Op 2 januari 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene die onder curatele is gesteld en die lijdt aan een ongespecificeerde schizofrenie spectrum stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de onafhankelijke psychiater betrokkene niet fysiek heeft kunnen onderzoeken, maar dit via beeldbellen heeft gedaan. De rechtbank heeft beoordeeld of de psychiater heeft voldaan aan de eisen die de Hoge Raad heeft gesteld met betrekking tot het persoonlijk onderzoek van de betrokkene. De rechtbank concludeert dat de psychiater heeft gedaan wat redelijkerwijs van hem kon worden verwacht, en dat de medische verklaring voldoet aan de wettelijke vereisten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er ernstig nadeel is voor de betrokkene, waaronder lichamelijk letsel en psychische schade, en dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. Daarom is verplichte zorg noodzakelijk. De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend en de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft ook aangegeven dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de toegewezen zorgvormen evenredig en effectief zijn. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.