Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met 12 producties;
- de e-mail d.d. 31 juli 2024 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
“ [gedaagde] erkent dat hij heeft toegezegd de waarborgsom van € 1.600,00 aan [eiseres] te voldoen. [gedaagde] heeft ook opgemerkt dat hij deze som pas zal voldoen nadat de gehele kwestie is afgewikkeld. Zoals hierboven al opgemerkt, stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat de waarborgsom kan worden verrekend met de vordering ten aanzien van de resterende maandbedragen aan huur.”In de brief van 28 maart 2023 (productie 22 bij de dagvaarding) heeft de gemachtigde van [gedaagde] het volgende aan de toenmalige gemachtigde van [eiseres] geschreven:
“Cliënt neemt het standpunt in dat het bedrag van de borg zal wegvallen tegen de laatste niet betaalde maandelijkse huur (april 2022), waardoor uw cliënte een bedrag van ten hoogte € 1.600,-- zal ontvangen van cliënt en dit discussiepunt daarmee is afgesloten.”Aan het (subsidiaire) ter zitting gedane beroep op verrekening met gemaakte makelaarskosten en kosten voor leidingwerk en een nieuw bad wordt niet toegekomen omdat [gedaagde] de vordering heeft erkend en heeft toegezegd tot terugbetaling over te gaan. Bovendien heeft [eiseres] de verschuldigdheid van die kosten gemotiveerd betwist en heeft [gedaagde] nagelaten een nadere onderbouwing hiervan te geven. De vordering tot terugbetaling van de resterende waarborgsom van € 1.600,- zal daarom worden toegewezen.