ECLI:NL:RBOBR:2025:3178
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering en de beoordeling van de ZW-uitkering
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedaan op 5 juni 2025, wordt de aanvraag van eiseres voor een WIA-uitkering behandeld. Eiseres had op 11 november 2024 een WIA-uitkering aangevraagd, maar het UWV heeft deze aanvraag afgewezen op 18 november 2024, omdat eiseres niet voldeed aan de voorwaarde van 104 weken arbeidsongeschiktheid. Eiseres was van mening dat haar aanvraag als een verzoek om terug te komen op de beëindiging van haar ZW-uitkering moest worden opgevat, maar de rechtbank oordeelt dat het UWV de aanvraag terecht heeft opgevat als een aanvraag voor een WIA-uitkering. De rechtbank concludeert dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat zij niet gedurende de vereiste periode van 104 weken arbeidsongeschikt is geweest. De rechtbank wijst erop dat de aanvraag duidelijk was en geen aanleiding gaf om deze als een verzoek om terug te komen op het eerdere besluit te beschouwen. Eiseres krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard. Dit betekent dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.