Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met 28 producties,
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald.
2.De zaak in het kort
job offervan de TU/e ontvangen. [eiser] is van mening dat er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen en dat de TU/e deze arbeidsovereenkomst met een beroep op de proeftijd discriminatoir, vanwege zijn Iraanse afkomst, dan wel onrechtmatig heeft opgezegd. [eiser] stelt dat hij hierdoor materiële en immateriële schade heeft geleden, die hij door TU/e vergoed wil hebben.
De TU/e is het daar niet mee eens. Volgens haar is er geen arbeidsovereenkomst tot stand gekomen omdat het vereiste benoemingsbesluit van het college van bestuur ontbreekt en [eiser] ermee bekend was dat dit benoemingsbesluit noodzakelijk was voor de totstand-koming van de arbeidsovereenkomst. Daarnaast betwist zij dat zij discriminatoir dan wel onrechtmatig de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd.
3.De feiten
Associate professor of Structural Engineeringaan de Universiteit van Southampton in het Verenigd Koninkrijk.
‘application process’verwezen naar een webpagina waar het volgende op staat vermeld:
job offeraan [eiser] verzonden. In de begeleidende e-mail is het volgende vermeld:
4.Het geschil
job offeris een ondubbelzinnig aanbod dat door [eiser] is aanvaard. Bij dat aanbod is niet de goedkeuring van het college van bestuur als noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van een arbeidsovereenkomst gecommuniceerd. De TU/e kan het aanbod dan ook niet herroepen. Aangezien tussen partijen overeenstemming is bereikt over alle essentialia, is er een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen. De door TU/e gedane opzegging met een beroep op de proeftijd is discriminatoir. De benoeming door het college van bestuur is aan [eiser] gepresenteerd als een formaliteit. Het is onduidelijk waarom het college, zonder enige argumentatie, een langdurig en afgerond sollicitatieproces dat heeft geleid tot de aanbieding van een arbeidsovereenkomst, heeft doorkruist. De redenen die de decaan in zijn brief van 7 maart 2024 heeft benoemd, zijn nooit eerder met [eiser] besproken en vormden kennelijk geen bezwaar om [eiser] op 1 december 2023 een onvoorwaardelijk aanbod te doen. [eiser] kan zich hierdoor niet aan de indruk onttrekken dat zijn Iraanse afkomst c.q. nationaliteit een rol speelt. In de academische wereld tiert de angst om politiek incorrecte beslissingen te nemen. Deze omstandigheden rechtvaardigen een omkering van de bewijslast, wat met zich meebrengt dat de TU/e moet bewijzen dat er geen sprake is geweest van een discriminatoire opzegging.
employment letterverstrekt. De opzegging met een beroep op de proeftijd is niet discriminatoir. De reden dat het college voor promoties een negatief advies aan het college van bestuur heeft uitgebracht, is omdat het college voor promoties te veel twijfel leest in de verslagen van de R-BAC. Voor de R-BAC heeft dit aanleiding gevormd om een arbeidsovereenkomst van één jaar aan te bieden, maar op basis van dezelfde argumenten heeft het college voor promoties een andere afweging gemaakt. De Iraanse afkomst van [eiser] heeft daar geen enkele rol bij gespeeld. Door [eiser] zijn geen feiten gesteld op basis waarvan vermoed kan worden dat dat wel het geval is geweest. Een omkering van de bewijslast is dus niet gerechtvaardigd. Van een opzegging in strijd met goed werkgeverschap is evenmin sprake. In zowel december 2023 als januari 2024 is [eiser] meermaals medegedeeld dat de toestemming van het college van bestuur nodig was voordat de arbeidsovereenkomst kon worden opgemaakt. Zijn benoeming is intern noch extern gecommuniceerd. [eiser] heeft zijn vermeende schade en het causaal verband met het vermeende onrechtmatige handelen niet onderbouwd. Bovendien ontvangt [eiser] nog steeds salaris vanuit zijn dienstbetrekking bij de Universiteit van Southampton.
5.De beoordeling
5.3. De kantonrechter is van oordeel dat de op 1 december 2023 verzonden
job offerkwalificeert als een aanbod tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Het aanbod bevat alle essentialia van een arbeidsovereenkomst en in de
job offerzelf noch in de begeleidende e-mail van [A] is een voorbehoud ten aanzien van goedkeuring door het college van bestuur gemaakt. Het is dus een onvoorwaardelijk aanbod. De TU/e kan zich er niet op beroepen dat er op de website waarop de vacature is geplaatst, is verwezen naar een andere website waarop staat dat het college van bestuur de
“final decision”maakt, en dat [eiser] wist dat een benoemingsbesluit was vereist. Indien de TU/e deze voorwaarde aan het tostandkomen van de arbeidsovereenkomst had willen verbinden, had zij dat nadrukkelijk bij het aanbod moeten vermelden. Dat heeft zij niet gedaan. Het voorgaande geldt ook voor de vereiste verblijfsvergunning. De TU/e voert aan dat ook dit een noodzakelijk vereiste voor het tot stand komen van de arbeidsovereenkomst was, maar ook dat is bij het op 1 december 2023 gedane aanbod niet vermeld. Daar komt bij dat het niet vervullen van deze ‘voorwaarde’ aan de TU/e zelf te wijten is. Het aanvragen van een verblijfsvergunning is immers zinloos op het moment dat de TU/e niet tot benoeming zal overgaan.
“I have a few inquiries concering the salary and employment conditions”kan gelet op de nadrukkelijke aanvaarding in de eerste alinea van de mail, niet worden beschouwd als een tegenaanbod. Dat partijen vervolgens tijdens het Teams-overleg op 4 december 2023 hebben gesproken over het salaris en zij een hogere salaristrede in de bij de functie behorende salarisschaal zijn overeengekomen, doet niet af aan de eerdere aanvaarding door [eiser] . Dat betekent dat er op 1 december 2023 een arbeidsovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen.
employment letteris verstrekt nadat [eiser] daarom had verzocht zodat hij tijdig zijn baan aan de Universiteit van Southampton kon opzeggen, en dat er contact is geweest over het vinden van een baan voor de partner van [eiser] . Daarnaast heeft [A] aan [eiser] in de e-mail van 8 december 2024 medegedeeld dat de benoeming door het college van bestuur slechts een formaliteit was. Vervolgens is op