ECLI:NL:RBOBR:2025:2179
Rechtbank Oost-Brabant
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak wegens vermeende vooringenomenheid
Op 10 april 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die verdachte is in een strafzaak met parketnummer 01-289027-23, werd bijgestaan door mr. L.P.H. Hameleers. De wraking was gericht tegen mr. A. Wolfs, de oudste rechter van de meervoudige strafkamer. Het wrakingsverzoek volgde na een zitting op 27 februari 2025, waar de verdachte werd ondervraagd over de feiten van de zaak, die betrekking heeft op stalking. Tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 20 maart 2025, was de gewraakte rechter afwezig en werd het verzoek toegelicht door de verdachte en zijn advocaat.
De verdediging stelde dat de oudste rechter een oordeel had geveld door te concluderen dat de verdachte en het slachtoffer zich vaak op dezelfde plek bevonden, wat volgens hen een blijk van vooringenomenheid zou zijn. De oudste rechter reageerde op 10 maart 2025 en gaf aan dat zijn opmerkingen geen blijk gaven van partijdigheid, maar eerder een samenvatting waren van de gegevens uit het dossier. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid was, en dat de opmerkingen van de rechter in lijn waren met de dossierstukken.
De wrakingskamer concludeerde dat de procedure rondom het proces-verbaal niet in strijd was met het wrakingsprotocol, en dat de woorden van de rechter niet relevant waren voor de beoordeling van de onpartijdigheid. Uiteindelijk werd het verzoek tot wraking afgewezen, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.