In deze zaak gaat het om de rechtsgeldigheid van een ontslag op staande voet van een werknemer, [verzoeker], die zich ziek had gemeld. De werknemer was sinds 1 april 2022 in dienst bij Kwik-Fit en had een studieovereenkomst gesloten voor een BBL-opleiding. Na een ziekmelding op 18 december 2024, waarbij de werknemer niet op een consult bij de bedrijfsarts verscheen, werd hij op 20 januari 2025 op staande voet ontslagen wegens hardnekkige werkweigering. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag niet rechtsgeldig is, omdat de werkgever niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake was van een dringende reden. De werknemer had zich ziek gemeld en het niet verschijnen op het werk was een logisch gevolg daarvan. De werkgever had minder ingrijpende maatregelen kunnen treffen en had de werknemer opnieuw moeten oproepen voor een consult. Hierdoor heeft de werknemer recht op een transitievergoeding, billijke vergoeding en gefixeerde schadevergoeding, evenals een gecorrigeerde eindafrekening. De kantonrechter verklaart dat de arbeidsovereenkomst in strijd met de wet is opgezegd en veroordeelt Kwik-Fit tot betaling van de gevorderde vergoedingen.