Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
zij, op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 mei 2015 (DOC-072) tot en met 31 oktober 2018 (DOC-324) te Heeze en/of ’s-Gravenhage en/of Urk en/of Zoetermeer en/of elders in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) aan medeverdachte [medeverdachte 1] , die, anders dan als ambtenaar, te weten als servicemonteur en/of projectmanager en/of directievoerder (DOC-111A), althans als medewerker werkzaam was in dienstbetrekking bij [bedrijf 1] (DOC-297), naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking had gedaan of nagelaten, dan wel zou doen of nalaten, hieruit bestaande - zakelijk weergegeven- dat [medeverdachte 1] voornoemd:
- Invloed heeft uitgeoefend om een of meer werknemer(s) van [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] . (het bedrijf van de partner van verdachte, [medeverdachte 2] ) op projecten van [bedrijf 1] te werk gesteld te krijgen (DOC-321, DOC-322, DOC-327, G-006-01 en DOC-117) en/of
- Een rol heeft gespeeld bij de aanstelling van haar, verdachte, als medewerkster bij [bedrijf 1] , waarbij een vals CV is gebruikt (DOC-200 en DOC-326), bij de opstelling waarvan [medeverdachte 1] voornoemd eveneens betrokken is geweest (DOC-322) en/of
- Invloed heeft uitgeoefend op het tot stand komen van contracten met een of meer (voorkeurs)leverancier(s) van [bedrijf 1] , waaronder [bedrijf 4] , die hiervoor commissies betaalden, die werden verdeeld tussen onder meer medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] voornoemd (DOC-078, G-006-01 en AMB-040) en/of
- Offertes van leveranciers en bestellingen bij leveranciers van [bedrijf 1] en andere geheime bedrijfsinformatie van [bedrijf 1] heeft gedeeld met onder meer haar, verdachte, en haar partner, [medeverdachte 2] , ten behoeve van de berekening van voornoemde commissies (DOC-320 t/m DOC-325, DOC-298, DOC-301 en DOC-309) en/of
- Onjuiste urendeclaraties van een of meer werknemer(s) die via [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] . (het bedrijf van de partner van verdachte, [medeverdachte 2] ) bij [bedrijf 1] te werk was/waren gesteld, goedgekeurd zonder deze te controleren (G-006-01, AMB-035 en AMB-037), waardoor [bedrijf 1] ook heeft betaald voor niet gewerkte uren (DOC-078 G-006-01, G-006-02 en DOC-288)
zij op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 4 maart 2015 (DOC-322), tot en met 25 maart 2015 (DOC-326), te ’s-Gravenhage en/of Heeze en/of Urk en/of Zoetermeer en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, een Curriculum Vitae (CV) op naam van haar, verdachte, [verdachte] (DOC-200), zijnde een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst, immers heeft/hebben zij, verdachte, en/of (een of meer van) haar medeverdachte(n) toen aldaar valselijk en/of in strijd met de waarheid -zakelijk weergegeven- op dat CV voornoemd vermeld en/of doen vermelden dat zij, verdachte, [verdachte] , in 2008 en 2009 anderhalf jaar had gewerkt bij [bedrijf 1] als Project secretary van het [project naam] , terwijl zij in werkelijkheid nooit voor [bedrijf 1] had gewerkt, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
De formele voorvragen.
De beoordeling van de tenlastegelegde feiten.
De bewijsmiddelen.
Nadere overweging van de rechtbank.
De conclusie.
De bewezenverklaring.
ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit.
op tijdstippen in de periode van 28 mei 2015 tot en met 31 oktober 2018 in Nederland, telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen telkens aan medeverdachte [medeverdachte 1] , die, anders dan als ambtenaar, te weten als servicemonteur en/of projectmanager en/of directievoerder althans als medewerker werkzaam was in dienstbetrekking bij [bedrijf 1] ., naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking had gedaan of nagelaten, dan wel zou doen of nalaten, hieruit bestaande - zakelijk weergegeven- dat [medeverdachte 1] voornoemd:
- Invloed heeft uitgeoefend om werknemers van [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] . (het bedrijf van de partner van verdachte, [medeverdachte 2] ) op projecten van [bedrijf 1] te werk gesteld te krijgen en
- Een rol heeft gespeeld bij de aanstelling van haar, verdachte, als medewerkster bij [bedrijf 1] , waarbij een vals CV is gebruikt, bij de opstelling waarvan [medeverdachte 1] voornoemd eveneens betrokken is geweest en
- Invloed heeft uitgeoefend op het tot stand komen van contracten met voorkeursleveranciers van [bedrijf 1] , waaronder [bedrijf 4] , die hiervoor commissies betaalden, die werden verdeeld tussen onder meer medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] voornoemd en
- Offertes van leveranciers en bestellingen bij leveranciers van [bedrijf 1] en andere geheime bedrijfsinformatie van [bedrijf 1] heeft gedeeld met onder meer haar, verdachte, en haar partner, [medeverdachte 2] , ten behoeve van de berekening van voornoemde commissies en
- Onjuiste urendeclaraties van werknemers die via [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] . (het bedrijf van de partner van verdachte, [medeverdachte 2] ) bij [bedrijf 1] te werk waren gesteld, goedgekeurd zonder deze te controleren, waardoor [bedrijf 1] ook heeft betaald voor niet gewerkte uren
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
Algemeen
De ernst van de bewezenverklaarde feiten.
Strafmatigende omstandigheden
De strafmodaliteit
De conclusie
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
medeplegen van: aan iemand die, anders dan als ambtenaar werkzaam is in dienstbetrekking, naar aanleiding van hetgeen deze in zijn betrekking heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift of belofte doen, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze handelt in strijd met zijn plicht, meermalen gepleegd.
medeplegen van: opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
taakstrafvoor de duur
van 240 uren[tweehonderd veertig uren] te vervangen door 120 dagen hechtenis indien veroordeelde deze taakstraf niet of niet naar behoren verricht.
gevangenisstrafvoor de duur
van acht maanden.
gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat veroordeelde zich voor het einde van een
proeftijd van twee jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.