ECLI:NL:RBOBR:2025:191

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
01.303568.21
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in de zaak Totnes

Op 16 januari 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de ontnemingszaak met parketnummer 01.303568.21, waarin het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde is vastgesteld op € 1.420.477. De rechtbank heeft dit bedrag berekend op basis van de opbrengsten uit de productie van BMK en amfetamine-olie in verschillende productielocaties, waaronder Tegelen, Lanaken, Ruppach-Goldhausen en Kassel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde betrokken was bij het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel toegewezen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn en heeft het ontnemingsbedrag dienovereenkomstig verminderd. De rechtbank heeft de duur van de gijzeling vastgesteld op 1080 dagen, mocht volledige betaling niet mogelijk zijn. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken in 's-Hertogenbosch.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer ontneming: [01.303568.21]
Zittingsplaats ’s-Hertogenbosch
Strafrecht
Onderzoek Totnes (ontneming)
Parketnummer ontneming: 01.303568.21
Datum uitspraak: 16 januari 2025
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats 1] op [1989] ,
thans gedetineerd in de [adres] .
Het procesverloop
De rechtbank Oost-Brabant heeft in de strafzaak met bovenvermeld parketnummer op 13 juli 2023 vonnis gewezen.
Het onderhavige vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 maart 2024, 20 en 21 november 2024 en 7 januari 2025.
De vordering van de officier van justitie strekt tot het opleggen van de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.386.330,50 ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank heeft ter terechtzitting van 27 maart 2024 beslist tot een schriftelijke voorbereiding ingevolge het bepaalde in artikel 511d van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Het Openbaar Ministerie (OM) heeft op 25 september 2024 schriftelijk gereageerd op ontvangen conclusies van antwoord in de zaken van verschillende medeveroordeelden. Door de verdediging is in de onderhavige zaak eerst op 3 oktober 2024 – buiten de door de rechtbank bepaalde termijn – een conclusie van antwoord genomen.
Ter terechtzitting van 20 november 2024 heeft de officier van justitie gepersisteerd bij de vordering.
Op 2 mei 2023 is door de politie-eenheid Oost-Brabant, Dienst Regionale Recherche in onderzoek Totnes een ontnemingsrapport (met bijlagen) opgesteld met onderzoeksnummer OBRAA20012 met in totaal 734 doorgenummerde bladzijden. In het onderhavige vonnis wordt – tenzij anders vermeld – verwezen naar de inhoud van dat rapport en de bijlagen. In de voetnoten in het vonnis zal worden verwezen naar de vindplaats van de redengevende bewijsmiddelen.
De rechtbank heeft in de strafzaak als strafbare feiten bewezen verklaard:
medeplegen van het voorbereiden en bevorderen van een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, door zich of een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en voorwerpen en stoffen voorhanden te hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
3. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd,
waarbij de rechtbank de hiervoor onder 2 – voor wat betreft het handelen in strijd met artikel 2 onder B en C van de Opiumwet – en 3 genoemde feiten op verschillende momenten kwalificeert als in eendaadse samenloop gepleegd;
4. als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid en 10a, eerste lid, van de Opiumwet.
De rechtbank verwijst voor de bewezenverklaring naar het vonnis van 13 juli 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van het OM en van wat van de zijde van de veroordeelde naar voren is gebracht.
De beoordeling van de vordering
De rechtbank beziet achtereenvolgens:
De vordering.
Het vonnis in de strafzaak.
Respons op algemene verweren.
De berekening.
4.1. Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Tegelen.
4.2. Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Lanaken.
4.3. Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Ruppach-Goldhausen (Duitsland).
4.4. Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Kassel (Duitsland).
4.5. Berekening totale wederrechtelijk verkregen voordeel per veroordeelde.
5. De redelijke termijn.
6. De duur van de gijzeling.
7. Toepasselijke wetsartikelen.
De rechtbank zal, voor zover van belang, bij de hiervoor vermelde onderdelen de standpunten betrekken van de verdediging en het OM uit genoemde schriftelijke voorbereiding en die ter terechtzitting van 20 november 2024 nog naar voren zijn gebracht.
Gezien de verwevenheid van de zaken en mede uit oogpunt van efficiëntie zal de rechtbank in het onderhavige vonnis op onderdelen ook verweren bespreken die in de zaken van de medeveroordeelden zijn gevoerd. Voor zover van belang worden de inhoudelijke standpunten van het OM en de verdediging hierna uitvoeriger uiteengezet in de daarop betrekking hebbende overwegingen van de rechtbank.

1.De vordering

De vordering is tijdig ingediend.

2.Het vonnis in de strafzaak

De rechtbank gaat in haar beschouwing en berekening uit van het vonnis van 13 juli 2023 gewezen tegen de veroordeelde.

3.Respons op algemene verweren

In de zaak van veroordeelde [medeverdachte 1] is bepleit de vordering af te wijzen nu er nog geen arrest is van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch en mogelijk vrijspraak zal volgen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om het arrest van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch af te wachten of op dit moment uit te gaan van een mogelijke vrijspraak en zal de vordering niet afwijzen zonder inhoudelijke beoordeling.
In verschillende zaken is door de verdediging (al dan niet bij wijze van een primair standpunt) het verweer gevoerd dat niet (voldoende) aannemelijk is geworden dat er door de (betreffende) veroordeelden in onderzoek Totnes enig wederrechtelijk verkregen voordeel is genoten en is op die grond afwijzing dan wel het op nihil stellen van de betreffende vordering bepleit.
Gelet op de inhoud van het ontnemingsrapport gaat de rechtbank er op basis van de jegens hen bewezen verklaarde drugsdelicten in algemene zin van uit dat door alle veroordeelden wederrechtelijk verkregen voordeel is genoten. In zoverre worden de verweren strekkende tot afwijzing of het op nihil stellen van de vorderingen op grond dat er geen wederrechtelijk verkregen voordeel zou zijn genoten, verworpen. De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat wanneer door de veroordeelden die werkzaamheden hebben verricht in de verschillende productielocaties in chatberichten onderling werd gesproken over (uit)betalingen en/of geld dat ontvangen of betaald of overgedragen zou (moeten) worden, deze geldbedragen ook daadwerkelijk zijn betaald dan wel ontvangen of overgedragen. Bij haar oordeel betrekt de rechtbank dat dit door geen van de veroordeelden is weersproken. Geen van hen heeft – ook nadat zij daartoe uitdrukkelijk waren uitgenodigd – met betrekking tot dit wezenlijke punt in de onderhavige ontnemingszaak een verklaring willen afleggen.
De rechtbank merkt de betalingen die zijn gedaan voor verrichte werkzaamheden in het kader van de productie van BMK en amfetamine-olie in algemene zin aan als loon. In zoverre verwerpt de rechtbank ook de betreffende verweren van de verdediging waarbij is gesteld dat er geen sprake zou zijn geweest van loon.
De redenering van de verdediging in de zaak van veroordeelde [medeverdachte 1] dat er geen sprake is geweest van enig wederrechtelijk verkregen voordeel en er dus geen noodzaak bestaat om de veroordeelde terug te brengen naar diens financiële situatie van vóór de bewezen verklaarde feiten, snijdt geen hout. De omstandigheid dat geen grote geldbedragen, dure horloges of andere goederen onder [medeverdachte 1] in beslag zijn genomen die zouden kunnen wijzen op een luxueuze “criminele” leefstijl, zoals door de verdediging in de zaak van [medeverdachte 1] is aangevoerd, maakt niet dat (daardoor) gezegd kan worden dat diens financiële situatie niet is veranderd. Dat iemand het niet breed laat hangen betekent immers niet dat hij geen geld heeft. Ook dit verweer verwerpt de rechtbank.
In de zaak van veroordeelde [medeverdachte 2] is door de verdediging aangevoerd dat het dossier weliswaar aanwijzingen bevat dat er tussen veroordeelden onderlinge betalingsafspraken zijn gemaakt, maar dat die losstonden van de hoeveelheden geproduceerde drugsprecursoren of verdovende middelen. Met andere woorden: als er werd betaald, dan werd er per keer betaald en niet per geproduceerde hoeveelheid. Ook dit verweer verwerpt de rechtbank. Naar het oordeel van de rechtbank is de enkele stelling van de verdediging volstrekt onvoldoende om aan te nemen dat er zou zijn betaald op een andere wijze dan door de politie in het ontnemingsrapport is beschreven. De rechtbank gaat in haar berekening dan ook uit van de door de politie gehanteerde berekeningswijze.
Met betrekking tot de berekeningswijze overweegt de rechtbank nog het volgende. Door het OM is in navolging van de politie een globale (conservatieve) schatting gemaakt van het wederrechtelijk verkregen voordeel dat per veroordeelde zou zijn genoten. In beginsel zal de rechtbank deze globale lijn volgen bij haar berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel per veroordeelde. De wijze waarop door het OM het verkregen voordeel per veroordeelde is berekend (kort gezegd het uitgaan van een bepaalde opbrengst, het daarvan aftrekken van onder meer beloningen van medeveroordeelden en het voor sommige medeveroordeelden rekenen met een percentage van de opbrengsten) heeft tot gevolg dat waar (al dan niet op basis van standpunten) een herberekening heeft plaatsgevonden in de zaak van één van de veroordeelden, dit heeft geleid tot een rechtstreeks effect op (de hoogte van) het voordeel van de andere medeveroordeelden.
Op grond van de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat veroordeelde [verdachte] voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van de feiten ter zake waarvan hij is veroordeeld.

4.De berekening

4.1.
Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Tegelen
Drugsproductielocatie voor precursor BMK; periode
Uit onderzoek is gebleken dat in de periode tussen 22 november 2020 tot en met 28 mei 2021 de productielocatie in Tegelen gebruikt is voor:
a. a) de vervaardiging van BMK uit MAPA (hierna ook: Mapa);
b) het (vacuüm)destilleren van BMK;
c) als opslag van onder andere chemische stoffen, goederen en geproduceerde liters. [1]
Productieperioden in productielocatie Tegelen naar aanleiding van chatberichten [2]
Periode 22 november 2020 t/m 23 november 2020 (bron: OBRAA20012-2984A) (ronde 1)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 55 liter vacuüm BMK is
geproduceerd.
Periode 24 november 2020 t/m 27 november 2020 (bron: OBRAA20012-2984A) (ronde 2)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 68,5 liter vacuüm BMK is
geproduceerd.
Periode 29 januari 2021 t/m 4 februari 2021 (bron: OBRAA20012-2984A) (ronde 3)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 115 liter vacuüm BMK is
geproduceerd.
Periode 5 februari 2021 t/m 15 februari 2021 (bron: QBRAA20012-2984A) (ronde 4)
Naar aanleiding van de chatberichten is het zeer waarschijnlijk dat in de genoemde periode
minimaal 120 liter ruwe BMK is geproduceerd.
24 februari 2021 (bron: OBRAA20012-2984A) (ronde 4)
Uit chatberichten tussen [medeverdachte 3] (1J7HDC) en [medeverdachte 4] (ACHAQ4) blijkt dat [medeverdachte 4] in opdracht van [medeverdachte 3] 100 liter (BMK) in Tegelen moet halen, omdat “ [bijnaam medeverdachte 1] ” (de bijnaam van [medeverdachte 1] ) die nodig heeft.
Betrokkenheid veroordeelden per productieronde [3]
Naam
Ronde 1
Ronde 2
Ronde 3
Ronde 4
[verdachte]
x
x
x
x
[medeverdachte 3]
x
x
x
x
[medeverdachte 5]
x
[medeverdachte 2]
x
x
[medeverdachte 6]
x
[medeverdachte 7]
x
x
Opbrengst
Gelet op het voorgaande berekent de rechtbank dat in de periode van 22 november 2020 tot en met 15 februari 2021 in de productielocatie in Tegelen minimaal 338,50 liter “vacuüm” BMK en minimaal 120 liter “ruwe” BMK is geproduceerd. [4]
Prijs “ruwe” en “vacuüm” BMK
Uit het prijzenoverzicht 2021 van het Cluster Synthetische Drugs van de Landelijke
Eenheid d.d. 30 augustus 2022 (p. 5) blijkt dat de prijs voor 1 liter ‘ruwe” BMK € 515,- bedraagt en voor 1 liter “vacuüm” BMK € 650,- bedraagt. [5] Echter, in chatberichten noemt [verdachte] ( [alias verdachte] , [alias verdachte] , [alias verdachte] en [bijnaam 5] ) meerdere prijzen voor 1 liter “vacuüm” BMK, namelijk € 625,-, € 600,- en € 575,-. [6]
In navolging van de politie zal de rechtbank in haar berekening voor wat betreft de “vacuüm” BMK een literprijs van € 600,- hanteren.
(Bruto)opbrengst
Uitgaande van 120 geproduceerde liters “ruwe” BMK en 338,5 geproduceerde liters “vacuüm” BMK berekent de rechtbank de (bruto)opbrengst als volgt: [7]
Liters
Bedrag
120 liter “ruwe” BMK (120 x € 515,00 =)
€ 61.800,-
338,5 liter “vacuüm” BMK (338,5 x
€ 600,00 =)
€ 203.100,-
Totaal

264.900,-
Relevante aftrekbare kosten
De productielocatie in Tegelen is in ieder geval van 22 november 2020 tot en met 15 februari 2021 in bedrijf geweest. Van 15 februari 2021 tot 8 mei 2021 is de locatie als opslaglocatie gebruikt. Op 24 februari 2021 is nog 115 liter “vacuüm” BMK in de productielocatie in Tegelen opgehaald. Na 8 mei 2021 is deze productielocatie weer opgebouwd en vanaf 27 mei 2021 is de productie van “vacuüm” BMK weer gestart. Op 28 mei 2021 is de productielocatie ontmanteld en zijn onder andere de aanwezige liters BMK en amfetamine-olie in beslag genomen.
Er wordt aangenomen dat na 24 februari 2021 geen wederrechtelijk verkregen voordeel is genoten. Dit is ook de reden dat de kosten, die na 24 februari 2021 zijn gemaakt, niet als relevante aftrekbare kosten worden beschouwd.
Kosten voor de omzetting van een pre-precursor (“Apaan / Mapa”) naar BMK
Uit het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] blijkt dat men voor het produceren van BMK de volgende stoffen nodig heeft: [8]
Chemische stof
Hoeveelheid
Pre-precursor
1,0 kilogram
Water
0,6 liter
Fosforzuur
1,5 liter
In navolging van de politie zal de rechtbank bij het berekenen van de onkosten ten aanzien van de verschillende productielocaties telkens uitgaan van de mengverhoudingen zoals door verbalisant [verbalisant 2] gerelateerd, tenzij uit de bewijsmiddelen anders blijkt.
Gebruik van zoutzuur in plaats van fosforzuur
Uit chatberichten blijkt dat [verdachte] ( [naam 5] en G51PF7) bij het produceren van
BMK geen gebruik maakt van fosforzuur, maar “zout” (de rechtbank begrijpt: zoutzuur). [9]
Mengverhouding
Uit chatberichten d.d. 02-05-2021 tussen de gebruiker van [naam 1] (zijnde de werktelefoon van de productielocatie in Lanaken) en [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) kan de volgende mengverhouding worden afgeleid, namelijk 1 kg “Apaan / Mapa”, 1 water en 1,2 liter zoutzuur. [10]
Opbrengst “ruwe” en “vacuüm” BMK uit 1 kg “Apaan / Mapa”
Uit het onderzoek is niet bekend geworden hoeveel liter “ruwe” en “vacuüm” BMK uit 1 kg “Apaan / Mapa” in de productielocatie in Tegelen werd geproduceerd. Voor het berekenen van de kosten voor het produceren van 1 liter “ruwe” en “vacuüm” BMK is in de berekening in het voordeel van de veroordeelden de opbrengst uit het NFI-LFO informatieblad “Schatting opbrengst amfetamine” d.d. december 2021 gehanteerd, te weten:
  • de opbrengst van (6,2 liter BMK : 10 kg “Mapa” = ) 0,62 liter “ruwe” BMK uit 1 kg “Mapa”;
  • de opbrengst van (5,6 liter BMK : 10 kg "Mapa =) 0,56 liter “vacuüm” BMK uit 1 kg “Mapa”.
Prijzen van de benodigde hoeveelheden om 1 liter BMK te produceren
Voor de productielocatie in Tegelen wordt de mengverhouding 1 kg pre-precursor (zijnde 1 kg “Mapa”), 1,0 liter water en 1,2 liter zoutzuur gehanteerd.
Prijs “Apaan / Mapa”
Uit chatberichten tussen [verdachte] ( [alias verdachte] , [alias verdachte] en [alias verdachte] ), [naam 3] (identiteit onbekend), [naam 4] (identiteit onbekend) en [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) blijkt dat de
inkoopwaarde van 1 kilo “Apaan Mapa” € 135,- bedraagt.
Prijs zoutzuur
Uit chatberichten d.d. 15-04-2021 tussen [verdachte] ( [alias verdachte] ) en de gebruiker van [naam 4] ), blijk dat [verdachte] € 6,50 voor 1 liter zoutzuur betaalt.
Prijs water
Met betrekking tot de prijs voor het water wordt de prijs, die [verbalisant 2] in zijn proces-verbaal van bevindingen heeft vermeld, gehanteerd, namelijk € 0,02 per liter. [12]
Berekening van kosten voor het produceren van 1 liter BMK
Als de genoemde prijzen worden doorgerekend in de benodigde hoeveelheden om 0,62 liter
“ruwe” BMK en 0,56 liter “vacuüm” BMK te produceren, levert dit het volgende kostenoverzicht op: [13]
Chemische stof
Hoeveelheid
Kosten
“Apaan / Mapa”
1,0 kilogram
€ 135,00
Water
1 liter
€ 0,02
Zoutzuur
1,2 liter (€ 6,50 x 1,2 =)
€ 7,80
Totaal
€ 142,82
De rechtbank berekent aldus dat in de productielocatie in Tegelen de kosten voor het produceren van:
1. liter “ruwe” BMK (€ 142,82 / 0,62 liter =) € 230,35 zijn;
1. liter “vacuüm” BMK (€ 142,82 / 0,56 liter =) € 255,04 zijn.
Kosten voor de benodigde hardware voor de productie van vacuüm BMK.
In de productielocatie Tegelen werd bij de omzetting van “Mapa” naar BMK onder andere gebruik gemaakt van glazen kolven (bollen) en gasbranders. Omdat uit het onderzoek niet duidelijk is geworden wat de kosten voor de benodigde hardware, overige (laboratorium) materiaal en overige klein materiaal/gereedschap bedroegen, is in de berekening de stelpost van € 11,10 per liter BMK uit het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] gehanteerd.
Totale kosten aan chemicaliën en hardware voor de productie van vacuüm BMK
Uitgaande van bovenstaande bevindingen betekent dit dat:
- de kosten van chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter “ruwe” BMK
(€ 230,35 + € 11,10 =) € 241,45 bedragen, en
- de kosten van chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter “vacuüm” BMK
(€ 255,04 + € 11,10 =) € 266,14 bedragen. [14]
De totale kosten aan chemicaliën en hardware bedragen: [15]
Liters
Hoeveelheid
Kosten
120
(120 x € 241,45 =)
€ 28.974,00
338,5
(338,5 x € 266,14 =)
€ 90.088,39
Totaal
€ 119.062,39
Kosten voor de huur van de productielocatie Tegelen
Aangezien het aannemelijk is dat er huur is betaald voor de productielocatie in Tegelen, hanteert de rechtbank in navolging van de politie voor de berekening van de huurkosten het bedrag van € 3.000,- per week. [16]
Uitgaande van een periode van 22 november 2020 tot en met 24 februari 2021 (14 weken) houdt dit in dat de huurkosten worden geschat op (14 weken x € 3.000,- =) € 42.000,-.
Loonkosten
De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat de betrokken veroordeelden en niet geïdentificeerde gebruikers van cryptotelefoons (hierna tezamen kortheidshalve: betrokkenen) die hebben gewerkt in de productielocatie in Tegelen geldbedragen (in de vorm van loon) hebben ontvangen voor hun werkzaamheden. Bij het berekenen van de loonkosten is door de politie onder andere gebruik gemaakt van de bevindingen uit de productielocaties in Lanaken en Kassel. De rechtbank ziet geen aanleiding om van deze berekening af te wijken en volgt deze dan ook integraal.
Hieronder wordt per betrokkene berekend wat hij aan loon heeft ontvangen.
[medeverdachte 6]
was een van de werkers in de productielocatie in Tegelen. [medeverdachte 6] heeft op 23 en 23 november 2021 55 liter vacuüm BMK geproduceerd.
Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 6] een bedrag van € 7.500,- kreeg voor het
smelten van 500 kilo “Apaan / Mapa”. Dit betekent dat [medeverdachte 6] (€ 7.500,- : 500 kilo =) € 15,- heeft verdiend voor het smelten van 1 kilo “Apaan / Mapa”.
Uitgaande van de 55 liter geproduceerde vacuüm BMK en de opbrengst van 0,56 liter BMK uit 1 kg “Mapa”, houdt dit in dat er (55 liter : 0,56 =) minimaal 98,21 kg “Mapa” is omgezet naar BMK.
Dit betekent dat de loonkosten van [medeverdachte 6] voor zijn werkzaamheden in Tegelen kunnen worden berekend op een bedrag van (98,21 kg “Mapa” x € 15,- =) € 1.473,15 (afgerond € 1.473,-). [17]
[medeverdachte 5]
was een van de werkers in de productielocatie in Tegelen. [medeverdachte 5] is in de periode van 29 januari 2021 tot en met 4 februari 2021 betrokken geweest bij het produceren van 115 liter vacuüm BMK. [medeverdachte 5] heeft de BMK “op pH gezet”.
Gezien het feit dat [medeverdachte 5] nagenoeg dezelfde werkzaamheden als [medeverdachte 6] heeft verricht, zijn dezelfde verdiensten als bij [medeverdachte 6] gehanteerd, namelijk € 15,- per 1 kilo “Mapa”.
Uitgaande van de 115 liter geproduceerde vacuüm BMK en de opbrengst van 0,56 liter BMK uit 1 kg “Mapa”, houdt dit in dat er (115 liter : 0,56 =) minimaal 205,35 kg “Mapa” is omgezet naar BMK.
Dit betekent dat de loonkosten van [medeverdachte 5] voor zijn werkzaamheden in Tegelen kunnen worden berekend op een bedrag van (205,35 kg “Mapa” x € 15,- =) € 3.080,25 (afgerond € 3.080,-). [18]
[medeverdachte 7]
Onder verwijzing naar de overweging van de rechtbank ten aanzien van de loonkosten van [medeverdachte 7] in de productielocatie in Lanaken (verderop in het vonnis) acht de rechtbank niet aannemelijk dat [medeverdachte 7] slechts € 1250,- per week zou hebben verdiend.
In navolging van de berekening van de politie neemt de rechtbank als uitgangspunt dat [medeverdachte 7] voor de werkzaamheden in de productielocatie in Lanaken voor elke productieronde een bedrag van € 10.000,- heeft ontvangen. Ook in de productieronde van 10 februari 2021 tot en met 27 februari 2021 heeft hij een bedrag van € 10.000,- ontvangen voor zijn werkzaamheden aldaar. Om dubbeltelling te voorkomen, heeft de rechtbank dit bedrag van € 10.000,- niet meegenomen bij de berekening van de loonkosten in de productielocatie in Tegelen, omdat dit in dezelfde periode viel en veroordeelde gelijktijdig werkzaamheden voor beide locaties verrichtte.
De rechtbank acht aldus aannemelijk dat [medeverdachte 7] voor zijn werkzaamheden in Tegelen, die hij in de periode 29 januari 2021 tot en met 4 februari 2021 heeft verricht, een bedrag van € 10.000,- heeft ontvangen.
[medeverdachte 2]
Gezien het feit dat [medeverdachte 2] nagenoeg dezelfde werkzaamheden als [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] heeft verricht, zijn dezelfde verdiensten als bij [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] gehanteerd, namelijk € 15,- per 1 kilo “Mapa”.
Het is aannemelijk dat [medeverdachte 2] in de genoemde productieronde de volgende bedragen (loon) heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden:
Ronde 2
Uitgaande van de 68,5 liter geproduceerde vacuüm BMK en de opbrengst van 0,56 liter BMK uit 1 kg “Mapa”, houdt dit in dat er (68.5 liter : 0,56 =) minimaal 122,32 kg “Mapa” is omgezet naar BMK. Dit betekent dat [medeverdachte 2] een bedrag van (122,32 kg “Mapa” x € 15,- =) € 1.834,80 (afgerond € 1.835,-) heeft ontvangen.
Ronde 4
Uitgaande van de 120 liter geproduceerde “ruwe” BMK en de opbrengst van 0,62 liter ruwe BMK uit 1 kg “Mapa”, houdt dit in dat er (120 liter : 0,62 =) minimaal 193,55 kg “Mapa” is omgezet naar BMK. Dit betekent dat [medeverdachte 2] een bedrag van (193,55 kg “Mapa” x € 15,- =) € 2.903,25 (afgerond € 2.903,-) heeft ontvangen.
De rechtbank acht aldus voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 2] een totaalbedrag van
(€ 1.835,- + € 2.903,- =) € 4.738,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. [19]
“ [gebruikersnaam 1] ” (identiteit onbekend)
Een persoon met de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam 1] ” (identiteit onbekend) was één van de werkers in de productielocatie in Tegelen. Gezien het feit dat “ [gebruikersnaam 1] ” nagenoeg dezelfde werkzaamheden als [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] heeft verricht, zijn ook bij deze persoon dezelfde verdiensten als bij [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] gehanteerd, namelijk € 15,- per 1 kilo “Mapa”.
Uitgaande van de 68,5 liter geproduceerde vacuüm BMK en de opbrengst van 0,56 liter BMK uit 1 kg “Mapa”, houdt dit in dat er (68,5 liter: 0,56 =) minimaal 122,32 kg “Mapa” is omgezet naar BMK. De rechtbank acht dan ook aannemelijk dat “ [gebruikersnaam 1] ” een bedrag van (122,32 kg “Mapa” x € 15,- =) € 1.834,80 (afgerond € 1.835,-) heeft ontvangen. [20]
“ [gebruikersnaam 2] ” (identiteit onbekend)
Ook een persoon met de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam 2] ” (identiteit onbekend) was één van de werkers in de productielocatie in Tegelen. Gezien het feit dat “ [gebruikersnaam 1] ” nagenoeg dezelfde werkzaamheden als [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en “ [gebruikersnaam 1] ” had verricht, zijn bij deze persoon ook dezelfde verdiensten gehanteerd, namelijk € 15,- per 1 kilo “Mapa”.
Uitgaande van de 120 liter geproduceerde ruwe BMK en de opbrengst van 0,62 liter ruwe BMK uit 1 kg “Mapa”, houdt dit in dat er (120 liter: 0,62 =) minimaal 193,55 kg “Mapa” is omgezet naar BMK. De rechtbank acht aldus aannemelijk dat “ [gebruikersnaam 2] ” een bedrag van (193,55 kg “Mapa” x € 15,- =) € 2.903,25 (afgerond € 2.903,-) heeft ontvangen. [21]
Totaal loonkosten
De rechtbank berekent dus het totaal aan loonkosten voor de productielocatie in Tegelen als volgt:
Naam
Loonkosten
[medeverdachte 6]
€ 1.473,-
[medeverdachte 5]
€ 3.080,-
[medeverdachte 7]
€ 10.000,-
[medeverdachte 2]
€ 4.738,-
“ [gebruikersnaam 1] ” (identiteit onbekend)
€ 1.835,-
“ [gebruikersnaam 2] ” (identiteit onbekend)
€ 2.903,-
Totaal
€ 24.029,-
Schatting totale wederrechtelijk verkregen voordeel voor Tegelen
Het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt bruto € 264.900,- en netto
€ 79.808,61:
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Kosten
Bedrag
338,50 liter vacuüm BMK x € 600,00 (bruto)
€ 203.100,00
120 liter ruwe BMK x € 515,00 (bruto)
€ 61.800,00
Kosten chemicaliën + Hardware
€ 119.062,39
Huurkosten
€ 42.000,00
Loonkosten
€ 24.029,00
- € 185.091,39
Netto
€ 79.808,61
De rechtbank schat het totale wederrechtelijk verkregen voordeel voor de locatie Tegelen aldus op een bedrag van € 79.808,- (afgerond).
Toerekening van het voordeel [22]
Door de politie is in haar berekening, gelet op de rollen die [verdachte] en [medeverdachte 3] in de productielocatie in Tegelen vervulden, overeenkomstig hun rolverdeling met betrekking tot de productielocatie in Lanaken, een toerekeningspercentage van respectievelijk 80% en 20% gehanteerd. Uit de bevindingen met betrekking tot de productielocatie in Lanaken is immers gebleken dat [verdachte] en [medeverdachte 3] dezelfde rolverdeling hadden als ten aanzien van de productielocatie in Tegelen.
In de zaak van veroordeelde [medeverdachte 3] is verweer gevoerd op de mate van toerekening. In de visie van de verdediging kon de rol van [medeverdachte 3] het beste worden geduid als die van een “managementassistent”. Er was uitsluitend sprake van zeggenschap die was afgeleid van degene die een hogere functie vervulde in de criminele organisatie. Een winstmarge van 20%, zoals door de politie in haar berekening gehanteerd, is tegen de achtergrond van die rol excessief, aldus de verdediging. Voor zover [medeverdachte 3] al meedeelde in het wederrechtelijk verkregen voordeel per locatie, lijkt in de ogen van de verdediging een percentage van 10% voor de locaties Tegelen en Lanaken op zijn plaats en voor de locatie Ruppach-Goldhausen – gezien diens nog beperktere rol aldaar – een percentage van 5%.
De rechtbank overweegt op dit punt het volgende.
Binnen onderzoek Totnes is bewezen verklaard dat er tussen de verschillende veroordeelden sprake is geweest van een rolverdeling bij de drugsproductie, zoals bijvoorbeeld het faciliteren, aansturen, coördineren en uitvoeren.
Bewezen is verklaard dat [verdachte] de leider/organisator was. [verdachte] bepaalde (kort gezegd) wat, wanneer en wie er produceerde in de verschillende productielocaties. [verdachte] was gedurende de gehele periode actief met de aansturing. [verdachte] regelde ook de betalingen aan zijn werknemers.
[medeverdachte 3] was de uitvoerder voor [verdachte] . [medeverdachte 3] stuurde “de werknemers” aan en er werd door die werknemers naar [medeverdachte 3] geluisterd.
Gelet op de bewezen verklaarde mate van betrokkenheid van [medeverdachte 3] bij de productielocatie in Tegelen, maar ook bij die in Lanaken en Ruppach-Goldhausen, duidt de rechtbank de rol van [medeverdachte 3] niet slechts als die van “managementassistent”. In het vonnis in de strafzaak heeft de rechtbank reeds overwogen dat [medeverdachte 3] hoog in de criminele organisatie fungeerde en een belangrijke rol had. De rechtbank ziet daarom – evenals het OM – ten aanzien van geen van de productielocaties aanleiding om voor [medeverdachte 3] een lager toerekeningspercentage dan 20% als uitgangspunt te nemen. De rechtbank verwerpt het verweer.
Aldus rekent de rechtbank aan [verdachte] 80% van het wederrechtelijk verkregen voordeel voor de productielocatie in Tegelen toe en aan [medeverdachte 3] 20%.
Het voorgaande betekent dat [verdachte] ten aanzien van de productielocatie in Tegelen een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen van (€ 79.808,- x 0,8 =)
€ 63.846,40 (afgerond € 63.846,-) en dat [medeverdachte 3] een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen van (€ 79.808,- x 0,2 =) € 15.961,60 (afgerond € 15.961,-).
Tussenconclusie I: wederrechtelijk verkregen voordeel per betrokken veroordeelde ten aanzien van de productielocatie in Tegelen.
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank de bedragen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel met betrekking tot de productielocatie in Tegelen worden geschat vast op:
  • ten aanzien van [verdachte] : € 63.846,- (afgerond);
  • ten aanzien van [medeverdachte 3] : € 15.961,- (afgerond);
  • ten aanzien van [medeverdachte 2] : € 4.738,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 7] : € 10.000,-.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat het door [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] verdiende loon wel is meegenomen in de berekening, maar niet als wederrechtelijk verkregen voordeel van hen is gevorderd.
4.2.
Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Lanaken
Drugsproductielocatie voor precursor BMK; periode
Uit onderzoek is gebleken dat in de periode tussen 10 februari 2021 tot en met 18 mei 2021 de productielocatie in Lanaken is gebruikt voor:
a. a) de vervaardiging van BMK en
b) het (vacuüm) destilleren van BMK. [23]
Productieperioden in productielocatie Lanaken naar aanleiding van chatberichten [24]
Periode 10 februari 2021 tot en met 27 februari 2021 (bron: OBRAA20012-3034) (ronde 1)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 500 liter vacuüm BMK is geproduceerd.
Periode 9 maart 2021 tot en met 20 maart 2021 (bron: OBRAA20012-2920A) (ronde 2)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 600 liter vacuüm BMK is geproduceerd.
Periode 21 maart 2021 tot en met 1 april 2021 (bron: OBRAA20012-2920A) (ronde 3)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 690 liter vacuüm BMK is geproduceerd.
Periode 7 april 2021 tot en met 19 april 2021 (bron: OBRAA20012-2920A) (ronde 4)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 613 liter vacuüm BMK is geproduceerd.
Periode 20 april 2021 tot en met 7 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2920A) (ronde 5)
Uit chatberichten blijkt dat in de genoemde periode minimaal 480 liter vacuüm BMK is geproduceerd.
Periode 13 mei 2021 t/m 18 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2920A en -3056) (ronde 6)
Op 18 mei 2021 is er een brand ontstaan in de productielocatie in Lanaken. Uit chatberichten blijkt dat er voorafgaand aan die brand al 200 liter “vacuüm” BMK “weg” was.
Opbrengst
Gelet op het voorgaande berekent de rechtbank dat in de periode 10 februari 2021 tot en met 18 mei 2021 in de productielocatie in Lanaken minimaal (500 + 600 + 690 + 613 + 480 + 200 =) 3083 liter “vacuüm” BMK is geproduceerd. [25]
In de zaak van [medeverdachte 3] is door de verdediging bepleit dat de hoeveelheid van 3083 liter verminderd moet worden met 1600,5 liter. Daartoe heeft zij het volgende aangevoerd. In de productielocatie in Kassel is een hoeveelheid van 1455 liter amfetamine-olie geproduceerd. Voor een dergelijke hoeveelheid was (1455 x 1,1 =) 1600,5 liter BMK-olie benodigd. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat aangezien de productie van BMK-olie op de locatie in Lanaken qua periode vloeiend overliep op de start van de productie van amfetamine-olie in Kassel, de hoeveelheid BMK-olie die in Lanaken is geproduceerd in ieder geval is gebruikt bij de productie van amfetamine-olie in Kassel.
De rechtbank overweegt dienaangaande dat het dossier geen enkele aanwijzing bevat dat de drugsprecursor die in Lanaken is geproduceerd (BMK-olie) daadwerkelijk is gebruikt bij de productie van het eindproduct amfetamine-olie in Kassel. De rechtbank betrekt bij haar oordeel dat ook geen van de betrokken veroordeelden dit zo heeft verklaard. Gelet hierop acht de rechtbank dit niet voldoende aannemelijk geworden en verwerpt het verweer.
Prijs “vacuüm” BMK
Zoals al ten aanzien van de productielocatie in Tegelen is overwogen, zal de rechtbank in navolging van de politie in haar berekening voor wat betreft de “vacuüm” BMK een literprijs van € 600,- hanteren.
(Bruto)opbrengst
Uitgaande van de minimale 3083 geproduceerde liters “vacuüm” BMK en een literprijs van € 600,-, bedraagt de (bruto)opbrengst (3083 liter “vacuüm” BMK x € 600,- =)
€ 1.849.800,-. [26]
Relevante aftrekbare kosten
Mengverhouding voor het produceren van BMK
Zoals reeds is overwogen, is de mengverhouding voor het omzetten van een preprecursor naar BMK als volgt: 1 kg pre-precursor, 0,6 liter water en 1,5 liter fosforzuur.
Gebruik van zoutzuur in plaats van fosforzuur
Uit chatberichten blijkt dat [verdachte] ( [naam 5] en [naam 6] ) bij het produceren van “vacuüm” BMK geen gebruik maakt van fosforzuur, maar “zout” (zoutzuur). Door de Belgische politie werd in de productielocatie in Lanaken, na de brand van 18 mei 2021, zoutzuur aangetroffen. [27]
Mengverhouding.
Uit chatberichten d.d. 02-05-2021 tussen de gebruiker van [naam 1] (zijnde de werktelefoon van de productielocatie in Lanaken) en [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) kan de volgende mengverhouding worden afgeleid: 1 kg “Apaan / Mapa”, 1 water en 1,2 liter zoutzuur.
Opbrengst BMK uit 1 kg “Apaan / Mapa”
Uit chatberichten tussen [gebruikersnaam 3] (gebruiker onbekend) en [medeverdachte 3] ( [naam 7] ), tussen [verdachte] ( [alias verdachte] ) en [gebruikersnaam 4] (gebruiker onbekend) en tussen [medeverdachte 6] ( [naam 1] ) en [medeverdachte 3] ( [naam 8] ) blijkt dat uit 100 kilo “Apaan / Mapa” minimaal 60 liter “vacuüm” BMK wordt geproduceerd. [28]
Berekening van kosten voor het produceren van 1 liter BMK
Als de reeds genoemde prijzen van “Apaan / Mapa”, zoutzuur en water worden doorgerekend in de benodigde hoeveelheden om 0,6 liter BMK te produceren, levert dit het volgende kostenoverzicht op: [29]
Chemische stof
Hoeveelheid
Kosten
“Apaan / Mapa”
1,0 kilogram
€ 135,00
Water
1,0 liter (€ 0,02)
€ 0,02
Zoutzuur
1,2 liter (€ 6,50 x 1,2=)
€ 7,80
Totaal
€ 142,82
De rechtbank berekent aldus de kosten voor het produceren van 1 liter BMK (€ 142,82 / 0,6 liter =) op € 238,03.
Kosten voor de benodigde hardware voor de productie van “vacuüm” BMK
Zoals onder 4.1 al is overwogen, hanteert de rechtbank voor wat betreft de kosten voor de benodigde hardware, overige (laboratorium)materiaal en overig klein materiaal/gereedschap
in haar berekening een bedrag van € 11,10 per (geproduceerde) liter BMK.
Totale kosten aan chemicaliën en hardware voor de productie van “vacuüm” BMK
Uitgaande van bovenstaande bevindingen betekent dit dat de kosten aan chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter “vacuüm” BMK (€ 238,03 + € 11,10 =) € 249,13 bedragen.
De rechtbank stelt vast dat de politie in haar berekening van de totale kosten aan chemicaliën en hardware een rekenfout heeft gemaakt. De totale kosten bedragen (3083 liter x € 249,13 =) € 768.067,79 (en niet zoals de politie heeft berekend € 768.967,79). De rechtbank herstelt de berekening op dit punt.
Kosten voor de huur van de productielocatie Lanaken
Door de Belgische autoriteiten is de eigenaar van de productielocatie Lanaken, [eigenaar productielocatie] , geboren in [geboorteplaats 2] (België) op [1970] , op 18 mei 2021 en op 14 juni 2021 als getuige gehoord. Hij verklaarde onder andere dat:
  • hij een half jaar (voor datum verhoor) een auto te koop had aangeboden op internet en dat daarop een man had gereageerd die langs was gekomen, maar de auto niet had gekocht (deze man bleek “ [naam 9] ” te zijn, zijnde de bijnaam van veroordeelde [medeverdachte 4] );
  • de man wel interesse had om een bijgebouw van hem te huren voor € 150,- à € 200,- per week;
  • enkele weken daarna was de man, die voor de auto en het bijgebouw kwam, langs gekomen om te vertellen dat ze de week daarop zouden gaan beginnen;
  • hij kreeg voor elke week € 150,00 en éénmalig € 200,00.
De productieperiode van 10 februari 2021 tot en met 18 mei 2021 beslaat in totaal 14 weken. De rechtbank berekent de totale huurkosten voor de locatie in Lanaken dan als volgt: ((13 weken x € 150,- = € 1.950,-) + (1 week x € 200,- = € 200,-)) =) € 2.150,-.
Loonkosten.
De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat veroordeelden [medeverdachte 6] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 9] geldbedragen (in de vorm van loon) hebben ontvangen voor hun werkzaamheden.
In onderstaande tabel wordt weergegeven welke veroordeelde in welke productieronde werkzaamheden heeft verricht: [31]
Naam
Ronde 1
Ronde 2
Ronde 3
Ronde 4
Ronde 5
Ronde 6
[medeverdachte 6]
x
x
x
x
x
[medeverdachte 1]
x
x
x
x
[medeverdachte 7]
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 4]
x
x
x
x
[medeverdachte 2]
x
x
x
[medeverdachte 9]
x
x
x
x
Hieronder wordt per veroordeelde beschreven wat hij aan loon heeft ontvangen.
[medeverdachte 6] [32]
In een chatbericht tussen [medeverdachte 3] ( [naam 8] ) en [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) van 8 mei 2021 zegt [medeverdachte 3] dat “ [bijnaam 1] ” (de bijnaam van [medeverdachte 6] ) “12” (de rechtbank begrijpt: € 12.000,-) krijgt.
Gezien het feit dat in de periode van 20 april 2021 tot en met 7 mei 2021 (productieronde 5)
ongeveer 800 kg “Apaan / Mapa” is gesmolten, houdt dit in dat [medeverdachte 6] met betrekking tot productieronde 5 een bedrag van (800 kg x € 15,- =) € 12.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
Tevens blijkt uit een chatbericht van 10 mei 2021 dat [medeverdachte 6] ( [naam 15] ) € 1.500,- ontvangt per “100 AP” (de rechtbank begrijpt: 100 kilo “Apaan / Mapa”).
In onderstaande tabel wordt weergeven hoeveel kg “Apaan / Mapa” (minimaal) in welke
productieronde is omgezet naar BMK en welke bedrag [medeverdachte 6] heeft ontvangen, uitgaande van het omzetten van 100 kg “Apaan / Mapa” naar BMK voor € 1.500,-:
Productieronde
kg Apaan / Mapa
Berekening
Loon
2
Minimaal 1000 kg
1000 x € 15,- =
€ 15.000,-
3
Minimaal 1000 kg
1000 x € 15,- =
€ 15.000,-
4
Minimaal 1000 kg
1000 x € 15,- =
€ 15.000,-
5
Minimaal 800 kg
800 x € 15,- =
€ 12.000,-
6
Minimaal 333 kg
333 x € 15,- =
€ 4.995,-
Totaal
€ 61.995,-
In de zaak van [medeverdachte 6] is door de verdediging betoogd dat er met betrekking tot de laatste ronde (13 t/m 18 mei 2021) geen uitbetaling heeft plaatsgevonden in verband met de brand en dat aldus de ontnemingsvordering in diens zaak zou moeten worden verlaagd met (333 x € 15,- =) € 4.995,-.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit de relevante onderzoeksbevindingen (p. 277) volgt dat er voorafgaand aan de brand in het drugslab in Lanaken 200 liter BMK was geproduceerd en dat deze al vóór de brand was weggebracht. Gelet hierop betrekt de rechtbank deze hoeveelheid van 200 liter ook in de ontnemingsberekening. De stelling van de verdediging dat [medeverdachte 6] voor die werkzaamheden niet zou zijn betaald, is niet onderbouwd en acht de rechtbank daarom niet aannemelijk.
[medeverdachte 1] [33]
Door de verdediging is in de zaak van [medeverdachte 1] betoogd dat [medeverdachte 1] per 100 kg verwerkte Apaan geen € 1500,- kreeg, maar op zijn hoogst € 1250,-. De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit het chatbericht van 10 mei 2021 blijkt dat [medeverdachte 6] ( [naam 15] ) € 1.500,- ontving
per “100 AP” (100 kilo “Apaan / Mapa”). Uit het chatbericht van 8 mei 2021 van [medeverdachte 3] ( [naam 8] ) aan [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) volgt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] allebei 12 (de rechtbank begrijpt: € 12.000,-) krijgen. Op grond van deze chatberichten gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 1] hetzelfde loon ontving als [medeverdachte 6] voor het omzetten van 100 “Apaan
/Mapa” naar BMK. Wat door de verdediging in dit kader ook overigens naar voren is gebracht, leidt niet tot een ander oordeel.
In onderstaande tabel wordt weergeven hoeveel kg “Apaan / Mapa” (minimaal) in welke
productieronde is omgezet naar BMK en welke bedragen [medeverdachte 1] in beginsel zou hebben ontvangen uitgaande van het omzetten van 100 kg “Apaan / Mapa” naar BMK voor
€ 1.500,- en uitgaande van betrokkenheid van [medeverdachte 1] bij alle productieronden:
Productieronde
kg Apaan / Mapa
Berekening
Loon
1
Minimaal 1000 kg
1000 x € 15,- =
€ 15.000,-
2
Minimaal 1000 kg
1000 x € 15,- =
€ 15.000,-
3
Minimaal 1000 kg
1000 x € 15,- =
€ 15.000,-
4
Minimaal 1000 kg
1000 x € 15,- =
€ 15.000,-
5
Minimaal 800 kg
800 x € 15,- =
€ 12.000,-
6
Minimaal 333 kg
333 x € 15,- =
€ 4.995,-
Totaal
€ 76.995,-
In de zaak van [medeverdachte 1] is door de verdediging tevens aangevoerd dat [medeverdachte 1] geen betrokkenheid heeft gehad bij productieronden 5 (480 liter BMK) en 6 (200 liter BMK). Anders dan het OM volgt de rechtbank de verdediging in haar verweer. Op grond van de chatberichten acht de rechtbank niet gebleken dat [medeverdachte 1] in voldoende mate betrokken is geweest bij productieronden 5 en 6 en dat aldus onvoldoende aannemelijk is dat hij met betrekking tot deze twee productieronden wederrechtelijk verkregen voordeel heeft genoten.
De rechtbank acht wel voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 1] betrokken is geweest bij de productie van de hoeveelheid van (3083 minus 480 minus 200 =) 2403 liter “vacuüm” BMK. De rechtbank berekent de loonkosten van [medeverdachte 1] over de productieronden 1 tot en met 4 dan ook als volgt: (2403 : 3083) x € 76.995,- = € 60.012,65.
Door de verdediging is in de zaak van [medeverdachte 1] ten aanzien van Lanaken tot slot betoogd dat er bij [medeverdachte 1] sprake zou zijn geweest van voorgeschoten kosten. Zij heeft daartoe verwezen naar chatgesprekken van 18 en 19 mei 2021. In visie van de verdediging dient dit bedrag in mindering te worden gebracht op de berekende loonkosten van [medeverdachte 1] . De rechtbank verwerpt dit verweer. Uit het dossier blijkt dat deze beweerdelijke niet terugbetaalde uitgave van [medeverdachte 1] van € 15.000,- kennelijk in relatie zou staan tot de productielocatie in Tegelen en aldus niet in mindering kan worden gebracht op het wederrechtelijk verkregen voordeel dat hij met de productie in Lanaken heeft genoten. Ook dit verweer wordt verworpen.
[medeverdachte 7]
In de zaak van [medeverdachte 7] is door de verdediging met verwijzing naar een chatbericht van 12 mei 2021 gesteld dat [medeverdachte 7] ten aanzien van de productielocatie in Lanaken per week slechts € 1.250,- aan loon ontving.
Naar het oordeel van de rechtbank is dit bericht wellicht een aanwijzing dat [medeverdachte 7] mogelijk (op enig moment) “gekort” zou zijn (of worden) op zijn inkomsten, maar dit enkele bericht kan naar het oordeel van de rechtbank niet tot de gevolgtrekking leiden dat hij gedurende de hele productieperiode slechts € 1.250,- per week zou hebben verdiend. [medeverdachte 7] heeft op dit punt geen verklaring willen afleggen. Gelet op de mate van betrokkenheid en zijn rol bij de locaties in Tegelen en Lanaken, zoals door de rechtbank is geduid in het vonnis in diens strafzaak, acht de rechtbank niet aannemelijk dat [medeverdachte 7] slechts € 1.250,- per week zou hebben verdiend. De rechtbank verwerpt het verweer dan ook.
In een chatbericht tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] ( [alias verdachte] ) van 10 mei 2021 zegt [medeverdachte 3] dat “ [bijnaam 2] ” (de bijnaam van [medeverdachte 7] ) “10” (de rechtbank begrijpt: € 10.000,-) krijgt. [34] De rechtbank acht hiermee voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 7] in elke productieronde een bedrag van € 10.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Lanaken.
De rechtbank berekent aldus de loonkosten van [medeverdachte 7] voor wat betreft de productielocatie Lanaken op (6 x € 10.000,- =) € 60.000,-.
[medeverdachte 4]
In een chatbericht tussen [medeverdachte 3] ( [naam 8] ) en [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) van 8 mei 2021 en tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] ( [alias verdachte] ) van 10 mei 2021 zegt [medeverdachte 3] dat “ [naam 9] ” (de bijnaam van [medeverdachte 4] ) “3.2” (de rechtbank begrijpt: € 3.200,-) krijgt. [35]
[medeverdachte 4] heeft werkzaamheden verricht in productieronden 1, 2, 5, en 6.
De rechtbank acht aannemelijk dat [medeverdachte 4] in elke productieronde een bedrag van € 3.200,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. Dit is door de verdediging in de zaak van [medeverdachte 4] niet betwist.
De rechtbank berekent aldus de loonkosten van [medeverdachte 4] voor wat betreft de productielocatie Lanaken op (4 x € 3.200,- =) € 12.800,-.
[medeverdachte 2]
In chatberichten tussen [medeverdachte 3] ( [naam 8] ) en [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) van 8 mei 2021 en tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] ( [alias verdachte] ) zegt [medeverdachte 3] dat “ [bijnaam 8] ” (de bijnaam van [medeverdachte 2] )
“4” (de rechtbank begrijpt: € 4.000,-) krijgt. [36]
[medeverdachte 2] heeft werkzaamheden verricht in productieronden 4, 5 en 6. De rechtbank acht aannemelijk dat [medeverdachte 2] in elke productieronde een bedrag van € 4.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
De rechtbank berekent aldus de loonkosten van [medeverdachte 2] voor wat betreft de productielocatie Lanaken op (3 x € 4.000,- =) € 12.000,-.
[medeverdachte 9]
In chatberichten tussen [medeverdachte 3] ( [naam 8] ) en [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) van 8 mei 2021 zegt [medeverdachte 3] dat “ [bijnaam 1] ” (de bijnaam van [medeverdachte 6] ) en [medeverdachte 1] “12” (de rechtbank begrijpt:
€ 12.000,-) krijgen en zegt [medeverdachte 1] dat “ [bijnaam 4] ” (vermoedelijk “ [bijnaam 4] ”, zijnde de bijnaam van [medeverdachte 9] ) “3200” (de rechtbank begrijpt € 3.200,-) krijgt. [37]
In de zaak van [medeverdachte 9] is door de verdediging (subsidiair) aangevoerd dat de vordering gematigd moet worden tot een bedrag van € 3.200,- omdat niet kan worden aangenomen dat hij meer dan het door de politie vastgestelde loon zou hebben gekregen. Dat [medeverdachte 9] een enkele betaling zou hebben ontvangen aan het einde van een productieronde, betekent in de ogen van de verdediging niet dat aannemelijk is dat hij dat bedrag ook met betrekking tot de andere productieronden heeft ontvangen.
De rechtbank verwerpt dit verweer. [medeverdachte 9] heeft werkzaamheden verricht in productieronden 2, 3, 4 en 6. Op grond van het dossier acht de rechtbank voldoende aannemelijk geworden dat [medeverdachte 9] per productieronde (per geproduceerde batch), dus ook bij de (laatste) ronde waarbij voorafgaand aan de brand 200 liter “vacuüm” BMK is geproduceerd, telkens een bedrag aan loon van € 3.200,- heeft ontvangen.
De rechtbank berekent aldus de loonkosten van [medeverdachte 9] voor wat betreft de productielocatie Lanaken op (4 x € 3.200,- =) € 12.800,-.
Totaal loonkosten
De rechtbank berekent dus het totaal aan loonkosten voor de productielocatie in Lanaken als volgt:
Naam
Loonkosten
[medeverdachte 6]
€ 61.995,00
[medeverdachte 1]
€ 60.012,65
[medeverdachte 7]
€ 60.000,00
[medeverdachte 4]
€ 12.800,00
[medeverdachte 2]
€ 12.000,00
[medeverdachte 9]
€ 12.800,00
Totaal
€ 219.607,65
Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt bruto € 1.849.800,- en netto
€ 859.974,56:
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Kosten
Bedrag
3083 liter x € 600,00 (bruto)
€ 1.849.800,00
Kosten chemicaliën + Hardware
€ 768.067,79
Huur kosten
€ 2.150,00
Loonkosten
€ 219.607,65
- € 989.825,44
Netto
€ 859.974,56
De rechtbank schat het totale wederrechtelijk verkregen voordeel voor de locatie Lanaken aldus op een bedrag van € 859.974,- (afgerond).
Toerekening van het voordeel
Gelet op de min of meer vergelijkbare rollen van [verdachte] en [medeverdachte 3] met betrekking tot de productielocatie in Lanaken ten opzichte van hun rollen ten aanzien van Tegelen, een en ander zoals onder 4.1 al is overwogen, zal de rechtbank ook voor wat betreft de productielocatie in Lanaken aan [verdachte] 80% van het wederrechtelijk verkregen voordeel toerekenen en aan [medeverdachte 3] 20%.
Het voorgaande betekent dat [verdachte] ten aanzien van de productielocatie in Lanaken een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen van (€ 859.974,- x 0,8 =)
€ 687.979,20 (afgerond € 687.979,-) en dat [medeverdachte 3] een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen van (€ 859.974,- x 0,2 =) € 171.994,80 (afgerond € 171.994,-).
Tussenconclusie II: wederrechtelijk verkregen voordeel per betrokken veroordeelde ten aanzien van de productielocatie in Lanaken
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank de bedragen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel met betrekking tot de productielocatie in Lanaken worden geschat vast op:
  • ten aanzien van [verdachte] : € 687.979,- (afgerond);
  • ten aanzien van [medeverdachte 3] : € 171.994,- (afgerond);
  • ten aanzien van [medeverdachte 1] : € 60.012,- (afgerond)
  • ten aanzien van [medeverdachte 2] : € 12.000,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 6] : € 61.995,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 7] : € 60.000,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 4] : € 12.800,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 9] : € 12.800,-.
4.3.
Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Ruppach-Goldhausen (Duitsland)
Drugsproductielocatie voor precursor BMK en amfetamine-olie; periode.
Uit onderzoek is gebleken dat in de periode tussen 24 februari 2021 tot en met 7 juni 2021 de productielocatie in Ruppach-Goldhausen gebruikt is voor:
a. a) het produceren van BMK uit MAPA en
b) het produceren van amfetamine-(olie). [38]
Productieperioden in productielocatie Ruppach naar aanleiding van chatberichten.
Periode 24 februari 2021 tot en met 3 maart 2021 (bron: OBRAA12-2949A) (ronde 1)
In deze periode is er minimaal 300 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 180 liter BMK. [39]
Periode 4 maart 2021 tot en met 8 maart 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 2)
In deze periode is er minimaal 275 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 165 liter BMK. [40]
Periode 11 maart tot en met 14 maart 20021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 3)
In deze periode is er minimaal 250 liter amfetamine-olie geproduceerd. [41]
Periode 18 maart 2021 tot en met 23 maart 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 4)
In deze periode is er minimaal 300 liter amfetamine-olie geproduceerd. [42]
Periode 12 april 2021 tot en met 18 april 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 5)
In deze periode is er minimaal 300 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 180 liter BMK. [43]
Periode 22 april 2021 tot en met 3 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 6)
In deze periode is er minimaal 428,5 liter amfetamine-olie geproduceerd. [44]
Periode 9 mei 2021 tot en met 13 mei 2021 (bron: QBRAA20012-2949A) (ronde 7)
In deze periode is er minimaal 1.000 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 600 liter BMK. [45]
Periode 16 mei 2021 tot en met 20 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 8)
In deze periode is er minimaal 1.500 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 900 liter BMK. [46]
Periode 21 mei 2021 tot en met 28 mei 2021 (bron: OBRAA20012-2949A) (ronde 9)
In deze periode is er minimaal 1.000 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar minimaal 600 liter BMK. [47]
Periode 29 mei 2021 tot en met 6 juni 2021 (bron: QBRAA20012-2949A) (ronde 10)
In deze periode is er minimaal 495 kg “Apaan / Mapa” omgezet naar 297 liter BMK. [48]
Betrokkenheid veroordeelden per productieronde [49]
In de onderstaande tabel wordt weergegeven welke veroordeelde dan wel onbekend gebleven persoon in welke productieronde werkzaamheden heeft verricht:
Naam
Nr. 1
Nr. 2
Nr. 3
Nr. 4
Nr. 5
Nr. 6
Nr. 7
Nr. 8
Nr. 9
Nr. 10
[verdachte]
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 3]
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 5]
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 1]
x
[medeverdachte 2]
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 8]
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
[medeverdachte 10]
x
x
x
x
x
[medeverdachte 11]
x
x
x
x
x
[medeverdachte 12]
x
x
x
“ [naam 10] ”
x
“ [naam 11] ”
x
x
“ [naam 12] ”
x
“ [naam 13] ”
x
Opbrengst
In de onderstaande tabel staan de aantallen geproduceerde liters amfetamine-olie en “ruwe” dan wel “vacuüm” BMK-olie. In deze tabel staat ook het aantal liters BMK-olie dat op 7 juni 2021 in de productielocatie is aangetroffen en in beslag is genomen.
liters amfetamine-olie
liter BMK (ruwe)
liters BMK (vacuüm)
250
300
428,5
600
900
600
297
subtotaal
978,5
2100
297
in beslag genomen BMK
289
totaal
978,5
2100
8
Verweer [medeverdachte 8]
In de zaak van veroordeelde [medeverdachte 8] is door de verdediging op een viertal punten verweer gevoerd.
In de eerste plaats heeft de verdediging aangevoerd dat het OM in zijn berekening ten onrechte is uitgegaan van een hoeveelheid van 978,5 liter geproduceerde amfetamine-olie. In de berekening zou moeten worden aangesloten bij de hoeveelheden die door het OM in zijn requisitoir zijn genoemd. Door de verdediging is gesteld dat er in de productielocatie in Ruppach-Goldhausen hoogstens 864,5 liter amfetamine-olie is geproduceerd. Die hoeveelheid past ook beter bij de door de Duitse autoriteiten geschatte hoeveelheid geproduceerde amfetamine-olie, namelijk tussen 660 en 990 liter.
In de tweede plaats heeft de verdediging aangevoerd dat er door [medeverdachte 8] geen wederrechtelijk verkregen voordeel is genoten door de verkoop van BMK die in Ruppach-Goldhausen zou zijn geproduceerd, omdat die BMK namelijk later is omgezet in amfetamine-olie. De berekening van het OM bevat daarom ten onrechte dubbeltellingen.
Ten derde heeft de verdediging aangevoerd dat door het OM in de berekening ten onrechte geen rekening is gehouden met de restanten BMK en amfetamine-olie die in de productielocatie in Ruppach-Goldhausen zijn aangetroffen en waaraan dus geen geld is verdiend.
Ten vierde heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat uit het dossier geheel niet is gebleken dat er BMK en/of amfetamine-olie zou zijn verkocht. Gelet daarop is geen sprake van enig wederrechtelijk verkregen voordeel.
De rechtbank overweegt dienaangaande als volgt.
De rechtbank overweegt dat de verdediging in de zaak van [medeverdachte 8] heeft nagelaten inzicht te geven in de door haar berekende hoeveelheid van 864,5 liter amfetamine-olie die (in de ogen van de verdediging) geproduceerd zou zijn. Voor zover bedoeld is daarmee aansluiting te zoeken bij de in het requisitoir in de hoofdzaak genoemde hoeveelheden, merkt de rechtbank op dat in het requisitoir enkel hoeveelheden getransporteerd product (BMK of amfetamineolie) zijn genoemd. In de ontnemingsrapportage is uitgebreid en onderbouwd ingegaan op de hoeveelheid geproduceerde amfetamineolie. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om in haar berekening af te wijken van de door de politie berekende hoeveelheid van (250 + 300 + 428,5 =) 978,5 liter geproduceerde amfetamine-olie.
Vooropgesteld wordt dat uit het dossier niet met voldoende mate van zekerheid kan worden afgeleid welke BMK is gebruikt voor de productie van amfetamine-olie in Ruppach-Goldhausen. Bovendien is bij de berekening van de kosten voor de productie van amfetamineolie steeds rekening gehouden met de kostprijs van de daarvoor benodigde BMK. Voor zover er daarnaast nog sprake zou zijn van enige dubbeltelling dan had het naar het oordeel van de rechtbank op de weg van de betrokken veroordeelden gelegen om daarover tekst en uitleg te verschaffen. Ook op dit punt heeft geen van hen – [medeverdachte 8] evenmin – een verklaring willen afleggen.
De rechtbank overweegt dat er in de berekening van de politie al rekening is gehouden met de 289 liter aangetroffen BMK-olie. Er zijn geen restanten van amfetamine-olie aangetroffen.
Door geen van de betrokken veroordeelden bij deze productielocatie is verklaard dat er ergens nog een hoeveelheid BMK en/of amfetamine-olie beschikbaar is die nog niet verkocht was. Anders dan de verdediging acht de rechtbank het onaannemelijk dat de hoeveelheden geproduceerde precursor en/of eindproduct niet verkocht zijn. Gelet op de beschikbare hoeveelheid van kanalen van communicatie en de andere doelgroep in verband met de verkoop is het ontbreken van berichten daarover geenszins een indicatie van het blijven zitten met onverkochte voorraden.
De rechtbank verwerpt het verweer in al zijn onderdelen.
Prijs amfetamine-olie
Uit het prijzenoverzicht 2021 (pag. 5) van het Cluster Synthetische Drugs van de Landelijke
Eenheid d.d. 30 augustus 2022 blijkt dat de prijs voor 1 liter amfetamine-olie € 920,- bedraagt. Echter, in chatberichten van 10, 16 en 27 maart 2021, 26 april 2021 en 5 juni 2021 noemen [verdachte] ( [alias verdachte] , [alias verdachte] , [alias verdachte] en [bijnaam 5] ) en [medeverdachte 8] meerdere prijzen voor 1 liter amfetamine-olie, namelijk € 1.000,-, € 970,-, € 950,-, tussen
€ 850,- en 900,- en € 800,-.
De rechtbank zal in navolging van de politie bij de berekening van de opbrengst een prijs van € 920,- voor een liter amfetamine-olie hanteren. [50]
Zoals al eerder is overwogen zal de rechtbank in haar berekening voor wat betreft “ruwe” BMK een literprijs van € 515,- hanteren en voor wat betreft “vacuüm” BMK een literprijs van € 600,-.
(Bruto)opbrengst.
Uitgaande van de 978,5 geproduceerde liters amfetamine-olie, 2100 geproduceerde liters
“ruwe” BMK-olie en 8 liters geproduceerde “vacuüm” BMK-olie bedraagt de (bruto) opbrengst: [51]
liters
bedrag
978,5 liter amfetamine-olie (978,5 x
€ 920,00 =)
€ 900.220,-
2100 liter “ruwe” BMK (2.100 x € 515,00 =)
€ 1.081.500,-
8 liter “vacuüm” BMK (8 x € 600,00 =)
€ 4.800,-
totaal
€ 1.986.520,-
Relevante aftrekbare kosten
Mengverhouding voor het produceren van BMK-olie
De mengverhouding voor het omzetten van een pre-precursor naar BMK-olie is: 1 kg pre-precursor, 0,6 liter water en 1,5 liter fosforzuur. Voor de berekening van de kosten hanteert de rechtbank de mengverhouding van de aangetroffen notities: [52]
Chemische stof
Hoeveelheid
Pre-precursor (Mapa)
1,0 kilogram
Water (1,5: 7,5 kg Mapa =)
0,2 liter
Zoutzuur (9 : 7,7 kg Mapa =)
1,2 liter
Opbrengst BMK-olie uit 1 kg “Mapa”
Uit chatberichten d.d. 13-03-2021 tussen [medeverdachte 3] ( [naam 7] ) en [medeverdachte 5] ( [gebruikersnaam 3] ) blijkt dat [medeverdachte 5] eigenlijk aanhoudt dat uit 100 “AP” (kilo “Apaan / Mapa”) 60 liter BMK-olie komt, maar dat in de productielocatie in Ruppach-Goldhausen 67 liter BMK-olie uit 100 “APP” (kilo “Apaan / Mapa”) komt. [53]
De rechtbank zal in navolging van de politie in haar berekening in het voordeel van de betrokken veroordeelden een opbrengst van 0,6 liter BMK-olie uit 1 kg “Apaan/Mapa” hanteren.
Prijzen “Apaan/Mapa”, zoutzuur en water
Zoals al eerder is overwogen, hanteert de rechtbank in haar berekening de volgende inkoopwaardes:
  • 1 kg “Apaan/Mapa”: € 135,-;
  • 1 liter zoutzuur: € 6,50;
  • 1 liter water: € 0,02.
Berekening van kosten voor het produceren van 1 liter BMK-olie
Als de genoemde prijzen worden doorgerekend in de benodigde hoeveelheden om 0,60 liter BMK-olie te produceren, levert dit het volgende kostenoverzicht op: [54]
Chemische stof
Hoeveelheid
Kosten
“Apaan / Mapa”
1,0 kilogram
€ 135,00
Water
0,2 liter (€ 0,02 : 5 =)
€ 0,01
Zoutzuur
1,2 liter (€ 6,50 x 1,2 =)
€ 7,80
totaal
€ 142,81
Bij de berekening van de kosten voor 0,2 liter water heeft de rechtbank in navolging van de politie € 0,01 gehanteerd.
Het voorgaande betekent dat de kosten voor het produceren van 1 liter BMK (€ 142,81 : 0,6 liter =) € 238,02 bedragen.
Mengverhouding voor het produceren van amfetamine-olie
Op een wand in de laboratoriumruimte zijn handgeschreven notities aangetroffen. Er stonden ook notities bij met betrekking tot de mengverhouding en de chemicaliën
die werden gebruikt voor het produceren van amfetamine-olie. [55] Voor de berekening van de kosten voor het produceren van 1 liter amfetamine-olie wordt de mengverhouding uit die aangetroffen notities gehanteerd.
Om te bepalen hoeveel formamide, mierenzuur, zoutzuur en water nodig is om 1 liter BMK-olie om te zetten naar 1 liter amfetamine-olie, heeft de rechtbank in haar berekening 7,5 liter formamide en 3,5 liter mierenzuur gedeeld door 5 liter BMK-olie. De 9 liter zoutzuur is gedeeld door 8 “B”. Dit leidt tot de volgende mengverhouding: [56]
Chemische stof
Hoeveelheid
BMK
1,0 liter
Formamide (7,5 : 5 BMK =)
1,5 liter
Mierenzuur (3,5 : 5 BMK =)
0,7 liter
Zoutzuur (9 : 8 “B” =)
0,9 liter
Opbrengst amfetamine-olie uit 1 liter BMK-olie
De rechtbank heeft reeds berekend dat de prijs van 1 liter BMK-olie (eigen productie)
€ 238,02 bedraagt.
Uit chatberichten d.d. 12-05-2021 van de groepschat, waarvan [verdachte] ( [alias verdachte] ), [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ), [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en nog een onbekende ANØM-gebruiker, deel uitmaken, stuurt [verdachte] een berichtje door van “ [gebruikersnaam 6] ” met enkele prijzen. Hieruit blijk dat “for” (de rechtbank begrijpt: 1 liter formamide) € 13,- kost en “Mier” (de rechtbank begrijpt: 1 liter mierenzuur) € 8,- kost. De rechtbank neemt deze bedragen als uitgangspunt.
Overwogen is reeds dat [verdachte] voor 1 liter zoutzuur € 6,50 betaalde.
Dit houdt in dat de kosten voor het produceren van 1 liter amfetamine-olie (€ 268,97 / 0,95 liter =) € 283,13 bedragen. [57]
Kosten voor benodigde hardware voor de productie van BMK- en amfetamine-olie
In de productielocatie in Ruppach-Goldhausen werd zowel de omzetting van “Apaan / Mapa” naar BMK als de omzetting van BMK naar amfetamine-olie uitgevoerd. Hiervoor werd onder andere gebruik gemaakt van glazen kolven (bollen) en gasbranders.
Omdat uit het onderzoek niet duidelijk is geworden wat de kosten voor de benodigde hardware, overige (laboratorium) materiaal en overig klein materiaal/gereedschap bedroegen, zijn in de berekening de stelposten van € 8,25 per liter amfetamine-olie en € 7,82 per liter BMK-olie uit het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] gehanteerd. [58]
Totale kosten aan chemicaliën en hardware voor BMK-olie en amfetamine-olie
Uitgaande van bovenstaande bevindingen betekent dit dat de kosten van chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter BMK-olie (€ 238,02 + € 7,82 =) € 245,84 zijn.
Uitgaande van bovenstaande bevindingen betekent dit dat de kosten van chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter amfetamine-olie (€ 283,13 + € 8,25 =) € 291,38 zijn. [59]
In de productielocatie in Ruppach-Goldhausen is minimaal 2108 liter BMK-olie (“ruwe” en “vacuüm”) en minimaal 978,5 liter amfetamine-olie geproduceerd
De totale kosten aan chemicaliën en hardware bedragen: [60]
Chemicaliën en hardware
Kosten
2108 liter x € 245,84 =
€ 518.230,72
978,5 liter x € 291,38 =
€ 285.115,33
Totaal
€ 803.346,05
Kosten voor de huur van de productielocatie Ruppach-Goldhausen
Uit feiten en omstandigheden is niet bekend geworden wat er aan huur is betaald voor de
productielocatie in Ruppach-Goldhausen.
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [naam 14] ) en [verdachte] ( [alias verdachte] ) en tussen [medeverdachte 8] ( [naam 14] ) en [medeverdachte 5] ( [gebruikersnaam 3] ) zegt [medeverdachte 8] dat de “plek” (de rechtbank begrijpt: de productielocatie in Ruppach-Goldhausen) hem € 10.000,- per week kost.
De rechtbank acht het aannemelijk dat er huur is betaald voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen en hanteert in de berekening van de huurkosten het bedrag van
€ 10.000,- per week.
Uit eerdere chatberichten blijkt dat op 20 februari 2021 begonnen is met de opbouw van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen. Op 7 juni 2021 is door de Duitse politie aldaar een inval gedaan. Gelet hierop hebben de betrokken veroordeelden aldus van 20 februari 2021 tot en met 7 juni 2021 (15 weken en 2 dagen) gebruik gemaakt van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen. Dit houdt in dat de huurkosten worden geschat op (15 weken x
€ 10.000,- = € 150.000,-) + ((€ 10.000,- : 7 dagen) x 2 dagen) = € 2.857, 14 =)
€ 152.857,14. [61]
Loonkosten
De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat veroordeelden [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 11] en [medeverdachte 12] en vier niet geïdentificeerde personen geldbedragen (in de vorm van loon) hebben ontvangen voor hun werkzaamheden bij de productie en/of het vervoer van BMK en/of amfetamine-olie. Tijdens het onderzoek met betrekking tot de productielocatie in Ruppach-Goldhausen is niet van iedereen bekend geworden welke geldbedragen ze hebben ontvangen voor hun werkzaamheden. Bij het berekenen van de loonkosten is door de politie onder andere gebruik gemaakt van de bevindingen uit de productielocaties in Lanaken en Kassel. De rechtbank ziet geen aanleiding om van deze berekening af te wijken.
[medeverdachte 5]
Tijdens het onderzoek is onbekend gebleven wat [medeverdachte 5] aan loon heeft ontvangen voor het produceren van amfetamine-olie, het “op pH zetten” van BMK-olie en overige werkzaamheden. De rol die [medeverdachte 5] vervulde komt nagenoeg overeen met de rol die [medeverdachte 13] vervulde in de productielocatie in Kassel. Zowel [medeverdachte 5] als [medeverdachte 13] bouwde de betreffende locatie op en produceerde amfetamine-olie. [62] De rechtbank ziet – anders dan de verdediging in de zaak van [medeverdachte 5] – gezien de vergelijkbare rollen aanleiding om bij de berekening van de loonkosten van [medeverdachte 5] in Ruppach-Goldhausen aansluiting te zoeken bij die van [medeverdachte 13] in Kassel. In zoverre wordt het verweer van de verdediging verworpen.
Er is door de politie in haar berekening aangenomen dat [medeverdachte 13] in de productielocatie Kassel € 54,11 verdiende voor het produceren van 1 liter amfetamine-olie. De rechtbank ziet geen aanleiding om bij de berekening hiervan af te wijken en verwijst ook naar haar overweging in dit kader in de berekening ten aanzien van de productielocatie in Kassel (Duitsland).
Gezien het feit dat [medeverdachte 5] nagenoeg dezelfde rol vervulde als [medeverdachte 13] , neemt de rechtbank aan dat [medeverdachte 5] een bedrag van (978,5 liter amfetamine-olie x € 54,11 per liter =) € 52.946,64 heeft ontvangen voor het produceren van amfetamine-olie.
In de zaak van [medeverdachte 5] is door de verdediging tevens aangevoerd dat het OM in de berekening heeft nagelaten rekening te houden met de omstandigheid dat [medeverdachte 5] slecht behandeld werd en dat er verschillende aanwijzingen zijn die het aannemelijk maken dat [medeverdachte 5] niet betaald is. Met verwijzing naar een chatgesprek van 15 april 2021 (p. 4925 van het einddossier) tussen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] , waarin [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 8] zegt dat “ [bijnaam 7] ” (de bijnaam van [medeverdachte 5] ) “die 30” (de rechtbank begrijpt: € 30.000,-) kan vergeten, dient het bedrag van € 52.946,64 verlaagd te worden met € 30.000,- tot € 22.946,64.
De rechtbank overweegt dat het dossier onvoldoende aanwijzingen bevat dat dit bedrag van € 30.000,- niet aan [medeverdachte 5] is uitbetaald. De rechtbank plaatst het door de verdediging aangehaalde chatgesprek tussen [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] in de context van de andere berichten op die dag, waaruit volgt dat [medeverdachte 5] zich kennelijk wilde ziekmelden bij [medeverdachte 3] , en een chatbericht tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] van enkele uren later die dag, waarin [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 3] zegt: “Alles is gesmolten”. [63] Gelet hierop acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 5] die werkzaamheden uiteindelijk heeft verricht en daarvoor is betaald.
In een chatgesprek van 25 februari 2021 zegt [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 2] dat hij € 7.500,- kreeg. [64] Door de verdediging is in de zaak [medeverdachte 5] betoogd dat dit bedrag niet kan worden betrokken in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, omdat niet voldoende is gebleken dat dit bedrag daadwerkelijk aan [medeverdachte 5] zou zijn uitbetaald. Door de verdediging is aangevoerd dat het OM dit bedrag heeft gebaseerd op genoemd chatgesprek, maar dat [medeverdachte 2] in dat chatgesprek zei dat hij dit niet geloofde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat in de periode van 24 februari 2021 tot en met 3 maart 2021 “Mapa” is omgezet naar BMK-olie. [65] Gezien het feit dat [medeverdachte 5] in de periode 21 mei 2021 tot en met 28 mei 2021 minimaal 600 liter BMK-olie “op pH heeft gezet”, [66] wordt aangenomen dat hij in deze periode ook een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen voor deze werkzaamheden. Wat door de verdediging in dit kader naar voren is gebracht, leidt niet tot een ander oordeel. De omstandigheid dat [medeverdachte 2] niet geloofde dat [medeverdachte 5] € 7.500,- zou krijgen, betekent geenszins dat [medeverdachte 5] dat bedrag niet heeft ontvangen. Ook haar verweer dat het bedrag van € 7.500,- al zou zijn opgenomen in het totaalbedrag van € 22.946,64 slaagt niet. Met het OM is de rechtbank van oordeel dat de betaling van het bedrag van
€ 7.500,- betrekking heeft op andere werkzaamheden. Dit bedrag is aan [medeverdachte 5] betaald voor het “op pH zetten” van BMK-olie in de periode van 21 tot en met 28 mei 2024. Van enige dubbeltelling, zoals door de verdediging is betoogd, is daarom geen sprake.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 5] in totaal een bedrag van
(€ 52.946,64 + € 7,500,- =) € 60.446,64 (afgerond € 60.446,-) heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. [67]
[medeverdachte 1]
heeft in periode van 9 mei 2021 tot en met 13 mei 2021 minimaal 600 liter
BMK-olie “op pH gezet”. [68]
In de zaak van [medeverdachte 1] is door de verdediging aangevoerd dat niet is gebleken dat [medeverdachte 1] enige betaling hiervoor heeft ontvangen. De verdediging stelt dan ook dat deze productielocatie niet betrokken moet worden in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van [medeverdachte 1] .
De rechtbank verwerpt dit verweer. Niet aannemelijk is dat [medeverdachte 1] de werkzaamheden zou verrichten zonder daarvoor betaald te krijgen. Omdat bij [medeverdachte 5] wordt aangenomen dat hij een bedrag (loon) van € 7.500,- heeft ontvangen voor het “op pH zetten” van BMK-olie, wordt aangenomen dat [medeverdachte 1] voor dezelfde werkzaamheden ook een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is [medeverdachte 1] in totaal een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
[medeverdachte 2] .
In chatberichten tussen [medeverdachte 6] ( [naam 15] ) en [medeverdachte 5] ( [gebruikersnaam 3] ) van 25 februari 2021 wordt gezegd dat [medeverdachte 2] waarschijnlijk tussen de € 3.500,- en € 3.000,- gaat krijgen. Ook wordt gezegd dat aan [medeverdachte 2] € 2.500,- was beloofd. [69]
In chatberichten tussen [medeverdachte 1] ( [naam 2] ) en [naam 11] (identiteit onbekend) van 18 mei 2021 zegt [naam 11] tegen [medeverdachte 1] dat ze “7,5” (de rechtbank begrijpt: € 7.500,-) krijgen als ze “500” (kilo “Apaan / Mapa”) smelten. [medeverdachte 1] zegt tegen [naam 11] dat hij tegen “ [bijnaam 8] ” (de bijnaam van [medeverdachte 2] ) moet zeggen dat hij sowieso de € 7.500,- krijgt. [70]
In de chatberichten wordt over verschillende bedragen (€ 3.500,-, € 3.000,-, € 2.500,- en
€ 7.500,-) gesproken die [medeverdachte 2] zou krijgen voor zijn werkzaamheden. Aangenomen wordt dat [medeverdachte 2] voor productieronden 1, 2, 7, 9 en 10 telkens een bedrag van € 3.000,- heeft ontvangen en voor productieronde 8 een bedrag van € 7.500,- heeft ontvangen.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 2] een bedrag van ((5 x € 3.000,- =
€ 15.000,-) + € 7.500,- =) € 22.500,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
[medeverdachte 14]
In de zaak van [medeverdachte 14] is door de verdediging in de eerste plaats aangevoerd dat het dossier geen chatberichten bevat waaruit kan worden afgeleid dat aan [medeverdachte 14] enige betaling moest worden verricht. Daarbij komt nog dat [medeverdachte 14] laag in de rangorde stond. Ook is aangevoerd dat er onder hem geen geldbedrag (of waardevolle eigendommen) zijn aangetroffen. In de ogen van de verdediging kan enig wederrechtelijk verkregen voordeel bij [medeverdachte 14] dus niet worden vastgesteld.
De rechtbank overweegt het volgende. De omstandigheid dat [medeverdachte 10] laag in de rangorde stond, maakt niet dat aannemelijk is dat hij voor zijn werkzaamheden in het geheel niet is uitbetaald. [medeverdachte 14] is in Ruppach-Goldhausen betrokken geweest bij productieronden 3, 4, 5, 6 en 9. De rol die hij daarbij vervulde, kwam nagenoeg overeen met de rol van [medeverdachte 2] . [71] De rechtbank ziet hierin voldoende aanleiding om voor [medeverdachte 14] aan te sluiten bij het bedrag dat [medeverdachte 2] per ronde kreeg uitbetaald voor zijn werkzaamheden. De rechtbank acht daarom voldoende aannemelijk dat ook [medeverdachte 14] een bedrag van € 3.000,- per productieronde heeft ontvangen. Ook ziet de rechtbank in de werkzaamheden van de betrokken medeveroordeelden op deze productielocatie in vergelijking met die van [medeverdachte 14] geen aanleiding om in het voordeel van laatstgenoemde het ontvangen bedrag aan loon te matigen. De rechtbank verwerpt het verweer op alle onderdelen.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 14] een bedrag van (5 x € 3.000,- =) € 15.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden.
[medeverdachte 12]
Tijdens het onderzoek is het onbekend gebleven wat [medeverdachte 12] aan loon heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen. Voor wat betreft de productielocatie in Kassel, waar [medeverdachte 12] ook werkzaamheden heeft verricht, is aangenomen dat hij een bedrag van € 16.000,- per maand had ontvangen voor zijn werkzaamheden. Dit is € 4.000,- per week. [72]
In de zaak van [medeverdachte 12] is door de verdediging aangevoerd dat niet aannemelijk is geworden dat [medeverdachte 12] in genoemde periode iedere week € 4.000,- ontving.
In zijn schriftelijke reactie van 25 september 2024 zag het OM aanleiding om, gelet op het chatbericht van [medeverdachte 8] van 28 mei 2021 [73] waarin [medeverdachte 8] zei dat hij [medeverdachte 12] de laatste drie weken voor een “rooitje” (de rechtbank begrijpt: € 1.000,-) meer had ingedeeld, de ontnemingsvordering in de zaak van [medeverdachte 12] te wijzigen met dien verstande dat deze van € 48.000,- is verlaagd naar € 37.000,-.
De rechtbank volgt in het voordeel van [medeverdachte 12] het OM in zijn herziene berekening. Uit de chatberichten blijkt dat [medeverdachte 12] in de periode van 11 maart 2021 tot en met 6 juni 2021 (12 weken) werkzaamheden heeft verricht voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen. [74] Kennelijk acht het OM acht voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 12] voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen een bedrag van ((7 x € 3.000,-) = € 21.000,- + (4 x € 4.000,-) = € 16.000,- =) € 37.000,- heeft genoten. Dit betreft een periode van 11 weken in plaats van eerdergenoemde 12 weken. Hierop wordt het bedrag van € 16.000,- (verdiensten productielocatie in Kassel) in mindering gebracht, omdat deze verdiensten in dezelfde periode vallen als de verdiensten van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen en [medeverdachte 12] gelijktijdig zijn werkzaamheden verrichtte voor beide locaties.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 12] een bedrag van (€ 37.000,- minus
€ 16.000,- =) € 21.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen.
[medeverdachte 11]
Door de verdediging is in de zaak van [medeverdachte 11] aangevoerd dat er € 1.000,- per week in mindering gebracht dient te worden op het gevorderde bedrag, omdat uit het dossier volgt dat medeveroordeelde [medeverdachte 12] voor 28 mei 201 € 3.000,- per week ontving (en eerst
€ 4.000,-) per week. Omdat [medeverdachte 11] qua verdiensten gelijk werd gesteld met [medeverdachte 12] , dient dat ook voor [medeverdachte 11] te gelden, aldus de verdediging.
Uit de chatberichten blijkt dat [medeverdachte 11] in de periode van 18 maart 2021 tot en met 6 juni 2021 (11 weken) werkzaamheden heeft verricht voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen. [75] [medeverdachte 8] berichtte op 28 mei 2021 dat bij [medeverdachte 12] de laatste drie weken voor een “rooitje” (de rechtbank begrijpt: € 1.000,-) meer had ingedeeld. [76]
In de berekening met betrekking tot de productielocatie in Kassel, alwaar [medeverdachte 11] ook werkzaamheden heeft verricht, is aanvankelijk aangenomen dat [medeverdachte 11] een bedrag (loon) van € 16.000,- per maand heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. Dit is € 4.000,- per week. [77]
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het aannemelijk is dat [medeverdachte 11] voor zijn werkzaamheden een bedrag heeft ontvangen van ((7 x € 3.000,-) = € 21.000,- + (4 x
€ 4.000,-) = € 16.000,- =) € 37.000,-. Hierop wordt het bedrag van € 16.000,- (verdiensten productielocatie Kassel) in mindering gebracht, omdat deze verdiensten in dezelfde periode vallen als de verdiensten van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen en [medeverdachte 11] gelijktijdig werkzaamheden verrichtte voor beide locaties.
Dit betekent dat voldoende aannemelijk is dat ook [medeverdachte 11] een bedrag (loon) van
(€ 37.000,- minus € 16.000,- =) € 21.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Ruppach-Goldhausen.
“ [naam 10] ”, “ [naam 11] ”, “ [naam 12] ” en “ [naam 13] ”
Uit de chatberichten blijkt dat ook de onbekend gebleven personen die de gebruik maakten van de ANØM-accounts “ [naam 10] ” en “ [naam 11] ” en de onbekend gebleven personen “ [naam 12] ” en “ [naam 13] ” werkzaamheden hadden verricht in productielocatie in Ruppach-Goldhausen.
Tijdens het onderzoek is het onbekend gebleven wat zij aan loon hebben ontvangen voor zijn werkzaamheden. In navolging van de politie acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat zij dezelfde verdiensten hebben ontvangen als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 14] , te weten
€ 3.000,- per productieronde.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank aldus aannemelijk dat:
  • “ [naam 10] ” een bedrag (loon) van € 3.000,- heeft ontvangen;
  • “ [naam 11] ” een bedrag (loon) van € 6.000,- heeft ontvangen;
  • “ [naam 12] ” een bedrag van (loon) van € 3.000,- heeft ontvangen;
  • “ [naam 13] ” een bedrag (loon) van € 3.000,- heeft ontvangen.
Totale loonkosten
De rechtbank berekent het totaal aan loonkosten voor de productielocatie in Ruppach-Goldhausen als volgt:
Naam
Loonkosten
[medeverdachte 5]
€ 60.446,-
[medeverdachte 1]
€ 7.500,-
[medeverdachte 2]
€ 22.500,-
[medeverdachte 14]
€ 15.000,-
[medeverdachte 11]
€ 21.000,-
[medeverdachte 12]
€ 21.000,-
“ [naam 10] ”
€ 3.000,-
“ [naam 11] ”
€ 6.000,-
“ [naam 12] -persoon”
€ 3.000,-
“ [naam 13] ”
€ 3.000,-
Totaal
€ 162.446,-
Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Uit de onderstaande tabel volgt dat het geschatte wederechtelijk verkregen voordeel bruto
€ 1.986.520,- bedraagt en netto € 867.870,81:
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Kosten
Bedrag
Totaal
978,5 liter amfetamine-olie (978,5 x € 920,00=)
€ 900.220,00
2.100 liter “ruwe” BMK (2.100 x
€ 515,00 =)
€ 1.081.500,00
8 liter vacuüm BMK" (8 x € 600,00 =)
€ 4.800,00
Bruto
€ 1.986.520,00
Kosten chemicaliën + Hardware
€ 803.346,05
Huurkosten
€ 152.857,14
Loonkosten
€ 162.446,00
Totaalkosten
- € 1.118.649,19
Netto
€ 867.870,81
De rechtbank schat het totale wederrechtelijk verkregen voordeel voor de locatie Ruppach-Goldhausen aldus op een bedrag van € 867.870,- (afgerond).
Toerekening van het voordeel [79]
De productielocatie in Ruppach-Goldhausen is in opdracht van [verdachte] en [medeverdachte 8] opgebouwd en vervolgens is in hun opdracht BMK- en amfetamine-olie geproduceerd.
[medeverdachte 3] was de uitvoerder voor [verdachte] .
In hun min of meer gelijkwaardige rollen en betrokkenheid ziet de rechtbank aanleiding om aan [verdachte] en [medeverdachte 8] ieder afzonderlijk 40% van het wederrechtelijk verkregen voordeel toe te rekenen. De rechtbank rekent aan [medeverdachte 3] , gezien zijn rol en betrokkenheid, (ten minste) 20% van het wederrechtelijk verkregen voordeel toe.
Het voorgaande betekent dat [verdachte] en [medeverdachte 8] ten aanzien van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen beiden afzonderlijk een wederrechtelijk verkregen voordeel hebben verkregen van (€ 867.870 x 0,4 =) € 347.148,- en dat [medeverdachte 3] een wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen van (€ 867.870 x 0,2 =) € 173.574,-.
Tussenconclusie III: wederrechtelijk verkregen voordeel per betrokken veroordeelde ten aanzien van de productielocatie in Ruppach-Goldhausen
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank de bedragen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel met betrekking tot de productielocatie in Ruppach-Goldhausen worden geschat vast op:
  • ten aanzien van [verdachte] : € 347.148,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 8] : € 347.148,-
  • ten aanzien van [medeverdachte 3] : € 173.574,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 5] : € 60.446,- (afgerond);
  • ten aanzien van [medeverdachte 1] : € 7.500,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 2] : € 22.500,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 14] : € 15.000,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 11] : € 21.000,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 12] : € 21.000,-.
4.4.
Wederrechtelijk verkregen voordeel productielocatie Kassel (Duitsland).
Drugsproductielocatie voor precursor BMK en amfetamine; periode
Uit onderzoek is gebleken dat in de periode tussen 19 mei 2021 tot en met 6 juni 2021 de productielocatie in Kassel is gebruikt voor:
a. a) het produceren van BMK en
b) het produceren van amfetamine-olie. [80]
Productieperioden in productielocatie Kassel naar aanleiding van chatberichten
Periode 19 mei 2021 tot en met 25 mei 2021 (bron OBRAA20012-2947A) (ronde 1)
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en [medeverdachte 13] ( [naam 16] ) van 24 mei 2021 zegt [medeverdachte 8] dat de bus morgenvroeg geladen kan worden met 100/150 liter (de rechtbank begrijpt: amfetamine-olie) en om 5 uur kan vertrekken. [medeverdachte 8] stuurt een stash waarin 300 liter (de rechtbank begrijpt: amfetamine-olie). [medeverdachte 13] zegt dat hij “China” met de bus laat rijden. [medeverdachte 8] zegt dat ze meteen naar “Kerkie” (de rechtbank begrijpt: Kerkrade) naar “ [bijnaam 9] ” (de bijnaam van [medeverdachte 12] ) moeten rijden en dat de stash niet te zwaar beladen mag worden. [medeverdachte 13] zegt dat ze wel wat dozen voor de kannen zetten. [81]
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en [medeverdachte 13] ( [naam 16] ) van 25 mei 2021 vraagt [medeverdachte 8] hoe het loopt. [medeverdachte 13] zegt dat hij niet mag klagen en dat “China” 160 liter (de rechtbank begrijpt: amfetamine-olie) heeft meegenomen. [82]
In chatberichten tussen [medeverdachte 13] ( [naam 16] ) en [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) van 25 mei 2021 zegt [medeverdachte 13] dat er nu 246 liter (de rechtbank begrijpt: amfetamine-olie) boven staat. [83]
Uit chatberichten blijkt aldus dat in de genoemde periode minimaal (300 + 160 liter + 246 liter =) 706 liter amfetamine-olie is geproduceerd.
Periode 31 mei 2021 tot en met 6 juni 2021 (bron OBRAA20012-2947A) (ronde 2)
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en [medeverdachte 11] ( [gebruikersnaam 5] ) van 5 juni 2021 zegt [medeverdachte 11] dat “hij” (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 13] ) er nu eindelijk 260 (de rechtbank begrijpt: 260 liter amfetamine-olie) klaar heeft staan en vraagt aan [medeverdachte 8] of hij dat moet ophalen of nog moet wachten. [medeverdachte 8] zegt dat hij het maar moet pakken. [medeverdachte 11] zegt dat hij nu wegrijdt en de 260 (de rechtbank begrijpt: 260 liter amfetamineolie) gaat halen. [medeverdachte 11] vraagt of [medeverdachte 8] “ [bijnaam 9] ” (de bijnaam van [medeverdachte 12] ) kan appen en waar hij naar toe moet rijden. [medeverdachte 8] zegt dat hij naar “Kerkie” (de rechtbank begrijpt: Kerkrade) moet en dat [medeverdachte 12] hem daar opvangt. [medeverdachte 8] zegt verder dat ze in Maasmechelen even mixen en overladen. Later zegt [medeverdachte 11] dat de liters zijn uitgeladen in MM (de rechtbank begrijpt: Maasmechelen). [84]
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en [medeverdachte 13] ( [naam 16] ) zegt [medeverdachte 13] dat ze er 489 L (de rechtbank begrijpt: 489 liter amfetamine-olie) erbij hebben.
Uit chatberichten blijkt aldus dat in de genoemde periode minimaal (260 liter + 489 liter =) 749 liter amfetamine-olie is geproduceerd.
Verweer [medeverdachte 8]
In de zaak van [medeverdachte 8] zijn door de verdediging met betrekking tot Kassel in beginsel dezelfde verweren gevoerd als ten aanzien van Ruppach-Goldhausen. De rechtbank verwijst op dit punt allereerst naar haar overwegingen ten aanzien van deze verweren opgenomen onder 4.3. In het bijzonder overweegt de rechtbank met betrekking tot Kassel nog als volgt.
Er is verweer gevoerd op de door de politie berekende hoeveelheid van 1455 liter geproduceerde amfetamine-olie in Kassel. In de ogen van de verdediging moet in dit kader worden aangesloten bij de hoeveelheden die door het OM in het requisitoir zijn genoemd. De verdediging stelt dat er in de productielocatie in Kassel hoogstens 800 liter amfetamine-olie is geproduceerd. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de inhoud van het ontnemingsrapport op dit punt. Uit de bewijsmiddelen, in het bijzonder de hiervoor aangehaalde chatgesprekken, blijkt genoegzaam dat in de periode van 19 mei 2021 tot en met 6 juni 2021 in de productielocatie in Kassel minimaal (706 + 749 =) 1455 liter amfetamine-olie is geproduceerd.
Het verweer van de verdediging dat in de berekening onterecht geen rekening is gehouden met eventuele dubbeltelling van BMK-olie en amfetamine-olie snijdt voor wat betreft de productielocatie in Kassel geen hout. De rechtbank overweegt dat de berekening ten aanzien van Kassel enkel is gebaseerd op amfetamine-olie.
Verder is door de verdediging aangevoerd dat in de berekening ten onrechte geen rekening is gehouden met door de politie aangetroffen restanten in Kassel. Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het ontnemingsrapport echter dat de politie in haar berekening niet is uitgegaan van de totale hoeveelheid aan geproduceerde liters maar enkel van de vervoerde (opgehaalde) liters amfetamine-olie, zoals uit de hierboven weergegeven chatgesprekken volgt.
Tot slot is door de verdediging aangevoerd dat niet is gebleken dat de geproduceerde hoeveelheid amfetamine-olie daadwerkelijk is verkocht en dus kan niet worden gesteld dat er sprake is geweest van enig wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank overweegt dat de omstandigheid dat het dossier geen chatberichten zou bevatten waaruit kan worden afgeleid dat er daadwerkelijk amfetamine-olie is verkocht, niet betekent dat er geen verkoop heeft plaatsgevonden. Verwezen wordt ook naar hetgeen hierover staat overwogen bij Ruppach-Goldhausen. Overigens volgt uit bijvoorbeeld het chatgesprek tussen [medeverdachte 13] en [naam 17] van 24 mei 2021 [85] wel degelijk dat er is gesproken over verkoop. In dat gesprek ging het om de verkoop van 850 liter amfetamine-olie.
Ook met betrekking tot de productielocatie in Kassel wordt het verweer van de verdediging in de zaak [medeverdachte 8] op al zijn onderdelen verworpen.
Opbrengst
Naar het oordeel van de rechtbank is aldus voldoende aannemelijk geworden dat in de periode van 19 mei 2021 tot en met 6 juni 2021 in de productielocatie Kassel minimaal 1455 liter amfetamine-olie is geproduceerd. De rechtbank gaat aldus in haar berekening uit van een geproduceerde hoeveelheid van 1455 liter amfetamine-olie.
Prijs liter amfetamine-olie
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en [medeverdachte 13] ( [naam 16] ) zegt [medeverdachte 8] dat hij geen 600 liter (amfetamine-olie) onbewaakt wil laten liggen in de productielocatie Kassel, omdat dit toch “500 kop” (de rechtbank begrijpt: € 500.000,-) is. Dit houdt in dat de prijs van 1 liter amfetamine-olie volgens [medeverdachte 8] (€ 500.000,- : 600 liter =) € 833,33 (afgerond
€ 833,-) bedraagt. [86] In haar berekening van de (bruto) opbrengst zal de rechtbank in navolging van de politie de literprijs van € 833,- hanteren.
(Bruto) opbrengst
Uitgaande van de minimale 1.455 geproduceerde liters amfetamine-olie en een literprijs van € 833,00 berekent de rechtbank de (bruto) opbrengst op (1.455 liter x € 833,- =)
€ 1.212.015,-. [87]
Nr.
Periode
Liters amfetamine-olie
(bruto) Opbrengst
1
19-05-2021 tot en met 25-05-2021
706 liter x € 833,- =
€ 588.098,-
2
31-05-2021 tot en met 06-06-2021
749 liter x € 833,- =
€ 623.917,-
Totaal
1455 liter x € 833,- =
€ 1.212.015.-
Relevante aftrekbare kosten
Kosten voor de omzetting van een pre-precursor (“Apaan / Mapa”) naar BMK
Uit het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] blijkt dat voor het produceren van BMK de volgende stoffen nodig zijn: [88]
Chemische stof
Hoeveelheid
Pre-precursor
1,0 kilogram
Water
0,6 liter
Fosforzuur
1,5 liter
De veroordeelden in het onderzoek Totnes hebben zeer waarschijnlijk de pre-precursor “Mapa” gebruikt, maar noemen deze pre-precursor “AP” en/of “APP” doelend op de stof “Apaan”. In verschillende chatberichten wordt de term “166” of “16648” gebruikt. Met deze term wordt zeer waarschijnlijk Methyl-alfa-fenylacetoacetaat (“Mapa”) met het CAS-nummer 16648-44-5 bedoeld. [89]
Voor het beschrijven van de kosten voor de omzetting van een pre-precursor naar BMK is de volgende onderverdeling gemaakt.
Mengverhouding voor het produceren van BMK
Uit chatberichten d.d. 14-04-2021 van de groepschat, waarvan [verdachte] ( [alias verdachte] ), [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ), de gebruiker van “ [gebruikersnaam 6] ” (identiteit onbekend), de gebruiker van “ [gebruikersnaa] ” (identiteit onbekend) en nog een onbekende ANØM-gebruiker deel uit maakten, blijkt dat [medeverdachte 13] bij het produceren van BMK de volgende mengverhouding hanteerde: 1 kg pre-precursor (“Apaan / Mapa”), 1,5 liter “fos” (de rechtbank begrijpt: fosforzuur) en 0,5 liter water. [90]
De rechtbank zal in de berekening uitgaan van deze mengverhouding.
Opbrengst BMK uit 1 kg “Apaan / Mapa”
Uit chatberichten d.d. 23-04-2021 tussen [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ) en “ [naam 19] ” blijkt “ [naam 19] ” 60 “B” (de rechtbank begrijp: BMK) heeft gehaald uit 100 kg (de rechtbank begrijpt: Apaan). [medeverdachte 13] zegt dat dit te weinig is en dat er 75 (BMK) tot 80 (BMK) uit moet komen. [91]
Voor de berekening van de opbrengst van BMK uit 1 kg “Apaan /Mapa” is de rechtbank uitgegaan van de hierboven genoemde 0,75 liter BMK uit 1 kg “Apaan /Mapa”.
Prijs “Apaan / Mapa”
In een chatbericht tussen [verdachte] ( [bijnaam 5] ) en [medeverdachte 1] ( [naam 18] ) van 22 mei 2021 zegt [verdachte] dat er veel geld in het hok van “ [bijnaam 10] ” (de bijnaam van [medeverdachte 13] ) zit. Alleen de “AP” (“Apaan / Mapa”) kost al € 202.000,-. [92] Uit het chatbericht tussen [medeverdachte 13] ( [naam 16] ) en [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) van 20 mei 2021 zegt [medeverdachte 13] dat alle 1500 (de rechtbank begrijpt: kilo “Apaan /Mapa”) die avond zijn gesmolten. [93] Dit betekent dat de kosten van 1 kilo “Apaan /Mapa” (€ 202.000,- : 1500 =) € 134,66 (afgerond € 135,-) bedragen.
Prijs fosforzuur
Uit een chatbericht d.d. 12-05-2021 van de groepschat, waarvan [verdachte] ( [alias verdachte] ), [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ), [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en een onbekend gebleven ANØM-gebruiker, deel uitmaken, stuurt [verdachte] een berichtje door van “ [gebruikersnaam 6] ” met enkele prijzen. [94] Hieruit blijkt dat de prijs voor “Phos” (de rechtbank begrijpt: 1 liter fosforzuur) € 10,- bedraagt.
Prijs water
Zoals onder 4.1 reeds is overwogen, zal de rechtbank voor wat betreft water de prijs van
€ 0,02 per liter hanteren.
Berekening van kosten voor het produceren van 1 liter BMK
Als de genoemde prijzen worden doorgerekend in de benodigde hoeveelheden om 0,75 liter BMK te produceren, levert dit het volgende kostenoverzicht op: [95]
Chemische stof
Hoeveelheid
Kosten
“Apaan / Mapa”
1,0 kilogram
€ 135,00
Water
0,5 liter (€ 0,02 : 2 =)
€ 0,01
Fosforzuur
1,5 liter (€ 10,00 x 1,5 =)
€ 15,00
Totaal
€ 150,01
Dit houdt in dat de kosten voor het produceren van 1 liter BMK (€ 150,01/0,75 liter =)
€ 200,01 (afgerond € 200,-) bedragen. [96]
Mengverhouding voor het produceren van amfetamine-olie
Uit chatberichten d.d. 20-04-2021 tussen [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ) en de gebruiker van “ [naam 19] ” (identiteit onbekend), blijkt dat [medeverdachte 13] op elke liter “b” (de rechtbank begrijpt: BMK) 1,6 liter “for” (de rechtbank begrijpt: formamide), 0,8 “Mier” (de rechtbank begrijpt: 0,8 liter mierenzuur), 1 liter water en 0,5 kg “loog” (de rechtbank begrijpt: caustic soda) gebruikt voor het produceren van amfetamine-olie. Verder zegt [medeverdachte 13] dat hij al lang draait op deze formule en dat dit de beste formule is die er is. [97]
De rechtbank stelt vast dat in de berekening van de politie (p. 658) weliswaar is gerelateerd dat de politie voor wat betreft de berekening van de kosten voor het produceren van amfetamine-olie is uitgegaan van de mengverhouding zoals deze uit genoemd chatbericht volgt, maar dat zij verderop in de berekening niet is uitgegaan van 0,5 kg caustic soda (“loog”), maar van 0,6 kg (de mengverhouding die verbalisant [verbalisant 2] als uitgangspunt neemt). In het voordeel van de veroordeelden zal de rechtbank in haar berekening uitgaan van een mengverhouding waarbij 0,6 kg caustic soda is gebruikt.
Het voorgaande betekent dat voor de productie van 1 liter amfetamine-olie de volgende mengverhouding wordt gehanteerd:
Chemische stof
Hoeveelheid
BMK
1,0 liter
Formamide
1,6 liter
Mierenzuur
0,8 liter
Caustic soda
0,6 kilogram
Water
1,0 liter
Opbrengst amfetamine-olie uit 1 liter BMK
Uit een chatbericht d.d. 20-04-2021 tussen [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ) en “ [naam 19] ”
zegt [medeverdachte 13] dat elke 100 “B” (de rechtbank begrijpt: BMK) minimaal 90 “A” (de rechtbank begrijpt: amfetamine-olie) moet geven. [98]
In haar berekening zal de rechtbank de opbrengst van 0,9 liter amfetamine uit 1 liter BMK hanteren.
Prijs BMK
De rechtbank heeft reeds berekend dat de prijs van 1 liter BMK-olie (eigen productie)
€ 200,- (afgerond) bedraagt.
Prijs formamide, mierenzuur en caustic soda
Uit chatberichten d.d. 12-05-2021 van de groepschat, waarvan [verdachte] ( [alias verdachte] ), [medeverdachte 13] ( [bijnaam 6] ), [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en een onbekend gebleven ANØM-gebruiker, deel uitmaken, stuurt [verdachte] een berichtje door van “ [gebruikersnaam 6] ” met enkele prijzen. Hieruit blijk dat “for” (de rechtbank begrijpt: een liter formamide) € 13,- kost, “Mier” (de rechtbank begrijpt: een liter mierenzuur) € 8,- en caustic soda per zak € 75,-. [99]
Omdat onbekend is gebleven hoeveel kilogram caustic soda in één zak zat, wordt de prijs, die [verbalisant 2] in zijn proces-verbaal van bevindingen heeft vermeld, gehanteerd, namelijk € 3,40 per kilogram.
Prijs water
De rechtbank heeft reeds overwogen dat zij in haar berekening een prijs van € 0,02 per liter water hanteert.
Berekening van de kosten voor 1 liter amfetamine
Als de genoemde prijzen worden doorgerekend in de benodigde hoeveelheden om 1 liter BMK om te zetten naar 0,9 liter amfetamine-olie, levert dit het volgende kostenoverzicht op: [100]
Chemische stof
Hoeveelheid
Kosten
BMK (eigen productie)
1,0 kilogram
€ 200,00
Formamide
1,6 liter (€ 13,00 x 1,6 =)
€ 20,80
Mierenzuur
0,8 liter (€ 8,00 x 0,8 =)
€ 6,40
Caustic Soda
0,6 kilogram (€ 3,40 x 0,6 =)
€ 2,04
Water
1,0 liter
€ 0,02
Totaal
€ 229,26
Dit houdt in dat de kosten voor het produceren van 1 liter amfetamine-olie (€ 229,26 / 0,9 liter =) € 254,73 bedragen.
Kosten voor de benodigde hardware voor de productie van BMK en amfetamine-olie.
In de productielocatie Kassel werd zowel de omzetting van “Apaan / Mapa” naar BMK als de omzetting van BMK naar amfetamine-olie uitgevoerd. In de productielocatie in Kassel werden drie RVS-reactievaten / ketels aangetroffen.
In het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 2] staat beschreven dat beide processen kunnen worden uitgevoerd in dezelfde hardware en dat de volgende prijzen worden aangehouden voor de benodigde hardware: [101]
Hardware
Kosten
RVS reactievat / ketel (1000 - 1500 liter)
€ 15.500,-
(Stoom)distillatie opstelling
€ 12.500,-
Overige (laboratorium) materiaal en vaatwerk
€ 3.500,-
Overige klein materiaal / gereedschap
€ 1.000,-
Totaal
€ 32.500,-
De rechtbank neemt in navolging van de politie dat er gemiddeld 20 keer van deze hardware gebruik gemaakt kan worden. [102] Als de kosten voor de aanschaf van de hardware gedeeld worden over 20 batches, komt dit neer op (€ 32.500,- : 20 =) € 1.625,- aan kosten per batch.
De politie heeft als uitgangspunt genomen dat in een 1.000 liter RVS-reactievat/ketel ongeveer 208 liter BMK kan worden omgezet naar ongeveer 197 liter amfetamine-olie als de opbrengt 0,95 liter amfetamine-olie bedraagt uit één liter BMK. De rechtbank heeft echter hiervoor al overwogen dat de opbrengst uit één liter BMK minimaal 0,9 liter amfetamine-olie bedraagt. De rechtbank zal die hoeveelheid in haar berekening als uitgangspunt nemen.
Uitgaande van een opbrengst van 0,9 liter amfetamine-olie kan 208 liter BMK worden omgezet in (208 liter x 0,9 =) 187,2 liter amfetamine-olie (afgerond 187 liter amfetamine-olie).
Dit betekent dat de kosten voor de hardware per liter amfetamine-olie (€ 1.625,- : 187 liter =) € 8,69 zijn.
Anders dan de politie zal de rechtbank deze kosten voor de hardware per liter amfetamine-olie niet vermenigvuldigen met 3 (het aantal aangetroffen RVS-reactievaten), omdat de kosten zijn berekend op basis van het aantal liters dat met een ketel gedraaid kan worden totdat deze volledig afgeschreven is. Met meer ketels kunnen meer liters worden gedraaid, maar daarmee stijgt niet de kostprijs per gedraaide liter amfetamine-olie.
Totale kosten aan chemicaliën en hardware voor de productie van amfetamine-olie
Uitgaande van bovenstaande bevindingen betekent dit dat de kosten aan chemicaliën en hardware voor de productie van 1 liter amfetamine-olie (€ 254,73 + € 8,69 =) € 263,42 zijn.
In de productielocatie Kassel is minimaal 1455 liter amfetamine-olie geproduceerd. De totale kosten aan chemicaliën en hardware bedragen daarom (1455 x € 263,42 =)
€ 383.276,10.
Kosten voor de huur van de productielocatie Kassel
Uit feiten en omstandigheden is niet bekend geworden wat er aan huur is betaald voor de
productielocatie in Kassel.
Uit chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en [verdachte] ( [alias verdachte] ) van 2 april 2021 volgt dat ze dat ze het een goede plek vinden en ze die pakken voor € 10.000,- per week. [103]
Gelet hierop acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat de huurkosten voor de productielocatie in Kassel € 10.000,- per week bedroegen.
Uit verschillende chatberichten blijkt dat op 10 mei 2021 begonnen is met de opbouw van de productielocatie Kassel. [104] Op 7 juni 2021 is door de Duitse politie een inval aldaar gedaan. Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat de veroordeelden van 10 mei 2021 tot en met 7 juni 2021 (in totaal 4 weken) gebruik hebben gemaakt van de productielocatie Kassel. De rechtbank schat dan ook de huurkosten op (4 x € 10.000,- =) € 40.000,-.
Loonkosten
Uit het onderzoek Totnes blijkt dat onder andere de veroordeelden [medeverdachte 13] , [medeverdachte 11] ,
[medeverdachte 12] en de onbekend gebleven personen die gebruik maakten van de accounts “ [naam account 1] ”, “ [naam account 2] ” en “ [naam account 3] ” geldbedragen (loon) hebben ontvangen voor werkzaamheden in de productielocatie Kassel.
[medeverdachte 13] [105]
In een al eerder aangehaald chatbericht tussen [medeverdachte 13] ( [naam 16] ) en [naam 17] ( [bijnaam 6] , zijnde de vriendin van [medeverdachte 13] ) van 24 mei 2021 zegt [medeverdachte 13] dat hij € 46.000,- verdient als ze 850 liter amfetamine-olie hebben en verkopen.
Dit betekent dat [medeverdachte 13] per liter amfetamine-olie (€ 46.000,- : 850 liter =)
€ 54,11 verdiende. Anders dan door de verdediging in de zaak van [medeverdachte 13] is aangevoerd, acht de rechtbank op grond van genoemd chatgesprek tussen [medeverdachte 13] en zijn vriendin voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 13] voor de geproduceerde hoeveelheid van 850 liter amfetamine-olie een bedrag van € 46.000,- heeft ontvangen. De rechtbank neemt daarom in haar berekening als uitgangspunt dat [medeverdachte 13] een bedrag van € 54,11 per liter amfetamine heeft verdiend. Door de verdediging is nog gesteld dat daar kosten van [medeverdachte 13] vanaf zouden moeten gaan, maar er is op geen enkele manier inzichtelijk gemaakt waaruit eventuele kosten van [medeverdachte 13] zouden hebben bestaan. De rechtbank gaat hier dan ook aan voorbij.
In de productielocatie Kassel is 1455 liter amfetamine-olie geproduceerd. Dit houdt in dat voldoende aannemelijk is dat [medeverdachte 13] minimaal (1455 liter x € 54,11 =) € 78.730,05 (afgerond € 78.730,-) heeft verdiend.
[medeverdachte 12] [106]
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en [medeverdachte 12] (a95f9c) van 28 mei 2021 zegt [medeverdachte 8] dat hij [medeverdachte 12] de laatste 3 weken voor een “rooitje” (de rechtbank begrijpt: € 1.000,-) meer had ingedeeld. [medeverdachte 8] zegt dat dit elke week 4K (de rechtbank begrijpt:
€ 4.000,-) was dus “16” (de rechtbank begrijpt: € 16.000,-) per maand voor 3 dagen werk.
Gezien het feit dat de productielocatie in Kassel vanaf 10 mei 2021 is opgebouwd en er tot 7 juni 2021 (vier weken) amfetamine-olie is geproduceerd, wordt aangenomen dat [medeverdachte 12] in deze vier weken een bedrag van € 16.000,- aan loon heeft ontvangen.
De rechtbank acht voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 12] een bedrag van € 16.000,- heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden in Kassel.
[medeverdachte 11] [107]
Tijdens het onderzoek is het onbekend gebleven wat [medeverdachte 11] aan loon heeft ontvangen
voor zijn werkzaamheden. Met het OM acht ook de rechtbank echter voldoende aannemelijk dat [medeverdachte 11] geld heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. In een chatbericht van 30 april 2021 tussen [medeverdachte 11] ( [gebruikersnaam 5] ) en de gebruiker “ [naam 20] ” (identiteit onbekend) zegt [medeverdachte 11] dat hij al 4 à 5 maanden bezig is en rond de € 40.000,- heeft gespaard.
Gelet op het feit dat de rol die [medeverdachte 11] vervulde nagenoeg overeenkomt met de rol van [medeverdachte 12] , acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat ook [medeverdachte 11] voor zijn werkzaamheden een bedrag van € 16.000,- aan loon heeft ontvangen.
“ [naam account 1] ”, “ [naam account 2] ” en “ [naam account 3] ” [108]
Gebleken is dat de gebruikers van de accounts “ [naam account 1] ”, “ [naam account 2] ” en “ [naam account 3] ” samen met [medeverdachte 13] betrokken waren bij de opbouw van de productielocatie in Kassel en de productie van amfetamine-olie aldaar.
In chatberichten tussen [medeverdachte 8] ( [alias medeverdachte 8] ) en de gebruiker van “ [naam 21] ” van 27 mei 2021 blijkt dat “ [naam 21] ” in opdracht van [medeverdachte 8] € 12.500,- naar “ [naam account 3] ” moet brengen en € 10.000,- naar “ [naam account 2] ”. “ [naam account 1] ” was evenals “ [naam account 3] ” ook bij de eerste en tweede productierondes betrokken.
Gelet hierop acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat zowel “ [naam account 1] ” als “ [naam account 3] ” voor hun werkzaamheden een bedrag van € 12.500,- aan loon heeft ontvangen en “ [naam account 2] ” een bedrag van € 10.000,-.
Totale loonkosten
De rechtbank berekent het totaal aan loonkosten voor de productielocatie in Kassel als volgt:
Naam
Loonkosten
[medeverdachte 13]
€ 78.730,-
[medeverdachte 12]
€ 16.000,-
[medeverdachte 11]
€ 16.000,-
“ [naam account 1] ”
€ 12.500,-
“ [naam account 3] ”
€ 12.500,-
“ [naam account 2] ”
€ 10.000,-
Totaal
€ 145.730,-
Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel
Uit de onderstaande tabel volgt dat het geschatte wederechtelijk verkregen voordeel bruto
€ 1.212.015,- bedraagt en netto € 643.008,90:
Wederrechtelijk verkregen voordeel
Kosten
Bedrag
1.455 liter x € 833,00 (bruto)
€ 1.212.015,00
Kosten chemicaliën + Hardware
€ 383.276,10
Huurkosten
€ 40.000,00
Loonkosten
€ 145.730,00
- € 569.006,10
Netto
€ 643.008,90
De rechtbank schat het totale wederrechtelijk verkregen voordeel voor de locatie in Kassel aldus op een bedrag van € 643.008,- (afgerond).
Toerekening van het voordeel
De productielocatie in Kassel is in opdracht van [verdachte] en [medeverdachte 8] opgebouwd en vervolgens is in hun opdracht amfetamine-olie geproduceerd. [verdachte] en [medeverdachte 8] hadden hierbij een min of meer gelijkwaardige sturende en financiële rol.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank met het OM dan ook aannemelijk dat [verdachte] en [medeverdachte 8] ieder 50% van het netto wederrechtelijk verkregen voordeel hebben verkregen.
Een en ander leidt tot de slotsom dat beiden ten aanzien van de productielocatie in Kassel afzonderlijk een wederrechtelijk verkregen voordeel hebben verkregen van (€ 643.008 : 2 =) € 321.504,-
Tussenconclusie IV: wederrechtelijk verkregen voordeel per betrokken veroordeelde ten aanzien van de productielocatie in Kassel
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank de bedragen waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel met betrekking tot de productielocatie in Kassel worden geschat vast op:
  • ten aanzien van [verdachte] : € 321.504,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 8] : € 321.504,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 13] : € 78.730,- (afgerond);
  • ten aanzien van [medeverdachte 12] : € 16.000,-;
  • ten aanzien van [medeverdachte 11] : € 16.000,-.
4.5.
Berekening totale wederrechtelijk verkregen voordeel per veroordeelde
Met inachtneming van al het voorgaande stelt de rechtbank het totaalbedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel per veroordeelde wordt geschat als volgt vast:
Veroordeelde
Tegelen
Lanaken
Ruppach-Goldhausen
Kassel
Totaal
[verdachte]
€ 63.846,-
€ 687.979,-
€ 347.148,-
€ 321.504,-
€ 1.420.477,-
[medeverdachte 3]
€ 15.961,-
€ 171.994,-
€ 173.574,-
€ 361.529,-
[medeverdachte 5]
€ 60.446,-
€ 60.446,-
[medeverdachte 1]
€ 60.012,-
€ 7.500,-
€ 67.512,-
[medeverdachte 2]
€ 4.738,-
€ 12.000,-
€ 22.500,-
€ 39.238,-
[medeverdachte 8]
€ 347.148,-
€ 321.504,-
€ 668.652,-
[medeverdachte 6]
€ 61.995,-
€ 61.995,-
[medeverdachte 14]
€ 15.000,-
€ 15.000,-
[medeverdachte 7]
€ 10.000,-
€ 60.000,-
€ 70.000,-
[medeverdachte 11]
€ 21.000,-
€ 16.000,-
€ 37.000,-
[medeverdachte 12]
€ 21.000,-
€ 16.000,-
€ 37.000,-
[medeverdachte 4]
€ 12.800,-
€ 12.800,-
[medeverdachte 13]
€ 78.730,-
€ 78.730,-
[medeverdachte 9]
€ 12.800,-
€ 12.800,-

5.De redelijke termijn

In de zaak van [medeverdachte 3] heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat in diens ontnemingszaak de redelijke termijn is overschreden en de rechtbank verzocht bij eindvonnis rekening te houden met de duur van de alsdan geldende overschrijding.
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit vaste jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat de redelijke termijn in ontnemingszaken begint op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem een vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel aanhangig zal worden gemaakt.
Met de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het leggen van conservatoir beslag als bedoeld in artikel 94a Sv een handeling is op basis waaraan de redelijke verwachting kan worden ontleend dat tegen een verdachte of veroordeelde een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel zal worden ingediend.
De rechtbank stelt vast dat ook in de zaken van [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 12] door de rechter-commissaris machtigingen zijn verleend tot het leggen van conservatoir beslag. De rechtbank zal in die zaken ambtshalve toetsen of er sprake is van een schending van de redelijke termijn.
De rechtbank stelt vast dat in de zaken van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [verdachte] door de rechter-commissaris op 1 februari 2022 een machtiging is verleend tot het leggen van conservatoir beslag. In de zaak van [medeverdachte 1] is een dergelijke machtiging verleend op 2 december 2021 en in de zaak van [medeverdachte 12] op 17 juni 2022. Overwogen wordt dan ook dat in de zaken van [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [verdachte] en [medeverdachte 12] de redelijke termijn is geschonden met minder dan twaalf maanden en dat in de zaak van [medeverdachte 1] de redelijke termijn is geschonden met meer dan twaalf maanden.
Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van het ontnemingsbedrag dat zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. Uit de jurisprudentie van de Hoge Raad volgt onder meer dat in ontnemingszaken het vastgestelde ontnemingsbedrag met 10% wordt verminderd bij een overschrijding van de redelijke termijn met meer dan zes maanden, maar niet meer dan twaalf maanden. De vermindering bedraagt echter in beginsel niet meer dan € 5.000,-. In de gevallen waarin de redelijke termijn met meer dan twaalf maanden is overschreden, dient de rechter naar bevind van zaken te handelen.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het hiervoor vastgestelde voordeel van [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] telkens verminderen met € 5.000,- tot respectievelijk
€ 1.415.477,-, € 356.529,- en € 65.000,-. Het hiervoor vastgestelde voordeel van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 12] zal de rechtbank telkens verminderen met 10% tot respectievelijk € 11.520,- en
€ 33.300,-.
De rechtbank ziet geen aanleiding om in de zaak van [medeverdachte 1] , waarbij de redelijke termijn met meer dan twaalf maanden is overschreden, op dit punt te differentiëren en zal aldus het hiervoor vastgestelde voordeel van [medeverdachte 1] eveneens verminderen met € 5.000,- tot € 62.512,-.

6.De duur van de gijzeling

De rechtbank zal bij het opleggen van de ontnemingsmaatregel de duur van de gijzeling bepalen die met toepassing van artikel 6:6:25 Sv in de onderhavige zaak ten hoogste kan worden gevorderd indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt.
De rechtbank hanteert, overeenkomstig de binnen de zittende magistratuur ontwikkelde uitgangspunten, bij de berekening van de duur van deze gijzeling voor elke volle € 50,- van de betalingsverplichting, één dag. De maximale duur van de gijzeling bedraagt ingevolge artikel 36e, elfde lid, van het Wetboek van Strafrecht drie jaren.
Gelet op de hoogte van de op te leggen betalingsverplichting zal de rechtbank daarom de duur van de gijzeling die ten hoogste kan worden gevorderd hierna bepalen op 1080 dagen.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.
De uitspraak.
De rechtbank:
stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op
€ 1.420.477,- (éénmiljoenvierhonderdtwintigduizendvierhonderdzevenenzeventig euro);
legt aan [verdachte] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een geldbedrag ter grootte van € 1.415.477,- (éénmiljoenvierhonderdvijftienduizendvierhonderdzevenen-zeventig euro), ter ontneming van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel, dat hij, door middel van of uit de baten van de feiten ter zake waarvan hij is veroordeeld, heeft verkregen;
bepaalt de duur van de gijzeling die met toepassing van artikel 6:6:25 Sv ten hoogste kan worden gevorderd op 1080 dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. E. Boersma, voorzitter,
mr. T. Kraniotis en mr. A. Bernsen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Weemers, griffier,
en is uitgesproken op 16 januari 2025.

Voetnoten

1.P. 49.
2.P. 53, 58, 63, 66 en 72.
3.P. 17.
4.P. 88
5.P. 134.
6.P. 89.
7.P. 89.
8.P. 91.
9.P. 92.
10.P. 92.
11.P. 93.
12.P. 94.
13.P. 95.
14.P. 95.
15.P. 96.
16.P. 96.
17.P. 97.
18.P. 97-98.
19.P. 98.
20.P. 99.
21.P. 99
22.P. 100.
23.P. 182.
24.P. 186, 195, 201, 224, 241, 277.
25.P. 292.
26.P. 293.
27.P. 297.
28.P. 298.
29.P. 299.
30.P. 300.
31.P. 301.
32.P. 301-302.
33.P. 302.
34.P. 303.
35.P. 303.
36.P. 304.
37.P. 304.
38.P. 377.
39.P. 400, 413-414.
40.P. 427-428.
41.P. 441.
42.P. 455.
43.P. 458, 461.
44.P. 465, 474, 479-480.
45.P. 435-436, 481-483.
46.P. 488, 492, 494.
47.P. 435-437, 499-500, 502
48.P. 435-437, P. 512, 517.
49.P. 20.
50.P. 525.
51.P. 526.
52.P. 529.
53.P. 529.
54.P. 531
55.P. 528-529.
56.P. 532.
57.P. 533.
58.P. 533.
59.P. 534.
60.P. 534.
61.P. 534.
62.P. 535.
63.P. 463 en p. 4925 van het einddossier in de strafzaak.
64.P. 406.
65.P. 400.
66.P. 499-511.
67.P. 536.
68.P. 536.
69.P. 536.
70.P. 537.
71.P. 537.
72.P. 538.
73.P. 661
74.P. 538.
75.P. 538.
76.P. 661.
77.P. 538.
78.P. 539.
79.P. 540.
80.P. 609.
81.P. 636.
82.P. 637.
83.P. 641.
84.P. 647.
85.P. 661.
86.P. 652.
87.P. 652.
88.P 653.
89.P. 653.
90.P. 654.
91.P. 655.
92.P. 656.
93.P. 633.
94.P. 656.
95.P. 657.
96.P. 657.
97.P. 657.
98.P. 658.
99.P. 658.
100.P. 659.
101.P. 659.
102.P. 659.
103.P. 614.
104.P. 616-617.
105.P. 660-661.
106.P. 661-662.
107.P. 662-663.
108.P. 663.