Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs.
Ten aanzien van feit 1:
Ten aanzien van feit 2:
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf en/of maatregel.
De vordering van de benadeelde partij.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
- verklaart het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven;
- verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor onder feit 1 en feit 2 bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
gevangenisstrafvoor de duur van
12 jarenmet aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.
contact- en gebiedsverbodvoor de duur van 5 jaren subsidiair 2 weken hechtenis.
gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelals bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht.
Legt aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staatten behoeve van [slachtoffer] van een bedrag van 10.513,81 euro.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] :