ECLI:NL:RBOBR:2025:2279

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
C/01/410711 / HA ZA 24-725
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van de vordering tot tussenkomst in een civiele procedure met internationale aspecten

Op 16 april 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in een civiele procedure uitspraak gedaan over een vordering tot tussenkomst. De zaak betreft een geschil tussen drie partijen: [eiseres] B.V., [gedaagde], en [eiseres in het incident] BVBA, die betrokken zijn bij een overeenkomst van 26 september 2023. Deze overeenkomst houdt in dat [gedaagde] zich verplichtte tot betaling van € 400.000,- aan [eiseres] in verband met verstrekte leningen, terwijl [eiseres in het incident] garant stond voor deze betaling. [eiseres] vorderde betaling van [gedaagde], die zich op bedrog en dwaling beriep en in reconventie terugbetaling van een eerder betaald bedrag van € 915.000,- eiste. [eiseres in het incident] vroeg om tussenkomst in de hoofdzaak, wat door de rechtbank werd toegewezen. De rechtbank oordeelde dat [eiseres in het incident] voldoende belang had bij de vordering, aangezien zij aansprakelijk kon worden gesteld voor de betaling van € 400.000,-. De rechtbank compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De zaak wordt op 28 mei 2025 voortgezet voor conclusie van eis tot tussenkomst aan de zijde van [eiseres in het incident].

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: C/01/410711 / HA ZA 24-725
Vonnis in incident van 16 april 2025
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [plaats] ,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. P.J.L. Tacx,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. R.A.J.C. Huijs,
en
de vennootschap naar buitenlands recht
[eiseres in het incident] BVBA [1] ,
te [plaats] ( [land] ),
eiseres in het incident,
hierna te noemen: [eiseres in het incident] ,
advocaat: mr. R.A.J.C. Huijs.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van [eiseres] ,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, tevens incidentele vordering tot tussenkomst, dan wel voeging, van [gedaagde] en [eiseres in het incident] ,
- de conclusie van antwoord in het incident van [eiseres] ,
- de akte uitlating over productie 9, tevens wijziging van eis en aankondiging oproeping ex art. 118 Rv van [gedaagde] en [eiseres in het incident] .
1.2.
Vervolgens is bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2.Het geschil in het incident en de beoordeling daarvan

2.1.
[eiseres] , [gedaagde] en [eiseres in het incident] zijn alle drie (naast andere partijen) partij bij een “Overeenkomst Verkoop aandelen” die op 26 september 2023 is gesloten. Op grond van deze overeenkomst zouden, zonder andere, aandelen in [gedaagde] (toen anders geheten) worden geleverd aan [eiseres in het incident] , en verbond [gedaagde] zich tot (terug)betaling aan [eiseres] van € 400.000,- in verband met verstrekte leningen. Volgens de overeenkomst staat [eiseres in het incident] garant voor deze betaling. Het bedrag van € 400.000,- is niet betaald. [eiseres] vordert in de hoofdzaak betaling door [gedaagde] van € 400.000,-, plus rente en kosten, op grond van de overeenkomst.
2.2.
Volgens [gedaagde] is zij niet gehouden te betalen, onder meer omdat er sprake zou zijn van bedrog en/of dwaling. Om dezelfde reden vordert zij in reconventie onder meer terugbetaling van een al betaald bedrag van € 915.000,-, plus rente en kosten.
2.3.
[eiseres in het incident] vordert in het incident primair in de hoofdzaak te mogen tussenkomen althans subsidiair zich in de hoofdzaak te mogen voegen aan de zijde van [gedaagde] Volgens [eiseres] moeten deze vorderingen worden afgewezen. [gedaagde] heeft zich hierover niet uitgelaten.
2.4.
De rechtbank overweegt als volgt.
Internationaal privaatrecht
2.5.
[eiseres in het incident] is gevestigd in [land] , [eiseres] en [gedaagde] in Nederland, zodat de zaak een internationaal karakter draagt.
2.6.
Zowel België als Nederland zijn lidstaten aangesloten bij de Verordening Brussel I-bis [2] . Op grond van het bepaalde in artikel 8 lid 2 Verordening Brussel I-bis is de Nederlandse rechter bevoegd te oordelen over de vordering tot voeging of tussenkomst.
Oordeel over de tussenkomst / voeging
2.7.
Een partij kan op de voet van artikel 217 Rv in een aanhangig geding vorderen te mogen tussenkomen indien zij een eigen vordering wenst in te stellen tegen (een van) de procederende partijen en voldoende belang heeft zich met dat doel in te mengen in het aanhangige geding in verband met de nadelige gevolgen die zij van de uitspraak in de hoofdzaak kan ondervinden. Aan de toewijsbaarheid van een vordering tot tussenkomst kunnen de eisen van een goede procesorde in de weg staan.
2.8.
In het licht van dit toetsingskader is de rechtbank van oordeel dat het gevorderde moet worden toegewezen in de zin dat [eiseres in het incident] mag tussenkomen in de zaak.
2.9.
[eiseres in het incident] wenst, blijkens haar toelichting, vorderingen in te stellen tot het vernietigen en/of tot het wijzigen van (onder meer) de overeenkomst, waaronder het vernietigen van de (door haar afgegeven) garantstelling in de overeenkomst. Dat [eiseres in het incident] voldoende belang heeft bij deze vordering volgt naar het oordeel van de rechtbank uit de feiten: [eiseres in het incident] kan immers op grond van de overeenkomst worden aangesproken tot betaling van € 400.000,-, zodat zij belang heeft / kan hebben bij vernietiging / wijziging van de overeenkomst en in het bijzonder ook van de garantstelling.
2.10.
[eiseres] heeft betwist dat [eiseres in het incident] een eigen belang heeft, maar dat ziet de rechtbank anders. Ook omdat zij garant staat voor de nakoming van de verplichting tot betaling van € 400.000,- heeft zij een eigen belang. [eiseres] heeft erop gewezen dat niet alle partijen (naar de rechtbank begrijpt: die bij de overeenkomst betrokken waren) in het geding zijn betrokken. [eiseres] verbindt daaraan de conclusie dat [eiseres in het incident] geen eigen belang heeft noch kan hebben bij haar vordering, maar die conclusie is naar het oordeel van de rechtbank zonder nadere toelichting niet navolgbaar.
2.11.
Dat de eisen van goede procesorde de vordering tot tussenkomst in de weg staan, is de rechtbank niet gebleken.
2.12.
Op grond van het voorgaande wordt de vordering tot tussenkomst toegewezen. De subsidiaire vordering tot voeging behoeft zodoende geen behandeling.
2.13.
Naar het oordeel van de rechtbank kan in het incident geen van partijen als de in het ongelijk gestelde partij worden beschouwd. Daarom zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De rechtbank
in het incident
3.1.
staat [eiseres in het incident] toe in de hoofdzaak tussen te komen,
3.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
3.3.
verwijst de zaak naar de rol van
28 mei 2025voor conclusie van eis tot tussenkomst aan de zijde van [eiseres in het incident] ,
3.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Schollen-den Besten en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.

Voetnoten

1.In de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie, tevens incidentele vordering tot tussenkomst, dan wel voeging, is deze partij in de kop aangeduid als [eiseres in het incident]
2.Verordening (EU) 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken.