraf van 240 uur opgelegd, alsook een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 150 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de minderjarige in haar overwegingen meegenomen. De verdachte heeft blijk gegeven van inzicht in de ernst van zijn daden en heeft hulp gezocht na de onthulling van zijn gedrag. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [01-068992-24]
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team Strafrecht
Parketnummer: 01.068992.24
Datum uitspraak: 27 juni 2025
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [verdachte] op [1990] ,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 juni 2025. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 2 mei 2025. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 28 februari 2023 tot en met 17 maart 2023 te Bakel, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten een of meerdere foto(’s), en/of gegevensdragers, te weten een of meerdere mobiele telefoon(s), bevattende (een) afbeelding(en) van seksuele gedragingen, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, te weten [slachtoffer] , geboren op [2014] , heeft vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven - bestonden uit: het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van voornoemde [slachtoffer] (de onderbroek is een stuk naar beneden getrokken/opengetrokken) en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk de ontblote vagina van voornoemde [slachtoffer] in beeld gebracht wordt, (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
2.
hij in of omstreeks de periode van 28 februari 2023 tot en met 17 maart 2023 te Bakel, in elk geval in Nederland, via Snapchat een afbeelding, te weten een of meerdere foto(‘s) en/of video(‘s), bevattende een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft verstrekt en/of aangeboden en/of vertoond aan een minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [2014] , van wie hij, verdachte, wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat die [slachtoffer] jonger was dan zestien jaar, immers heeft verdachte
  • aan die [slachtoffer] foto-en/of filmbestanden verzonden waarop hij, verdachte, over zijn (met kleding bedekte) (stijve) penis wrijft en/of
  • aan die [slachtoffer] foto-en/of filmbestanden verzonden waarop hij, verdachte, geheel naakt is en/of zijn ontblote penis met zijn hand heeft bedekt;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 12 februari 2024 tot en met 26 februari 2024 te Bakel, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films, en/of gegevensdragers, te weten een mobiele telefoon (beslagnummer: 805968) bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, heeft vervaardigd, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
  • het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de/een vinger(s) en/of (een) voorwerp(en), te weten een of meerdere stiften, vaginaal penetreren van het eigen lichaam (bestandsnaam: [bestandsnaam] , p. 6 in de toonmap en bestandsnaam: [bestandsnaam] , p. 7 in de toonmap) en/of
  • het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de/een vinger(s)/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen en/of de eigen borsten (bestandsnaam: [bestandsnaam] , p. 4 in de toonmap en bestandsnaam: [bestandsnaam] , p. 5 in de toonmap)

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) die afbeelding(en) (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking had(den) en/of strekte(n) tot seksuele prikkeling (bestandsnaam: [bestandsnaam] , p. 5 in de toonmap en bestandsnaam: [bestandsnaam] , p. 8 in de toonmap).

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De beoordeling van de tenlastegelegde feiten.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft bepleit verdachte van alle tenlastegelegde feiten vrij te spreken.
Het oordeel van de rechtbank.

de bewijsmiddelen.
Voor de leesbaarheid van het vonnis wordt voor de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen verwezen naar de uitwerking daarvan in de bij dit vonnis gevoegde bewijsbijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.

nadere overwegingen.
*
ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen blijkt dat de minderjarige [slachtoffer] (hierna [slachtoffer] ) en verdachte via Snapchat contact met elkaar hebben gehad, dat verdachte aan [slachtoffer] heeft gevraagd of zij foto’s wilde maken van haar blote lichaam, dat de moeder van [slachtoffer] op de telefoon van [slachtoffer] een foto van [slachtoffer] heeft aangetroffen waarbij haar onderlichaam is ontbloot en dat verdachte heeft verklaard dat hij een naaktfoto van [slachtoffer] had ontvangen.
Gelet op deze feiten en omstandigheden acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op zijn mobiele telefoon, via Snapchat, een foto heeft ontvangen van het ontblote onderlichaam van [slachtoffer] en dat verdachte een actieve en bepalende rol heeft vervuld om [slachtoffer] te bewegen die foto naar hem te versturen.
De rechtbank stelt vast dat uit het procesdossier noch uit het verhandelde ter terechtzitting blijkt dat deze foto op de telefoon van verdachte is aangetroffen. De rechtbank houdt het er op dat deze foto niet op de telefoon van verdachte is bewaard door de beperkte bewaringsduur van content die via Snapchat is verkregen.
Nu de door [slachtoffer] aan verdachte verstuurde foto slechts korte tijd voor verdachte zichtbaar is geweest en niet is gebleken van feiten of omstandigheden dat verdachte de foto op andere wijze heeft opgeslagen, is de rechtbank van oordeel verdachte niet de beschikkingsmacht over deze foto heeft gehad. Hierdoor heeft verdachte die foto naar het oordeel van de rechtbank niet in zijn bezit gehad. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen die de rechtbank heeft gebruikt voor het onder 1 tenlastegelegde feit, in onderling verband en samenhang bezien met wat hiervoor is overwogen, acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich via Snapchat op zijn mobiele telefoon toegang heeft verschaft tot een afbeelding van het ontblote lichaam van de minderjarige [slachtoffer] .
*
ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit
Op grond van de inhoud van het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank vast dat verdachte de in de tenlastelegging genoemde video’s naar de telefoon van [slachtoffer] heeft verzonden. Op dat moment had de moeder van [slachtoffer] verdachte op de telefoon van [slachtoffer] geblokkeerd en waren de video’s niet langer zichtbaar. Vervolgens heeft de moeder van [slachtoffer] de blokkade opgeheven om het onderzoek door de politie mogelijk te maken. [slachtoffer] heeft deze video’s, aldus de verklaring van haar moeder nooit gezien.
Verdachte wordt verweten dat hij door het sturen van de video’s naar de telefoon van [slachtoffer] zich schuldig heeft gemaakt aan overtreding van het bepaalde in artikel 240a [oud] van het Wetboek van Strafrecht. De ratio achter dit artikel is de gedachte bescherming te bieden aan in het algemeen kwetsbare jeugdigen jonger dan zestien jaren tegen ongewenste beïnvloeding, waarbij de wil van de betrokkene jeugdige zelf niet van belang is.
Met de raadsman van verdachte is de rechtbank van oordeel dat niet is gebleken dat [slachtoffer] op welke wijze dan ook met deze video’s is geconfronteerd. Het met artikel 240a [oud] Wetboek van Strafrecht beschermde belang is dan ook niet overtreden.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, zal de rechtbank verdachte van het onder 2 tenlastegelegde feit vrijspreken.
*
ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde feit
Op grond van de in het schriftelijk pleidooi genoemde feiten en omstandigheden heeft de verdediging gesteld dat vaststaat dat bij het onderzoek van de telefoon van verdachte de onder feit 3 in de tenlastelegging genoemde afbeeldingen zijn aangetroffen.
De verdediging heeft evenwel bepleit dat het onderzoek aan de telefoon van verdachte op onrechtmatige wijze heeft plaatsgevonden, kortgezegd omdat door het onderzoek aan de telefoon van verdachte sprake was van een ernstige inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van het verdachte. In die situatie had de telefoon alleen kunnen worden onderzocht na een daartoe verkregen machtiging van de rechter-commissaris. Het uitblijven van deze toestemming levert een zodanig ernstig vormverzuim op dat de resultaten van het onderzoek aan de telefoon van verdachte van het bewijs moeten worden uitgesloten.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. Op 27 februari 2024 is verdachte door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] gehoord. Bij dat verhoor was de toenmalige raadsman van verdachte aanwezig. In dat verhoor heeft verdachte toestemming gegeven tot het onderzoek van zijn telefoon [bron: pag. 7 van het proces-verbaal van het verhoor van verdachte, pag. 77 van het digitale dossier]. In het proces-verbaal van verhoor staat het volgende vermeld:
“Wij zijn bezig een snapchat take-out uit te voeren. Daar geeft een rechter-commissaris toestemming voor. Geef jij daar ook toestemming voor?
-Wat houdt dat in?
Als jij toestemming geeft kan het misschien allemaal sneller gaan. Ik geef wel toestemming want ik wil weer terug naar mijn gezin en weer werken. Ik geef mijn fout ook wel toe en wil wel meewerken.”
Nu verdachte toestemming tot het onderzoek van zijn telefoon heeft gegeven, is de rechtbank van oordeel dat het onderzoek van de telefoon op rechtmatige wijze heeft plaatsgevonden en dat de resultaten van het onderzoek van die telefoon aan het bewijs van het onder 3 tenlastegelegde feit kunnen bijdragen.
Gelet op wat hiervoor is overwogen, verwerpt de rechtbank het door de verdediging gevoerde verweer dat het bewijs onrechtmatig is verkregen.

de conclusie
Gelet op de inhoud van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien met wat hiervoor is overwogen is de rechtbank van oordeel dat de onder 1 en onder 3 tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend zijn bewezen, een en ander zoals hierna onder “De bewezenverklaring” zal worden weergegeven.

De bewezenverklaring.

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte

ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit.
in de periode van 28 februari 2023 tot en met 17 maart 2023 te Bakel zich door gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft tot een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, te weten [slachtoffer] , geboren op [2014] , welke seksuele gedraging – zakelijk weergegeven - bestond uit: het geheel of gedeeltelijk naakt laten poseren van die [slachtoffer] die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en waarbij door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van voornoemde [slachtoffer] , de onderbroek is een stuk naar beneden getrokken en de uitsnede van de foto nadrukkelijk de ontblote vagina van voornoemde [slachtoffer] in beeld gebracht wordt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling

ten aanzien van het onder 3 tenlastegelegde feit
op tijdstippen in de periode van 12 februari 2024 tot en met 26 februari 2024 te Bakel een gegevensdrager, te weten een mobiele telefoon, beslagnummer: 805968, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken in bezit heeft gehad , welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
  • het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met een vinger en een voorwerp, te weten een stift, vaginaal penetreren van het eigen lichaam en
  • het als persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt met de vingers/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel en/of de eigen billen en/of de eigen borsten en
- het naakt laten poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte houding op een wijze die niet bij haar leeftijd past en waarbij deze persoon zich vervolgens in opeenvolgende filmfragmenten van haar kleding ontdoet en waarna door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de uitsnede van de films nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel en billen van die persoon in beeld gebracht worden waarbij die afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking had en/of strekte tot seksuele prikkeling
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot:
- een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
- een gevangenisstraf van 186 dagen met aftrek van voorarrest waarvan 150 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren onder oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd in haar rapportage van 30 mei 2025.
De officier van justitie heeft tevens gevorderd dat deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar worden verklaard en dat het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis wordt opgeheven. Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
In het geval verdachte mocht worden veroordeeld heeft de verdediging bepleit verdachte te veroordelen tot een taakstraf waarop de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht.
Het oordeel van de rechtbank.

algemeen
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

de ernst van de bewezenverklaarde feiten
Verdachte heeft een achtjarig meisje ertoe bewogen één foto van haar gedeeltelijk ontbloot onderlichaam aan hem toe te zenden. Minderjarigen bevinden zich in een gevoelige ontwikkelingsfase van hun leven. Dit betekent dat zij vanwege hun leeftijd in het algemeen niet, of niet voldoende, in staat zijn om de gevolgen van dit soort gedrag te overzien. Zij worden daarom door de wet op seksueel gebied beschermd tegen oudere, verder ontwikkelde personen. Verdachte had zich moeten realiseren dat zijn handelen niet toelaatbaar was. Het was de verantwoordelijkheid van verdachte als meerderjarige om ervoor te zorgen dat de minderjarige de foto niet had gemaakt en niet aan hem had gestuurd. Hij heeft er echter juist op aangedrongen dat wel te doen.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen die hij zelf had verkregen. Dat neemt niet weg dat verdachte door het verzamelen van deze kinderpornografische afbeeldingen een bijdrage heeft geleverd aan het in stand houden van de productie en verspreiding van kinderporno en dat hij hierdoor ook heeft meegewerkt aan het misbruik en de exploitatie van de betrokken minderjarigen. Het behoeft geen betoog dat dergelijk misbruik zeer nadelige gevolgen kan hebben in de zin van psychische, emotionele en lichamelijke schade bij de desbetreffende kinderen en dat zij hierdoor ernstig kunnen worden geschaad in hun verdere ontwikkeling.

de persoon van verdachte
Kijkend naar de persoon van verdachte, houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte er blijk van heeft gegeven dat hij de ernst van de door bewezenverklaarde feiten inziet. Dat blijkt onder meer uit de op 9 juli 2024 door klinische psycholoog drs. Vuister en op 30 mei 2025 door de reclassering over verdachte uitgebrachte rapporten waarin onder meer staat vermeld dat verdachte na het aan het licht komen van de hiervoor bewezenverklaarde feiten op eigen initiatief hulp heeft gezocht.

de strafmodaliteit
De rechtbank acht oplegging van een taakstraf passend en geboden. Voor het geval de verdachte de taakstraf niet naar behoren vervult, zal de rechtbank bevelen dat aan hem vervangende hechtenis zal worden opgelegd voor de hierna te vermelden duur.
De rechtbank is voorts van oordeel dat uit het oogpunt van juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met alleen oplegging van een taakstraf. Daarom zal de rechtbank ook een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte opleggen waarvan het onvoorwaardelijk gedeelte gelijk is aan de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Het voorwaardelijk gedeelte van deze gevangenisstraf zal niet ten uitvoer worden gelegd als verdachte zich tot het einde van de hierna vast te stellen proeftijd aan de voorwaarde houdt dat hij zich niet aan een strafbaar feit zal schuldig maken en de in het dictum van dit vonnis nader te noemen bijzondere voorwaarden naleeft. De rechtbank wil met een en ander enerzijds de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten tot uitdrukking brengen en anderzijds invloed uitoefenen op het gedrag van de verdachte, opdat hij niet opnieuw een strafbaar feit begaat.
Uit de over verdachte uitgebrachte rapporten van klinisch psycholoog Vuister van 9 juli 2024 en Reclassering Nederland van 30 mei 2025 blijkt dat het risico dat verdachte in de toekomst weer tot het plegen van feiten soortgelijk aan de bewezenverklaarde feiten zal overgaan als laag tot matig wordt ingeschat. Verdachte is bovendien bij De Rooyse Wissel in behandeling. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat er niet ernstig rekening mee moet worden gehouden dat veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De rechtbank zal dan ook niet overgaan tot het dadelijk uitvoerbaar verklaren van de op te leggen bijzondere voorwaarden zoals door de officier van justitie is gevorderd.

de conclusie
Alle feiten en omstandigheden tegen elkaar afwegend, is de rechtbank van oordeel dat – ook al zal de rechtbank verdachte van het onder 2 tenlastegelegde feit vrijspreken – de door de officier van justitie gevorderde straf in overeenstemming is met de ernst van de onder 1 en 3 bewezenverklaarde feiten.
Gelet op wat hiervoor is overwogen acht de rechtbank het passend en geboden verdachte te veroordelen tot:
- een taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis en
- een gevangenisstraf van 180 dagen met aftrek van voorarrest waarvan 141 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren onder oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals de reclassering heeft geadviseerd in haar rapportage van 30 mei 2025.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .
De rechtbank zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren in de vordering, omdat de rechtbank van oordeel is dat de vordering onvoldoende is onderbouwd en verdere behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 240b [oud] van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het onder 2 tenlastegelegde feit.
Verklaart de onder 1 en onder 3 tenlastegelegde feiten bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde feit
met gebruikmaking van een communicatiedienst zich toegang verschaffen tot een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken.
ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde feit
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, in bezit heeft gehad.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen.
ten aanzien van de onder 1 en onder 3 bewezenverklaarde feiten
 een
taakstrafvoor de duur
van 240 uren[240 uren] te vervangen door 120 dagen hechtenis indien veroordeelde deze taakstraf niet of niet naar behoren verricht.
 een
gevangenisstrafvoor de duur
van 180 dagen[honderdtachtig dagen]
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis inverzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Bepaalt dat een
gedeeltevan deze gevangenisstraf groot
141 dagen niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een
proeftijd van twee jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt danwel [een van] de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.

Stelt als bijzondere voorwaarden:

*
Meldplicht bij reclassering(na afspraak)
Veroordeelde meldt zich op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met veroordeelde opnemen voor de eerste afspraak.
*
Ambulante behandeling
Veroordeelde laat zich behandelen door De Rooyse Wissel of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
*
Vermijden kinderporno
Veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
- het seksueel getint communiceren met minderjarigen
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen
- het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarde(n) genoemd onder [nummer(s)] en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Hierbij gelden als voorwaarden dat de veroordeelde:
- meewerkt aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een geldig identiteitsbewijs ter inzage aanbiedt om de identiteit vast te stellen;
- meewerkt aan reclasseringstoezicht, waaronder het meewerken aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Heft ophet tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden. Dit bevel is reeds geschorst op 4 april 2024.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :
Bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding. Veroordeelt de benadeelde partij in de proceskosten door verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E.L. Traag, voorzitter,
mr. J.G. Vos en mr. M.J.W. van Breukelen, leden,
in tegenwoordigheid van H.A. van Neerven, griffier,
en is uitgesproken op 27 juni 2025.