Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte],
De tenlastelegging.
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De formele voorvragen.
Bewijs.
A: Maandagochtend 19 februari 2024. Het begon volgens mij rond 05.00 uur.
V: En toen?
A: Toen is hij [
de rechtbank begrijpt: verdachte] teruggekomen. Ik lag toen nog op de bank. Ik moest hem pijpen en toen zei ik dat ik dat eigenlijk niet wilde. Er was veel geduw en getrek. Ik zei tegen hem dan ik wilde gaan slapen.
V: Zei hij toen iets?
A: Hij werd toen agressief.
V: En toen?
A: Ik lag op de bank en toen zei hij 'wil je me even pijpen'. Hoe meer ik nee zei hoe agressiever hij werd.
V: Wat bedoel je met agressief?
A: Hij werd agressief. Hij deed mijn mond dicht, kneep mijn keel dicht en sleurde tegen mijn armen.
Ik ben toen naar mijn bed gegaan. Ik denk dat omdat hij boos werd en me niet met rust liet. Hij trok mij aan mijn benen terug, dat ik terug moest komen. Ik zat toen op het uiteinde van mijn bed. Ik zei tegen hem 'laat me met rust'. Ik weet dat ik mijn telefoon op bed had gelegd. Dat ik die in eerste instantie wilde pakken en dat ik daar niet bij kon. Hij heeft toen mijn telefoon weggegooid. Hij was vooral bezig met 'je moet me pijpen', 'dikke lul', 'dat vindt je wel lekker'. Dat zei hij. [5]
A: Pijpen. Dat deed hij toen. Hij zei dat.
V: Dus je ligt op je zij op je bed, met je telefoon naast je. En dan?
A: Hij trekt aan mijn benen en ik hoor mijn telefoon op de grond vallen. Op dat moment zei hij 'Je gaat niemand kunnen bellen'. Ik raakte in paniek.
V: Je raakte in paniek, hoe uitte zich dat?
A: Ik wilde schreeuwen, maar dat ging niet, hij hield zijn hand voor mijn mond. Hij zei ook steeds 'mond houden, stil zijn!'.
V: Hoe zei hij dat?
A: Op een dreigende manier, kortaf.
O: [slachtoffer 1] begint te huilen en zegt 'ik was heel bang, ik dacht echt dat hij me zou vermoorden, ik kreeg echt geen lucht.’
V: Je kreeg geen lucht, want?
A: Omdat hij zijn hand voor mijn mond hield en voor mijn neus.
V: Je zit aan het uiteinden van je bed en je bent in paniek. Je krijgt geen lucht, en dan?
A: Hij stond voor mij. Hij trok zijn broek omlaag en hij dwong mij om hem te pijpen. Hoe meer ik terug wilde trekken, hoe meer hij aan mijn haren ging trekken.
V: Wat zei hij?
A: Vooral 'sssssst mond houden'.
V: Hij stond voor jou, hoe stond hij voor jou?
A: Ik zat zo, met mijn voeten raakte de grond en ik zat op bed. Hij stond voor mij en hield zijn handen mijn haren vast achter mijn hoofd. Hij stond echt recht voor mij.
V: Hoe deed hij dat zijn broek uittrekken?
A: Volgens mij met één hand. Want ik weet dat ik niet weg kon. Ik denk dat die andere hand in de buurt van mijn gezicht is geweest. [6]
A: Door mij vast te houden bij mijn haren. En die beweging maken. Ik kon mijn hoofd niet bewegen. Hij had mijn hoofd in zijn handen.
V: Hoe was zijn piemel?
A: Hij was stijf. Hij werd wel eens slap. Dan zei hij 'zorg ervoor dat hij weer stijf word, dan ben je er sneller vanaf'.
A: Toen hij zei dat ik moest omdraaien.
A: Omdat ik heb aangegeven 'laat me met rust, ik wil dit niet'.
V: Wat zei hij toen jij dat zei?
A: Hij gaf niet echt antwoord, hij deed dat gewoon.
V: Dus dan stopt het pijpen doordat hij zegt dat jij je moet omdraaien. Hoe gaat dat omdraaien precies?
A: Met geweld. Ik probeerde tegen de stribbelen.
V: Hoe gaat dat dan precies?
A: Hij pakte me bij mijn armen en zei omdraaien.
V: Waar pakte hij jou bij je armen?
A: Bij mijn bovenarmen. Het is helemaal blauw.
V: Waar zijn jullie dan op dat moment?
A: Bij het bed. Ik lag op het bed en hij stond achter mij.
V: Waar stond hij?
A: Achter het bed bij het voeteneind. Op de grond.
V: Je probeerde tegen te stribbelen. Hoe deed je dat?
A: Ik probeerde met mijn benen te schoppen en toen pakte hij me vast bij mijn benen of heupen. Toen ik was omgedraaid toen trok hij zich naar me toe en trok hij mijn broek uit en toen gebeurde het.
V: Hoe trok hij jouw broek uit?
A: Ik had een flared broek aan gewoon met elastiek en stretch stof. Dus hij heeft die gewoon naar onder getrokken.
V: Tot waar heeft hij jou broek uit getrokken?
A: Volgens mij meteen helemaal uit met mijn onderbroek tegelijk.
A: Toen drong hij naar binnen bij mij. Hij stond toen nog achter het bed. [7] Met zijn penis in mijn vagina. Ik wilde het niet en ik had dat ook aangegeven.
A: Dat hij moest ophouden. Ik had het gevoel dat hoe vaker ik zei ik wil dit niet, hoe gewelddadiger hij werd.
V: Waar merkte je dat aan?
A: Met mij pijn doen. Mijn gezicht. Ik kreeg geen lucht en ik moest echt naar adem happen.
V: Wanneer was dat dan dat ik geen lucht meer kreeg?
A: Ook op dat moment.
A: Ik kan me herinneren dat hij de hele tijd dit deed.
O: We zien dat [slachtoffer 1] haar hand voor haar mond houdt.
V: En dan?
A: Ik zei de hele tijd 'ik moet naar de wc'. Dat hij toen is gegaan of dat hij me liet gaan weet ik even niet. Ik ben toen naar de keuken gegaan. Ik had op dat moment geen onderbroek aan. Toen ik in de keuken stond trok hij mij terug.
V: Waar trok hij jou toen terug?
A: Terug naar bed.
V: Hoe trekt hij jou terug naar bed?
A: Bij mijn armen en bij mijn mond. Hij stond achter mij, hield zijn hand voor mijn mond, en trok mij achterover terug naar bed.
A: Hij gooide mij terug op bed.
V: Waar was hij?
A: Hij stond aan het uiteinde van het bed. Ik kan me herinneren dat hij vooral steeds zei 'mond houden, mond houden'. Ik probeerde wel te schreeuwen, maar dat lukte niet want hij hield iedere keer mijn mond dicht met zijn hand. [8]
A: Hij trok zich weer naar zich toe en toen moest ik hem weer pijpen. Hij eigenlijk weer precies dezelfde houding als eerder.
V: Hij trok jou naar zich toe, hoe deed hij dat?
A: Ik denk aan mijn benen. Dat duurde niet heel lang dat moment van het pijpen.
V: Want?
A: Toen moest ik daarna op mijn rug gaan liggen van hem en toen kwam hij boven op mij .
V: Hoe ging dat?
A: Volgens mij was dat het moment van laat het maar over me heen komen. Emotieloos. Hij legde mijn benen in zijn nek. Dat deed hij met geweld. Hij deed pijn in mijn heupen en van binnen in mijn vagina. Hij legde mijn benen best hoog.
A: Omdat hij heel hard stootte met zijn penis in mijn vagina.
V: Zei jij toen iets?
A: Ik zei dat het heel pijn deed. [9]
A: Toen ze bij mij kwam was ze heel verdrietig en bang.
A: 06:45 uur.
A: Van zondag op maandag, dus van 18 op 19 februari 2024.
A: Nee, ja dat ze helemaal paniekerig was.
En [slachtoffer 1] snikte ook helemaal, een soort van paniekaanval was het. [slachtoffer 1] zei, dat ze door de verdachte al die tijd met haar gezicht op bed werd gedrukt. Dat kon ik ook goed zien aan haar gezicht.
V: Wat zag u aan haar gezicht?
A: Ik zag dat het jukbeen onder, ik meen haar rechter oog, dik was. En ze was helemaal bekrast op haar wang. [10]
Pagina 206)
Pagina 206)
Bewijsmiddelen feit 2
- [verdachte].
- Dat was op 1 mei 2021. Ik was thuis in verband met een ziek kind en was zwanger. Hij kwam rond 01:00 uur in de nacht thuis en kwam naar bed. In bed begon hij meteen aan mijn broek te trekken en vervelend te doen. Ik zei dat ik moe was, zwanger was en niet wilde. Ik duwde hem van mij af, geschopt. Maar hij kreeg het voor elkaar om eerst mijn broek uit te trekken en om daarna mijn benen open te duwen met zijn handen. Ik wilde het echt niet, schopte, kraste, duwde en sloeg hem weg maar hij hield mijn handen vast. Hij trok mijn benen open bij mijn knieën en ging met één van zijn handen en zijn lichaam steeds verder omhoog tot hij met zijn hand bij mijn schaamlippen kwam en daaraan begon te trekken. Dat deed zo'n pijn dat ik het liet gebeuren. Ik was toen aan het huilen. Toen hij klaar was stond ik op en liep naar de wc. Daar voelde ik het langs mijn benen naar beneden toe lopen en dacht in eerste instantie dat het sperma was. Ik zag toen dat het bloed was en schrok mij rot. de vloer lag vol met bloed, alles lag vol met bloed, het leek wel een slachthuis. Hij kwam toen naar de badkamer om te kijken wat er aan de hand was en wilde mij vastpakken. Ik zei dat ik dat niet wilde en dat hij 'dit' had gedaan. Ik belde de gynaecoloog en die zei dat ik meteen naar het ziekenhuis moest komen. Ik kreeg in het ziekenhuis te horen dat ik scheuren in mijn schaamlippen had. Eén snee was zo diep dat de genezing heel lang heeft geduurd. [17]
Bewijsoverwegingen
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en maatregel.
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].
Motivering van de beslissing na voorwaardelijke veroordeling 01-255596-20.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
telkens, verkrachting;