4.3.Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Ruppach-Goldhausen (Duitsland)
Drugsproductielocatie voor precursor BMK en amfetamine-olie; periode.
Uit onderzoek is gebleken dat in de periode tussen 24 februari 2021 tot en met 7 juni 2021 de productielocatie in Ruppach-Goldhausen gebruikt is voor:
a. a) het produceren van BMK uit MAPA en
b) het produceren van amfetamine-(olie).
Productieperioden in productielocatie Ruppach naar aanleiding van chatberichten.
Periode 24 februari 2021 tot en met 3 maart 2021 (bron: OBRAA12-2949A) (ronde 1)
In deze periode is er minimaal 300 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 180 liter BMK.
Periode 4 maart 2021 tot en met 8 maart 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 2)
In deze periode is er minimaal 275 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 165 liter BMK.
Periode 11 maart tot en met 14 maart 20021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 3)
In deze periode is er minimaal 250 liter amfetamine-olie geproduceerd.
Periode 18 maart 2021 tot en met 23 maart 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 4)
In deze periode is er minimaal 300 liter amfetamine-olie geproduceerd.
Periode 12 april 2021 tot en met 18 april 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 5)
In deze periode is er minimaal 300 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 180 liter BMK.
Periode 22 april 2021 tot en met 3 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 6)
In deze periode is er minimaal 428,5 liter amfetamine-olie geproduceerd.
Periode 9 mei 2021 tot en met 13 mei 2021 (bron: QBRAA20012-2949A) (ronde 7)
In deze periode is er minimaal 1.000 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 600 liter BMK.
Periode 16 mei 2021 tot en met 20 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 8)
In deze periode is er minimaal 1.500 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 900 liter BMK.
Periode 21 mei 2021 tot en met 28 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 9)
In deze periode is er minimaal 1.000 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 600 liter BMK.
Periode 29 mei 2021 tot en met 6 juni 2021 (bron: QBRAA20012-2949A) (ronde 10)
In deze periode is er minimaal 495 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar 297 liter BMK.
Betrokkenheid veroordeelden per productieronde
In de onderstaande tabel wordt weergegeven welke veroordeelde dan wel onbekend gebleven persoon in welke productieronde werkzaamheden heeft verricht:
Naam
Nr. 1
Nr. 2
Nr. 3
Nr. 4
Nr. 5
Nr. 6
Nr. 7
Nr. 8
Nr. 9
Nr. 10
[verdachte]
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 3]
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 5]
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 1]
x
[medeverdachte 2]
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 8]
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 10]
x
x
x
x
x
[medeverdachte 11]
x
x
x
x
x
[medeverdachte 12]
x
x
x
“ [naam 10] ”
x
“ [naam 11] ”
x
x
“ [naam 12] ”
x
“ [naam 13] ”
x
Opbrengst
In de onderstaande tabel staan de aantallen geproduceerde liters amfetamine-olie en “ruwe” dan wel “vacuüm” BMK-olie. In deze tabel staat ook het aantal liters BMK-olie dat op 7 juni 2021 in de productielocatie is aangetroffen en in beslag is genomen.
liters amfetamine-olie
liter BMK (ruwe)
liters BMK (vacuüm)
250
300
428,5
600
900
600
297
subtotaal
978,5
2100
297
in beslag genomen BMK
289
totaal
978,5
2100
8
Verweer [medeverdachte 8]
In de zaak van veroordeelde [medeverdachte 8] is door de verdediging op een viertal punten verweer gevoerd.
In de eerste plaats heeft de verdediging aangevoerd dat het OM in zijn berekening ten onrechte is uitgegaan van een hoeveelheid van 978,5 liter geproduceerde amfetamine-olie. In de berekening zou moeten worden aangesloten bij de hoeveelheden die door het OM in zijn requisitoir zijn genoemd. Door de verdediging is gesteld dat er in de productielocatie in Ruppach-Goldhausen hoogstens 864,5 liter amfetamine-olie is geproduceerd. Die hoeveelheid past ook beter bij de door de Duitse autoriteiten geschatte hoeveelheid geproduceerde amfetamine-olie, namelijk tussen 660 en 990 liter.
In de tweede plaats heeft de verdediging aangevoerd dat er door [medeverdachte 8] geen wederrechtelijk verkregen voordeel is genoten door de verkoop van BMK die in Ruppach-Goldhausen zou zijn geproduceerd, omdat die BMK namelijk later is omgezet in amfetamine-olie. De berekening van het OM bevat daarom ten onrechte dubbeltellingen.
Ten derde heeft de verdediging aangevoerd dat door het OM in de berekening ten onrechte geen rekening is gehouden met de restanten BMK en amfetamine-olie die in de productielocatie in Ruppach-Goldhausen zijn aangetroffen en waaraan dus geen geld is verdiend.
Ten vierde heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat uit het dossier geheel niet is gebleken dat er BMK en/of amfetamine-olie zou zijn verkocht. Gelet daarop is geen sprake van enig wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
De rechtbank overweegt dat de verdediging in de zaak van [medeverdachte 8] heeft nagelaten inzicht te geven in de door haar berekende hoeveelheid van 864,5 liter amfetamine-olie die (in de ogen van de verdediging) geproduceerd zou zijn. Voor zover bedoeld is daarmee aansluiting te zoeken bij de in het requisitoir in de hoofdzaak genoemde hoeveelheden, merkt de rechtbank op dat in het requisitoir enkel hoeveelheden getransporteerd product (BMK of amfetamineolie) zijn genoemd. In de ontnemingsrapportage is uitgebreid en onderbouwd ingegaan op de hoeveelheid geproduceerde amfetamineolie. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om in haar berekening af te wijken van de door de politie berekende hoeveelheid van (250 + 300 + 428,5 =) 978,5 liter geproduceerde amfetamine-olie.
Vooropgesteld wordt dat uit het dossier niet met voldoende mate van zekerheid kan worden afgeleid welke BMK is gebruikt voor de productie van amfetamine-olie in Ruppach-Goldhausen. Bovendien is bij de berekening van de kosten voor de productie van amfetamineolie steeds rekening gehouden met de kostprijs van de daarvoor benodigde BMK. Voor zover er daarnaast nog sprake zou zijn van enige dubbeltelling dan had het naar het oordeel van de rechtbank op de weg van de betrokken veroordeelden gelegen om daarover tekst en uitleg te verschaffen. Ook op dit punt heeft geen van hen – [medeverdachte 8] evenmin – een verklaring willen afleggen.
De rechtbank overweegt dat er in de berekening van de politie al rekening is gehouden met de 289 liter aangetroffen BMK-olie. Er zijn geen restanten van amfetamine-olie aangetroffen.
Door geen van de betrokken veroordeelden bij deze productielocatie is verklaard dat er ergens nog een hoeveelheid BMK en/of amfetamine-olie beschikbaar is die nog niet verkocht was. Anders dan de verdediging acht de rechtbank het onaannemelijk dat de hoeveelheden geproduceerde precursor en/of eindproduct niet verkocht zijn. Gelet op de beschikbare hoeveelheid van kanalen van communicatie en de andere doelgroep in verband met de verkoop is het ontbreken van berichten daarover geenszins een indicatie van het blijven zitten met onverkochte voorraden.
De rechtbank verwerpt het verweer in al zijn onderdelen.
Prijs amfetamine-olie
Uit het prijzenoverzicht 2021 (pag. 5) van het Cluster Synthetische Drugs van de Landelijke
Eenheid d.d. 30 augustus 2022 blijkt dat de prijs voor 1 liter amfetamine-olie € 920,- bedraagt. Echter, in chatberichten van 10, 16 en 27 maart 2021, 26 april 2021 en 5 juni 2021 noemen [verdachte] ( [alias verdachte] , [alias verdachte] , [alias verdachte] en [bijnaam 5] ) en [medeverdachte 8] meerdere prijzen voor 1 liter amfetamine-olie, namelijk € 1.000,-, € 970,-, € 950,-, tussen
€ 850,- en 900,- en € 800,-.
De rechtbank zal in navolging van de politie bij de berekening van de opbrengst een prijs van € 920,- voor een liter amfetamine-olie hanteren.
Zoals al eerder is overwogen zal de rechtbank in haar berekening voor wat betreft “ruwe” BMK een literprijs van € 515,- hanteren en voor wat betreft “vacuüm” BMK een literprijs van € 600,-.
(Bruto)opbrengst.
Uitgaande van de 978,5 geproduceerde liters amfetamine-olie, 2100 geproduceerde liters
“ruwe” BMK-olie en 8 liters geproduceerde “vacuüm” BMK-olie bedraagt de (bruto) opbrengst:
liters
bedrag
978,5 liter amfetamine-olie (978,5 x
€ 920,00 =)
€ 900.220,-
2100 liter “ruwe” BMK (2.100 x € 515,00 =)
€ 1.081.500,-
8 liter “vacuüm” BMK (8 x € 600,00 =)
€ 4.800,-
totaal
€ 1.986.520,-
Relevante aftrekbare kosten
Mengverhouding voor het produceren van BMK-olie
De mengverhouding voor het omzetten van een pre-precursor naar BMK-olie is: 1 kg pre-precursor, 0,6 liter water en 1,5 liter fosforzuur. Voor de berekening van de kosten hanteert de rechtbank de mengverhouding van de aangetroffen notities:
Chemische stof
Hoeveelheid
Pre-precursor (Mapa)
1,0 kilogram
Water (1,5: 7,5 kg Mapa =)
0,2 liter
Zoutzuur (9 : 7,7 kg Mapa =)
1,2 liter
Opbrengst BMK-olie uit 1 kg “Mapa”
Uit chatberichten d.d. 13-03-2021 tussen [medeverdachte 3] ( [naam 7] ) en [medeverdachte 5] ( [gebruikersnaam 3] ) blijkt dat [medeverdachte 5] eigenlijk aanhoudt dat uit 100 “AP” (kilo “Apaan / Mapa”) 60 liter BMK-olie komt, maar dat in de productielocatie in Ruppach-Goldhausen 67 liter BMK-olie uit 100 “APP” (kilo “Apaan / Mapa”) komt.
De rechtbank zal in navolging van de politie in haar berekening in het voordeel van de betrokken veroordeelden een opbrengst van 0,6 liter BMK-olie uit 1 kg “Apaan/Mapa” hanteren.
Prijzen “Apaan/Mapa”, zoutzuur en water
Zoals al eerder is overwogen, hanteert de rechtbank in haar berekening de volgende inkoopwaardes:
- 1 kg “Apaan/Mapa”: € 135,-;
- 1 liter zoutzuur: € 6,50;
- 1 liter water: € 0,02.
Berekening van kosten voor het produceren van 1 liter BMK-olie
Als de genoemde prijzen worden doorgerekend in de benodigde hoeveelheden om 0,60 liter BMK-olie te produceren, levert dit het volgende kostenoverzicht op:
Chemische stof
Hoeveelheid
Kosten
“Apaan / Mapa”
1,0 kilogram
€ 135,00
Water
0,2 liter (€ 0,02 : 5 =)
€ 0,01
Zoutzuur
1,2 liter (€ 6,50 x 1,2 =)
€ 7,80
totaal
€ 142,81
Bij de berekening van de kosten voor 0,2 liter water heeft de rechtbank in navolging van de politie € 0,01 gehanteerd.
Het voorgaande betekent dat de kosten voor het produceren van 1 liter BMK (€ 142,81 : 0,6 liter =) € 238,02 bedragen.
Mengverhouding voor het produceren van amfetamine-olie
Op een wand in de laboratoriumruimte zijn handgeschreven notities aangetroffen. Er stonden ook notities bij met betrekking tot de mengverhouding en de chemicaliën
die werden gebruikt voor het produceren van amfetamine-olie.Voor de berekening van de kosten voor het produceren van 1 liter amfetamine-olie wordt de mengverhouding uit die aangetroffen notities gehanteerd.
Om te bepalen hoeveel formamide, mierenzuur, zoutzuur en water nodig is om 1 liter BMK-olie om te zetten naar 1 liter amfetamine-olie, heeft de rechtbank in haar berekening 7,5 liter formamide en 3,5 liter mierenzuur gedeeld door 5 liter BMK-olie. De 9 liter zoutzuur is gedeeld door 8 “B”. Dit leidt tot de volgende mengverhouding:
Chemische stof
Hoeveelheid
BMK
1,0 liter
Formamide (7,5 : 5 BMK =)
1,5 liter
Mierenzuur (3,5 : 5 BMK =)
0,7 liter
Zoutzuur (9 : 8 “B” =)
0,9 liter
Opbrengst amfetamine-olie uit 1 liter BMK-olie
De rechtbank heeft reeds berekend dat de prijs van 1 liter BMK-olie (eigen productie)
€ 238,02 bedraagt.
Uit chatberichten d.d. 12-05-2021 van de groepschat, waarvan [verdachte] ( [alias verdachte] ), [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ), [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en nog een onbekende ANØM-gebruiker, deel uitmaken, stuurt [verdachte] een berichtje door van “ [gebruikersnaam 6] ” met enkele prijzen. Hieruit blijk dat “for” (de rechtbank begrijpt: 1 liter formamide) € 13,- kost en “Mier” (de rechtbank begrijpt: 1 liter mierenzuur) € 8,- kost. De rechtbank neemt deze bedragen als uitgangspunt.
Overwogen is reeds dat [verdachte] voor 1 liter zoutzuur € 6,50 betaalde.
Dit houdt in dat de kosten voor het produceren van 1 liter amfetamine-olie (€ 268,97 / 0,95 liter =) € 283,13 bedragen.
Kosten voor benodigde hardware voor de productie van BMK- en amfetamine-olie
In de productielocatie in Ruppach-Goldhausen werd zowel de omzetting van “Apaan / Mapa” naar BMK als de omzetting van BMK naar amfetamine-olie uitgevoerd. Hiervoor werd onder andere gebruik gemaakt van glazen kolven (bollen) en gasbranders.
Omdat uit het onderzoek niet duidelijk is geworden wat de kosten voor de benodigde hardware, overige (laboratorium) materiaal en overig klein materiaal/gereedschap bedroegen, zijn in de berekening de stelposten van € 8,25 per liter amfetamine-olie en € 7,82 per liter BMK-olie uit het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] gehanteerd.
Totale kosten aan chemicaliën en hardware voor BMK-olie en amfetamine-olie
Uitgaande van bovenstaande bevindingen betekent dit dat de kosten van chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter BMK-olie (€ 238,02 + € 7,82 =) € 245,84 zijn.
Uitgaande van bovenstaande bevindingen betekent dit dat de kosten van chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter amfetamine-olie (€ 283,13 + € 8,25 =) € 291,38 zijn.
In de productielocatie in Ruppach-Goldhausen is minimaal 2108 liter BMK-olie (“ruwe” en “vacuüm”) en minimaal 978,5 liter amfetamine-olie geproduceerd
De totale kosten aan chemicaliën en hardware bedragen:
Chemicaliën en hardware
Kosten
2108 liter x € 245,84 =
€ 518.230,72
978,5 liter x € 291,38 =
€ 285.115,33
Totaal
€ 803.346,05
Kosten voor de huur van de productielocatie Ruppach-Goldhausen
Uit feiten en omstandigheden is niet bekend geworden wat er aan huur is betaald voor de
productielocatie in Ruppach-Goldhausen.
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [naam 14] ) en [verdachte] ( [alias verdachte] ) en tussen [medeverdachte 8] ( [naam 14] ) en [medeverdachte 5] ( [gebruikersnaam 3] ) zegt [medeverdachte 8] dat de “plek” (de rechtbank begrijpt: de productielocatie in Ruppach-Goldhausen) hem € 10.000,- per week kost.
De rechtbank acht het aannemelijk dat er huur is betaald voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen en hanteert in de berekening van de huurkosten het bedrag van
€ 10.000,- per week.
Uit eerdere chatberichten blijkt dat op 20 februari 2021 begonnen is met de opbouw van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen. Op 7 juni 2021 is door de Duitse politie aldaar een inval gedaan. Gelet hierop hebben de betrokken veroordeelden aldus van 20 februari 2021 tot en met 7 juni 2021 (15 weken en 2 dagen) gebruik gemaakt van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen. Dit houdt in dat de huurkosten worden geschat op (15 weken x
€ 10.000,- = € 150.000,-) + ((€ 10.000,- : 7 dagen) x 2 dagen) = € 2.857, 14 =)
€ 152.857,14.
Loonkosten
De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat veroordeelden [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] en vier niet geïdentificeerde personen geldbedragen (in de vorm van loon) hebben ontvangen voor hun werkzaamheden bij de productie en/of het vervoer van BMK en/of amfetamine-olie. Tijdens het onderzoek met betrekking tot de productielocatie in Ruppach-Goldhausen is niet van iedereen bekend geworden welke geldbedragen ze hebben ontvangen voor hun werkzaamheden. Bij het berekenen van de loonkosten is door de politie onder andere gebruik gemaakt van de bevindingen uit de productielocaties in Lanaken en Kassel. De rechtbank ziet geen aanleiding om van deze berekening af te wijken.
[medeverdachte 5]
Tijdens het onderzoek is onbekend gebleven wat [medeverdachte 5] aan loon heeft ontvangen voor het produceren van amfetamine-olie, het “op pH zetten” van BMK-olie en overige werkzaamheden. De rol die [medeverdachte 5] vervulde komt nagenoeg overeen met de rol die [medeverdachte 13] vervulde in de productielocatie in Kassel. Zowel [medeverdachte 5] als [medeverdachte 13] bouwde de betreffende locatie op en produceerde amfetamine-olie.De rechtbank ziet – anders dan de verdediging in de zaak van [medeverdachte 5] – gezien de vergelijkbare rollen aanleiding om bij de berekening van de loonkosten van [medeverdachte 5] in Ruppach-Goldhausen aansluiting te zoeken bij die van [medeverdachte 13] in Kassel. In zoverre wordt het verweer van de verdediging verworpen.
Er is door de politie in haar berekening aangenomen dat [medeverdachte 13] in de productielocatie Kassel € 54,11 verdiende voor het produceren van 1 liter amfetamine-olie. De rechtbank ziet geen aanleiding om bij de berekening hiervan af te wijken en verwijst ook naar haar overweging in dit kader in de berekening ten aanzien van de productielocatie in Kassel (Duitsland).
Gezien het feit dat [medeverdachte 5] nagenoeg dezelfde rol vervulde als [medeverdachte 13] , neemt de rechtbank aan dat [medeverdachte 5] een bedrag van (978,5 liter amfetamine-olie x € 54,11 per liter =) € 52.946,64 heeft ontvangen voor het produceren van amfetamine-olie.
In de zaak van [medeverdachte 5] is door de verdediging tevens aangevoerd dat het OM in de berekening heeft nagelaten rekening te houden met de omstandigheid dat [medeverdachte 5] slecht behandeld werd en dat er verschillende aanwijzingen zijn die het aannemelijk maken dat [medeverdachte 5] niet betaald is. Met verwijzing naar een chatgesprek van 15 april 2021 (p. 4925 van het einddossier) tussen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] , waarin [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 8] zegt dat “ [bijnaam 7] ” (de bijnaam van [medeverdachte 5] ) “die 30” (de rechtbank begrijpt: € 30.000,-) kan vergeten, dient het bedrag van € 52.946,64 verlaagd te worden met € 30.000,- tot € 22.946,64.
De rechtbank overweegt dat het dossier onvoldoende aanwijzingen bevat dat dit bedrag van € 30.000,- niet aan [medeverdachte 5] is uitbetaald. De rechtbank plaatst het door de verdediging aangehaalde chatgesprek tussen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] in de context van de andere berichten op die dag, waaruit volgt dat [medeverdachte 5] zich kennelijk wilde ziekmelden bij [medeverdachte 3] , en een chatbericht tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] van enkele uren later die dag, waarin [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 3] zegt: “Alles is gesmolten”.Gelet hierop acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 5] die werkzaamheden uiteindelijk heeft verricht en daarvoor is betaald.
In een chatgesprek van 25 februari 2021 zegt [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 2] dat hij € 7.500,- kreeg.Door de verdediging is in de zaak [medeverdachte 5] betoogd dat dit bedrag niet kan worden betrokken in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat niet voldoende is gebleken dat dit bedrag daadwerkelijk aan [medeverdachte 5] zou zijn uitbetaald. Door de verdediging is aangevoerd dat het OM dit bedrag heeft gebaseerd op genoemd chatgesprek, maar dat [medeverdachte 2] in dat chatgesprek zei dat hij dit niet geloofde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat in de periode van 24 februari 2021 tot en met 3 maart 2021 “Mapa” is omgezet naar BMK-olie.Gezien het feit dat [medeverdachte 5] in de periode 21 mei 2021 tot en met 28 mei 2021 minimaal 600 liter BMK-olie “op pH heeft gezet”,wordt aangenomen dat hij in deze periode ook een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen voor deze werkzaamheden. Wat door de verdediging in dit kader naar voren is gebracht, leidt niet tot een ander oordeel. De omstandigheid dat [medeverdachte 2] niet geloofde dat [medeverdachte 5] € 7.500,- zou krijgen, betekent geenszins dat [medeverdachte 5] dat bedrag niet heeft ontvangen. Ook haar verweer dat het bedrag van € 7.500,- al zou zijn opgenomen in het totaalbedrag van € 22.946,64 slaagt niet. Met het OM is de rechtbank van oordeel dat de betaling van het bedrag van
€ 7.500,- betrekking heeft op andere werkzaamheden. Dit bedrag is aan [medeverdachte 5] betaald voor het “op pH zetten” van BMK-olie in de periode van 21 tot en met 28 mei 2024. Van enige dubbeltelling, zoals door de verdediging is betoogd, is daarom geen sprake.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 5] in totaal een bedrag van
(€ 52.946,64 + € 7,500,- =) € 60.446,64 (afgerond € 60.446,-) heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
[medeverdachte 1]
heeft in periode van 9 mei 2021 tot en met 13 mei 2021 minimaal 600 liter
BMK-olie “op pH gezet”.
In de zaak van [medeverdachte 1] is door de verdediging aangevoerd dat niet is gebleken dat [medeverdachte 1] enige betaling hiervoor heeft ontvangen. De verdediging stelt dan ook dat deze productielocatie niet betrokken moet worden in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van [medeverdachte 1] .
De rechtbank verwerpt dit verweer. Niet aannemelijk is dat [medeverdachte 1] de werkzaamheden zou verrichten zonder daarvoor betaald te krijgen. Omdat bij [medeverdachte 5] wordt aangenomen dat hij een bedrag (loon) van € 7.500,- heeft ontvangen voor het “op pH zetten” van BMK-olie, wordt aangenomen dat [medeverdachte 1] voor dezelfde werkzaamheden ook een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is [medeverdachte 1] in totaal een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
[medeverdachte 2] .
In chatberichten tussen [medeverdachte 6] ( [naam 15] ) en [medeverdachte 5] ( [gebruikersnaam 3] ) van 25 februari 2021 wordt gezegd dat [medeverdachte 2] waarschijnlijk tussen de € 3.500,- en € 3.000,- gaat krijgen. Ook wordt gezegd dat aan [medeverdachte 2] € 2.500,- was beloofd.
In chatberichten tussen [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) en [naam 11] (identiteit onbekend) van 18 mei 2021 zegt [naam 11] tegen [medeverdachte 1] dat ze “7,5” (de rechtbank begrijpt: € 7.500,-) krijgen als ze “500” (kilo “Apaan / Mapa”) smelten. [medeverdachte 1] zegt tegen [naam 11] dat hij tegen “ [bijnaam 8] ” (de bijnaam van [medeverdachte 2] ) moet zeggen dat hij sowieso de € 7.500,- krijgt.
In de chatberichten wordt over verschillende bedragen (€ 3.500,-, € 3.000,-, € 2.500,- en
€ 7.500,-) gesproken die [medeverdachte 2] zou krijgen voor zijn werkzaamheden. Aangenomen wordt dat [medeverdachte 2] voor productieronden 1, 2, 7, 9 en 10 telkens een bedrag van € 3.000,- heeft ontvangen en voor productieronde 8 een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 2] een bedrag van ((5 x € 3.000,- =
€ 15.000,-) + € 7.500,- =) € 22.500,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
[medeverdachte 14]
In de zaak van [medeverdachte 14] is door de verdediging in de eerste plaats aangevoerd dat het dossier geen chatberichten bevat waaruit kan worden afgeleid dat aan [medeverdachte 14] enige betaling moest worden verricht. Daarbij komt nog dat [medeverdachte 14] laag in de rangorde stond. Ook is aangevoerd dat er onder hem geen geldbedrag (of waardevolle eigendommen) zijn aangetroffen. In de ogen van de verdediging kan enig wederrechtelijk verkregen voordeel bij [medeverdachte 14] dus niet worden vastgesteld.
De rechtbank overweegt het volgende. De omstandigheid dat [medeverdachte 10] laag in de rangorde stond, maakt niet dat aannemelijk is dat hij voor zijn werkzaamheden in het geheel niet is uitbetaald. [medeverdachte 14] is in Ruppach-Goldhausen betrokken geweest bij productieronden 3, 4, 5, 6 en 9. De rol die hij daarbij vervulde, kwam nagenoeg overeen met de rol van [medeverdachte 2] .De rechtbank ziet hierin voldoende aanleiding om voor [medeverdachte 14] aan te sluiten bij het bedrag dat [medeverdachte 2] per ronde kreeg uitbetaald voor zijn werkzaamheden. De rechtbank acht daarom voldoende aannemelijk dat ook [medeverdachte 14] een bedrag van € 3.000,- per productieronde heeft ontvangen. Ook ziet de rechtbank in de werkzaamheden van de betrokken medeveroordeelden op deze productielocatie in vergelijking met die van [medeverdachte 14] geen aanleiding om in het voordeel van laatstgenoemde het ontvangen bedrag aan loon te matigen. De rechtbank verwerpt het verweer op alle onderdelen.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 14] een bedrag van (5 x € 3.000,- =) € 15.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
[medeverdachte 12]
Tijdens het onderzoek is het onbekend gebleven wat [medeverdachte 12] aan loon heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen. Voor wat betreft de productielocatie in Kassel, waar [medeverdachte 12] ook werkzaamheden heeft verricht, is aangenomen dat hij een bedrag van € 16.000,- per maand had ontvangen voor zijn werkzaamheden. Dit is € 4.000,- per week.
In de zaak van [medeverdachte 12] is door de verdediging aangevoerd dat niet aannemelijk is geworden dat [medeverdachte 12] in genoemde periode iedere week € 4.000,- ontving.
In zijn schriftelijke reactie van 25 september 2024 zag het OM aanleiding om, gelet op het chatbericht van [medeverdachte 8] van 28 mei 2021waarin [medeverdachte 8] zei dat hij [medeverdachte 12] de laatste drie weken voor een “rooitje” (de rechtbank begrijpt: € 1.000,-) meer had ingedeeld, de ontnemingsvordering in de zaak van [medeverdachte 12] te wijzigen met dien verstande dat deze van € 48.000,- is verlaagd naar € 37.000,-.
De rechtbank volgt in het voordeel van [medeverdachte 12] het OM in zijn herziene berekening. Uit de chatberichten blijkt dat [medeverdachte 12] in de periode van 11 maart 2021 tot en met 6 juni 2021 (12 weken) werkzaamheden heeft verricht voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen.Kennelijk acht het OM acht voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 12] voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen een bedrag van ((7 x € 3.000,-) = € 21.000,- + (4 x € 4.000,-) = € 16.000,- =) € 37.000,- heeft genoten. Dit betreft een periode van 11 weken in plaats van eerdergenoemde 12 weken. Hierop wordt het bedrag van € 16.000,- (verdiensten productielocatie in Kassel) in mindering gebracht, omdat deze verdiensten in dezelfde periode vallen als de verdiensten van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen en [medeverdachte 12] gelijktijdig zijn werkzaamheden verrichtte voor beide locaties.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 12] een bedrag van (€ 37.000,- minus
€ 16.000,- =) € 21.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen.
[medeverdachte 11]
Door de verdediging is in de zaak van [medeverdachte 11] aangevoerd dat er € 1.000,- per week in mindering gebracht dient te worden op het gevorderde bedrag, omdat uit het dossier volgt dat medeveroordeelde [medeverdachte 12] voor 28 mei 201 € 3.000,- per week ontving (en eerst
€ 4.000,-) per week. Omdat [medeverdachte 11] qua verdiensten gelijk werd gesteld met [medeverdachte 12] , dient dat ook voor [medeverdachte 11] te gelden, aldus de verdediging.
Uit de chatberichten blijkt dat [medeverdachte 11] in de periode van 18 maart 2021 tot en met 6 juni 2021 (11 weken) werkzaamheden heeft verricht voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen.[medeverdachte 8] berichtte op 28 mei 2021 dat bij [medeverdachte 12] de laatste drie weken voor een “rooitje” (de rechtbank begrijpt: € 1.000,-) meer had ingedeeld.
In de berekening met betrekking tot de productielocatie in Kassel, alwaar [medeverdachte 11] ook werkzaamheden heeft verricht, is aanvankelijk aangenomen dat [medeverdachte 11] een bedrag (loon) van € 16.000,- per maand heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. Dit is € 4.000,- per week.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het aannemelijk is dat [medeverdachte 11] voor zijn werkzaamheden een bedrag heeft ontvangen van ((7 x € 3.000,-) = € 21.000,- + (4 x
€ 4.000,-) = € 16.000,- =) € 37.000,-. Hierop wordt het bedrag van € 16.000,- (verdiensten productielocatie Kassel) in mindering gebracht, omdat deze verdiensten in dezelfde periode vallen als de verdiensten van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen en [medeverdachte 11] gelijktijdig werkzaamheden verrichtte voor beide locaties.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat ook [medeverdachte 11] een bedrag (loon) van
(€ 37.000,- minus € 16.000,- =) € 21.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen.
“ [naam 10] ”, “ [naam 11] ”, “ [naam 12] ” en “ [naam 13] ”
Uit de chatberichten blijkt dat ook de onbekend gebleven personen die de gebruik maakten van de ANØM-accounts “ [naam 10] ” en “ [naam 11] ” en de onbekend gebleven personen “ [naam 12] ” en “ [naam 13] ” werkzaamheden hadden verricht in productielocatie in Ruppach-Goldhausen.
Tijdens het onderzoek is het onbekend gebleven wat zij aan loon hebben ontvangen voor zijn werkzaamheden. In navolging van de politie acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat zij dezelfde verdiensten hebben ontvangen als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 14] , te weten
€ 3.000,- per productieronde.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank aldus aannemelijk dat:
- “ [naam 10] ” een bedrag (loon) van € 3.000,- heeft ontvangen;
- “ [naam 11] ” een bedrag (loon) van € 6.000,- heeft ontvangen;
- “ [naam 12] ” een bedrag van (loon) van € 3.000,- heeft ontvangen;
- “ [naam 13] ” een bedrag (loon) van € 3.000,- heeft ontvangen.
Totale loonkosten
De rechtbank berekent het totaal aan loonkosten voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen als volgt:
Naam
Loonkosten
[medeverdachte 5]
€ 60.446,-
[medeverdachte 1]
€ 7.500,-
[medeverdachte 2]
€ 22.500,-
[medeverdachte 14]
€ 15.000,-
[medeverdachte 11]
€ 21.000,-
[medeverdachte 12]
€ 21.000,-
“ [naam 10] ”
€ 3.000,-
“ [naam 11] ”
€ 6.000,-
“ [naam 12] -persoon”
€ 3.000,-
“ [naam 13] ”
€ 3.000,-
Totaal
€ 162.446,-
Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Uit de onderstaande tabel volgt dat het geschatte wederechtelijk verkregen voordeel bruto
€ 1.986.520,- bedraagt en netto € 867.870,81:
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Kosten
Bedrag
Totaal
978,5 liter amfetamine-olie (978,5 x € 920,00=)
€ 900.220,00
2.100 liter “ruwe” BMK (2.100 x
€ 515,00 =)
€ 1.081.500,00
8 liter vacuüm BMK" (8 x € 600,00 =)
€ 4.800,00
Bruto
€ 1.986.520,00
Kosten chemicaliën + Hardware
€ 803.346,05
Huurkosten
€ 152.857,14
Loonkosten
€ 162.446,00
Totaalkosten
- € 1.118.649,19
Netto
€ 867.870,81
De rechtbank schat het totale wederrechtelijk verkregen voordeel voor de locatie Ruppach-Goldhausen aldus op een bedrag van € 867.870,- (afgerond).
Toerekening van het voordeel
De productielocatie in Ruppach-Goldhausen is in opdracht van [verdachte] en [medeverdachte 8] opgebouwd en vervolgens is in hun opdracht BMK- en amfetamine-olie geproduceerd.
[medeverdachte 3] was de uitvoerder voor [verdachte] .
In hun min of meer gelijkwaardige rollen en betrokkenheid ziet de rechtbank aanleiding om aan [verdachte] en [medeverdachte 8] ieder afzonderlijk 40% van het wederrechtelijk verkregen voordeel toe te rekenen. De rechtbank rekent aan [medeverdachte 3] , gezien zijn rol en betrokkenheid, (ten minste) 20% van het wederrechtelijk verkregen voordeel toe.
Het voorgaande betekent dat [verdachte] en [medeverdachte 8] ten aanzien van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen beiden afzonderlijk een wederrechtelijk verkregen voordeel hebben verkregen van (€ 867.870 x 0,4 =) € 347.148,- en dat [medeverdachte 3] een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen van (€ 867.870 x 0,2 =) € 173.574,-.
Tussenconclusie III: wederrechtelijk verkregen voordeel per betrokken veroordeelde ten aanzien van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank de bedragen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel met betrekking tot de productielocatie in Ruppach-Goldhausen worden geschat vast op:
- ten aanzien van [verdachte] : € 347.148,-;
- ten aanzien van [medeverdachte 8] : € 347.148,-
- ten aanzien van [medeverdachte 3] : € 173.574,-;
- ten aanzien van [medeverdachte 5] : € 60.446,- (afgerond);
- ten aanzien van [medeverdachte 1] : € 7.500,-;
- ten aanzien van [medeverdachte 2] : € 22.500,-;
- ten aanzien van [medeverdachte 14] : € 15.000,-;
- ten aanzien van [medeverdachte 11] : € 21.000,-;
- ten aanzien van [medeverdachte 12] : € 21.000,-.